Artikel 1 Voor de toepassing van het bij deze wet bepaalde wordt verstaan onder:
"getroffene": degene, die op het tijdstip van het ontstaan van de schade eigenaar was van de goederen, waarop de ingevolge deze wet te verlenen bijdrage betrekking heeft, dan wel een ander, voorzover deze tengevolge van een overeenkomst, geen overeenkomst van verzekering zijnde, aangegaan voor het bedoelde tijdstip...
BWBR0002128
Artikel 2 Van Rijkswege wordt, volgens de in deze wet gestelde regelen, een bijdrage verleend in watersnoodschade, geleden door getroffenen, niet zijnde de Staat of publiekrechtelijke lichamen in de zin van de Wet Financiering Stormvloedschade Publiekrechtelijke Lichamen .
BWBR0002128
Artikel 3 • 1. Als watersnoodschade wordt voor de toepassing van het bij deze wet bepaalde aangemerkt schade, welke binnen Nederland is toegebracht aan goederen als gevolg van overstromingen, veroorzaakt door de stormvloed van 31 Januari en 1 Februari 1953, met dien verstande, dat daaronder niet wordt begrepen schade, welke zich openbaart na door Ons voor de verschillende gebieden te be...
BWBR0002128
Artikel 4 • 1. Door of vanwege Onze Minister van Financiën worden Rampschade-bureaux ingesteld en wordt aangewezen tot het ambtsgebied van welk bureau iedere gemeente, waarin schade is geleden, behoort. • 2. In elk Rampschade-bureau hebben zitting een of meer vertegenwoordigers van de vaststellende organen. Het hoofd van het bureau wordt aangewezen door of vanwege Onze Minister ...
BWBR0002128
Artikel 5 • 1. Om voor een bijdrage ingevolge de bepalingen van deze wet in aanmerking te komen dient de rechthebbende de schade ter registratie aan te melden bij het hoofd van het Rampschade-bureau, binnen welks ambtsgebied de schade is geleden, uiterlijk zes maanden na het tijdstip van het inwerkingtreden van deze wet, dan wel voor afzonderlijke gebieden na door Onze Minister van Fina...
BWBR0002128
Artikel 6 • 1. Het onderzoek en de taxatie van de schade en de vaststelling van de bijdragen geschieden door organen, aan te wijzen door Onze Ministers, wie zulks aangaat ingevolge de taakverdeling, daartoe vast te stellen door Onze Minister van Financiën in overeenstemming met Onze Ministers van Wederopbouw en Volkshuisvesting, van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, van Verkeer...
BWBR0002128
Artikel 7 • 1. Onze Minister van Financiën bepaalt, in overeenstemming met Onze Ministers, wie zulks ingevolge de in artikel 6, lid 1 , genoemde taakverdeling aangaat, welk orgaan in zijn naam belast is met: • a. de leiding van en het toezicht op de registratie, het onderzoek en de taxatie van de schade; • b. de leiding van en het toezicht op de vaststelling van de bij...
BWBR0002128
Artikel 8 Om voor een bijdrage ingevolge de bepalingen van deze wet in aanmerking te komen, dient de belanghebbende de schade en de omvang daarvan aannemelijk te maken, alsmede naar beste weten de gegevens te verstrekken, welke voor de berekening en de betaalbaarstelling van de bijdrage noodzakelijk zijn.
BWBR0002128
Artikel 9 • 1. De schade aan land-, tuin- en bosbouwgronden en woeste gronden wordt zoveel mogelijk van Overheidswege in natura hersteld. Het door Onze Minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening aan te wijzen vaststellend orgaan beoordeelt of herstel heeft plaats gehad. • 2. Indien na het herstel een waardevermindering overblijft van meer dan 25 ten honderd van de waar...
BWBR0002128
Artikel 10 Voor schade aan in artikel 9, lid 1 , genoemde gronden, waarvoor artikel 9 geen toepassing vindt, dan wel voor onherstelbare schade aan andere ongebouwde onroerende goederen, wordt de bijdrage gesteld op een bedrag ten belope van het verschil in verkoopwaarde vóór en na de beschadiging, bepaald naar de op 31 Januari 1953 geldende factoren; met te velde staand gewas, boomgaar...
BWBR0002128