Besluit van 3 februari 2004, houdende wijziging van het Voertuigreglement in verband met de implementatie van richtlijn nr. 2001/56/EG met betrekking tot de verwarming van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 30 oktober 2003, nr. HDJZ/AWW/2003-2080, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Gelet op richtlijn nr. 2001/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 inzake de verwarming van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad en tot intrekking van Richtlijn 78/548/EEG van de Raad (PbEG L 292) en de artikelen 21, 22, 26 en 34 van de Wegenverkeerswet 1994;
De Raad van State gehoord (advies van 19 december 2003, nr. W09.030457/V);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Verkeer en Waterstaat van 27 januari 2004, nr. HDJZ/AWW/2004-14, Hoofddirectie Juridische Zaken;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel II
Op verzoek van de fabrikant wordt tot 9 mei 2004 voor personenauto's, alsmede voor verwarmingssystemen op brandstof voor personenauto's, bedrijfsauto's en aanhangwagens, een typegoedkeuring verleend als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van
richtlijn nr. 2001/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 september 2001 inzake de verwarming van motorvoertuigen en aanhangwagens daarvan en tot wijziging van
Richtlijn 70/156/EEG van de Raad en tot intrekking van
Richtlijn 78/548/EEG van de Raad (PbEU L 292).
1.
Dit besluit treedt,met uitzondering van
artikel I, onder G, in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
's-Gravenhage, 3 februari 2004
De Minister van Verkeer en Waterstaat ,
Uitgegeven de vierentwintigste februari 2004
De Minister van Justitie ,