Besluit van 11 mei 1994, tot wijziging van het Mijnreglement 1964 en het Mijnreglement continentaal plat (lood)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Economische Zaken van 16 juli 1993, nr. 93053605 WJA/W;
Gelet op de richtlijn nr. 82/605/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 28 juli 1982 betreffende de bescherming van werknemers tegen de risico's van blootstelling aan metallisch lood en zijn ionverbindingen op het werk ( PbEG L 247), alsmede op artikel 9, eerste en derde lid, van de Mijnwet 1903 en op artikel 26, eerste lid, onder b , van de Mijnwet continentaal plat;
De Raad van State gehoord (advies van 29 december 1993, nr. W10.93.0462);
Gezien het nader rapport van Onze Minister van Economische Zaken van 4 mei 1994, nr. 94032515 WJA/W;
Hebben goedgevonden en verstaan:
Artikel I
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel II
[Bevat wijzigingen in andere regelgeving.]
Artikel III
Personen, die op het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit reeds werkzaamheden verrichten, waarop ingevolge dit besluit het Loodbesluit van overeenkomstige toepassing wordt en ten aanzien waarvan uit de beoordeling, bedoeld in artikel 2 van het Loodbesluit, is gebleken, dat deze werkzaamheden worden verricht onder een van de in artikel 4 van dat besluit bedoelde omstandigheden, moeten binnen twee maanden na inwerkingtreding van dit besluit voor de eerste maal in de gelegenheid worden gesteld om een medisch onderzoek als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van het Loodbesluit te ondergaan.
Artikel IV
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.
's-Gravenhage, 11 mei 1994
De Minister van Economische Zaken,
Uitgegeven de negende juni 1994
De Minister van Justitie,