Artikel 1 De inspecteur-generaal van het onderwijs en de ambtenaren van de Inspectie van het onderwijs, genoemd in artikel 2, eerste lid, van de Wet op het onderwijstoezicht , worden aangewezen als ambtenaren die toezicht houden op de uitvoering van de aan het college van burgemeester en wethouders bij of krachtens de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen opgedragen taken.
BWBR0032033
Artikel 2 De vertrouwensinspecteurs, bedoeld in artikel 6, eerste lid, van de Wet op het onderwijstoezicht , worden aangewezen als deskundige als bedoeld in de artikelen 1.51b, eerste lid , en 2.9b, eerste lid, van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen .
BWBR0032033
Artikel 3 Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 oktober 2012.
BWBR0032033
Artikel 4 Deze regeling wordt aangehaald als: Aanwijzingsregeling ambtenaren interbestuurlijk toezicht en deskundigen Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
BWBR0032033