Artikel 1 Het bedrag, bedoeld in artikel 3, tweede lid, van het Besluit personenvervoer 2000 bedraagt over een periode van een jaar: • a. € 1.134,45 per vrijwilligersorganisatie vermeerderd met € 181,51 per bij die organisatie werkzame vrijwilliger tot een maximum van € 8.621,82, of • b. € 181,51 per vrijwilliger die niet wordt meegerekend bij onderdeel a.
BWBR0011900
Artikel 2 [Wijzigt deze regeling.]
BWBR0011900
Artikel 3 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2001.
BWBR0011900
Artikel 4 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling onkostenvergoedingen vrijwilligers personenvervoer per auto.
BWBR0011900
Artikel 1 In deze regeling wordt verstaan onder concessieverlener: bevoegde instantie genoemd in artikel 20 van de Wet personenvervoer 2000 .
BWBR0011902
Artikel 2 De gegevens, bedoeld in artikel 40, tweede lid , betreffen: • a. de gevolgde aanbestedingsprocedure; • b. de motivering van de keuze voor de in onderdeel a genoemde aanbestedingsprocedure; • c. een omschrijving van het openbaar vervoer en het gebied waarvoor de concessie is verleend; • d. een omschrijving van de voorschriften die aan de verleende concess...
BWBR0011902
Artikel 3 De concessieverlener verstrekt de gegevens, bedoeld in artikel 2 , binnen drie maanden na de verlening van de concessie.
BWBR0011902
Artikel 4 Deze regeling treedt in werking met ingang van1 januari 2001.
BWBR0011902
Artikel 5 Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling informatie aanbestedingen concessies openbaar vervoer.
BWBR0011902
Artikel 1 Het bedrag, bedoeld in artikel 48, tweede lid, van het Besluit personenvervoer 2000 dat een reiziger is verschuldigd, wordt vastgesteld op € 35,00.
BWBR0011924