Artikel 1 In dit besluit wordt verstaan onder: • a. Onze Minister: Onze Minister van Justitie; • b. register: het landelijk openbaar register, bedoeld in artikel 51k van het Wetboek van Strafvordering , met als volledige benaming het Nederlands register gerechtelijk deskundigen; • c. geregistreerde deskundige: degene die als deskundige in het register is ingeschreven;...
BWBR0026190
Artikel 2 Het register heeft ten doel de gebruikmaking van deskundigen in strafzaken, die naar het oordeel van het College gerechtelijk deskundigen voldoen aan de in artikel 12, tweede lid , genoemde kwaliteitseisen, te bevorderen door de gegevens van deze deskundigen, voor zover zij relevant zijn voor potentiële opdrachtgevers, bijeen te brengen en openbaar te maken.
BWBR0026190
Artikel 3 • 1. Er is een College gerechtelijk deskundigen. • 2. Het College is gevestigd te Utrecht.
BWBR0026190
Artikel 4 Het College heeft tot taak: • a. het overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 12 tot en met 14 en 17 tot en met 19 beslissen op een aanvraag tot inschrijving of tot herinschrijving en overeenkomstig het bepaalde in artikel 18 over de eventuele doorhaling uit het register, het doen inrichten en onderhouden van het register waarin die beslissingen worden verwerkt a...
BWBR0026190
Artikel 5 • 1. De leden van het College worden benoemd op grond van de deskundigheid die nodig is voor een goede vervulling van de in artikel 4 genoemde taken alsmede op grond van hun brede maatschappelijke kennis en ervaring. • 2. Het College bestaat uit een door Onze Minister te bepalen oneven aantal leden, waarvan in elk geval deel uitmaken: • a. één met rechtspra...
BWBR0026190
Artikel 6 • 1. Het College verricht zijn taken op onpartijdige en onafhankelijke wijze. • 2. Elk van de leden die een aanvraag behandelt, kan zich verschonen indien zich naar zijn oordeel feiten of omstandigheden voordoen die onverenigbaar zijn met zijn onpartijdigheid of onafhankelijkheid. • 3. Indien het bepaalde in het tweede lid toepassing heeft gevonden, beslist het C...
BWBR0026190
Artikel 7 • 1. Het College bepaalt zijn eigen werkwijze. • 2. Het College stelt maatstaven op aan de hand waarvan per deskundigheidsgebied wordt beoordeeld of een aanvraag voldoet aan de in artikel 14, eerste en tweede lid , bedoelde eisen, en maakt deze openbaar. • 3. Het College benoemt een toetsingscommissie, en kan ook uit zijn midden commissies samenstellen en bela...
BWBR0026190
Artikel 8 • 1. Onze Minister benoemt, behalve bij gelegenheid van de instelling van het College, op voordracht van het College de voorzitter en de leden, bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel a tot en met d . • 2. Onze Minister benoemt op voordracht van het College tevens zoveel plaatsvervangende leden van de in artikel 5, tweede lid , onderscheiden leden worden benoe...
BWBR0026190
Artikel 9 • 1. Het College stelt een bestuursreglement vast. Dit bevat in ieder geval regels over werkwijzen en procedures met het oog op een goede en zorgvuldige uitoefening van de taken van het College, de voorzitter, de secretaris en het bureau. • 2. Het College stelt jaarlijks voor 1 april een jaarplan op dat aan Onze Minister wordt toegezonden.
BWBR0026190
Artikel 10 • 1. Het College heeft een secretaris en een bureau, waarvan de ambtenaren door Onze Minister op voordracht van de voorzitter worden benoemd, geschorst en ontslagen. De secretaris is geen lid van het College. • 2. De voorzitter geeft leiding aan de werkzaamheden van de secretaris en het bureau.
BWBR0026190