Artikel 1
BWBW33099
Artikel 1
BWBW33099
1-1-a. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder a Voor de toepassing van deze Rijkswet wordt verstaan onder Onze Minister: Onze Minister van Justitie in zijn hoedanigheid van minister van het Koninkrijk.
De Minister van Justitie is belast met de uitvoering van de Rijkswet op het Nederlanderschap.
Er is een periode geweest waarin de RWN een andere “Onze Minister” kende, te weten:
BWBW33099
1-1-b. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder b Voor de toepassing van deze Rijkswet wordt verstaan onder meerderjarige: hij die de leeftijd van achttien jaren heeft bereikt of voordien in het huwelijk is getreden.
Deze bepaling definieert het begrip ‘meerderjarigheid’. Bij de (mede)verkrijging, bij de (mede)verlening alsook bij het verlies van het Nederlanderschap ...
BWBW33099
1-1-c. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder c Voor de toepassing van deze Rijkswet wordt verstaan onder moeder: de vrouw tot wie het kind, anders dan door adoptie, in de eerste graad in opgaande lijn in familierechtelijke betrekking staat.
Deze bepaling luidt zo sinds 1 april 2014. Op die dag is Boek 1 BW gewijzigd in verband met het ontstaan van het juridisch ouders...
BWBW33099
1-1-e. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder e Voor de toepassing van deze Rijkswet wordt verstaan onder vreemdeling: hij die de Nederlandse nationaliteit niet bezit.
Het begrip ‘vreemdeling’ wordt gedefinieerd als een persoon die niet in het bezit is van de Nederlandse nationaliteit. Hieronder vallen dus ook staatlozen en personen van wie de nationaliteit niet kan worden v...
BWBW33099
1-1-f. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder f Voor de toepassing van deze Rijkswet wordt verstaan onder staatloze: een persoon die door geen enkele staat, krachtens diens wetgeving, als onderdaan wordt beschouwd.
Personen die, met inachtneming van de betreffende nationaliteitswetgeving, werkelijk door geen enkel land als onderdaan worden aangemerkt, zijn staatloos in ...
BWBW33099
1-1-g. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder g Voor de toepassing van deze Rijkswet wordt verstaan onder toelating: instemming door het bevoegd gezag met het bestendig verblijf van de vreemdeling in het Europese deel van Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba.
BWBW33099
1-1-h. Toelichting ad artikel 1, eerste lid, aanhef en onder h Voor de toepassing van deze Rijkswet wordt verstaan onder hoofdverblijf: de plaats waar een persoon zijn feitelijke woonstede heeft.
Het begrip ‘hoofdverblijf’ heeft een strikt feitelijke betekenis. Het hoofdverblijf van een persoon is de plaats waar hij kennelijk geregeld vertoeft, daar waar hij het centrum van zijn activit...
BWBW33099
1-2. Toelichting ad artikel 1, tweede lid Behoudens voor de toepassing van artikel 15A, onder a, van deze rijkswet wordt mede verstaan onder: • a. echtgenoot: de partner in een in Nederland geregistreerd partnerschap alsmede de partner in een buiten Nederland geregistreerd partnerschap dat op grond van de artikelen 2 en 3 van de Wet conflictenrecht geregistreerd partnerschap wordt er...
BWBW33099