Artikel 157
Hij die opzettelijk brand sticht, een ontploffing teweegbrengt of een overstroming veroorzaakt, wordt gestraft:
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
2°.
met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander te duchten is;
3°.
met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Artikel 158
Hij aan wiens schuld brand, ontploffing of overstroming te wijten is, wordt gestraft:
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie, indien daardoor gemeen gevaar voor goederen ontstaat;
2°.
met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie, indien daardoor levensgevaar of gevaar voor zwaar lichamelijk letsel voor een ander ontstaat;
3°.
met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie, indien het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Artikel 159
Hij die opzettelijk bij of in het vooruitzicht van brand blusgereedschappen of blusmiddelen wederrechtelijk verbergt of onbruikbaar maakt, of op enige wijze de blussing van brand verhindert of belemmert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Artikel 160
Hij die opzettelijk bij of in het vooruitzicht van watersnood dijkmaterialen of gereedschappen wederrechtelijk verbergt of onbruikbaar maakt, enige poging tot herstel van dijken of andere waterstaatswerken verijdelt, of de aangewende middelen tot het voorkomen of stuiten van overstroming tegenwerkt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Artikel 161
Hij die opzettelijk enig werk dienend tot waterkering, waterlozing, gas- of waterleiding of riolering vernielt, onbruikbaar maakt of beschadigt, wordt gestraft:
1º.
met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gevaar voor een overstroming of gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
2º.
met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is;
3º.
met gevangenisstraf van ten hoogste vijften jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Artikel 161bis
Hij die opzettelijk enig electriciteitswerk vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt, stoornis in de gang of in de werking van zodanig werk veroorzaakt, of een ten opzichte van zodanig werk genomen veiligheidsmaatregel verijdelt, wordt gestraft:
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vijfde categorie, indien daardoor verhindering of bemoeilijking van stroomlevering ten algemenen nutte ontstaat;
2°.
met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
3°.
met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is;
4°.
met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Artikel 161ter
Hij aan wiens schuld te wijten is, dat enig electriciteitswerk wordt vernield, beschadigd, of onbruikbaar gemaakt, dat stoornis in de gang of in de werking van zodanig werk ontstaat, of dat een ten opzichte van zodanig werk genomen veiligheidsmaatregel wordt verijdeld, wordt gestraft:
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie, indien daardoor verhindering of bemoeilijking van stroomlevering ten algemenen nutte of gemeen gevaar voor goederen ontstaat;
2°.
met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie, indien daardoor levensgevaar voor een ander ontstaat;
3°.
met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie, indien het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Artikel 161quater
Hij die opzettelijk mensen, dieren, planten of goederen aan ioniserende stralen blootstelt, dan wel mensen, dieren, planten, goederen, bodem, water of lucht met radioactieve stoffen besmet, wordt gestraft:
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gevaar voor de openbare gezondheid of levensgevaar voor een ander te duchten is;
2°.
met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Artikel 161quinquies
Hij aan wiens schuld te wijten is dat mensen, dieren, planten of goederen aan ioniserende stralen worden blootgesteld, dan wel mensen, dieren, planten, goederen, bodem, water of lucht met radioactieve stoffen worden besmet, wordt gestraft:
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie, indien daarvan gevaar voor de openbare gezondheid of levensgevaar voor een ander te duchten is;
2°.
met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Artikel 161sexies
Hij die opzettelijk enig geautomatiseerd werk of enig werk voor telecommunicatie vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt, stoornis in de gang of in de werking van zodanig werk veroorzaakt, of een ten opzichte van zodanig werk genomen veiligheidsmaatregel verijdelt, wordt gestraft:
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste zes jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gemeen gevaar voor goederen of voor de verlening van diensten te duchten is;
2°.
met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is;
3°.
met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Artikel 161septies
Hij aan wiens schuld te wijten is dat enig geautomatiseerd werk of enig werk voor telecommunicatie wordt vernield, beschadigd of onbruikbaar gemaakt, dat stoornis in de gang of in de werking van zodanig werk ontstaat, of dat een ten opzichte van zodanig werk genomen veiligheidsmaatregel wordt verijdeld, wordt gestraft:
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie, indien daardoor verhindering of bemoeilijking van de opslag, verwerking of overdracht van gegevens ten algemenen nutte, stoornis in een openbaar telecommunicatienetwerk of in de uitvoering van een openbare telecommunicatiedienst, of gemeen gevaar voor goederen of voor de verlening van diensten ontstaat;
2°.
met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie, indien daardoor levensgevaar voor een ander ontstaat;
3°.
met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie, indien het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Artikel 162
Hij die opzettelijk enig werk dienende voor het openbaar verkeer of het luchtverkeer vernielt, onbruikbaar maakt of beschadigt, enige openbare land- of waterweg verspert of een ten aanzien van zodanig werk of van zodanige weg genomen veiligheidsmaatregel verijdelt, wordt gestraft:
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gevaar voor de veiligheid van het verkeer te duchten is;
2°.
met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gevaar voor de veiligheid van het verkeer te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Artikel 162a
Hij die opzettelijk op een luchthaven een luchtvaartuig buiten bedrijf of enige voorziening vernielt, onbruikbaar maakt of beschadigt, dan wel de diensten op een luchthaven verstoort, wordt gestraft:
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste negen jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gevaar voor de veiligheid van de luchtvaart of gemeen gevaar voor goederen, gebouwen of diensten op de luchthaven te duchten valt;
2°.
met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gevaar voor de veiligheid van de luchtvaart of gemeen gevaar voor goederen, gebouwen of diensten op de luchthaven te duchten valt en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Artikel 163
Hij aan wiens schuld te wijten is dat enig werk dienende voor het openbaar verkeer of het luchtverkeer wordt vernield, onbruikbaar gemaakt of beschadigd, enige openbare land- of waterweg versperd of een ten aanzien van zodanig werk of van zodanige weg genomen veiligheidsmaatregel verijdeld wordt, wordt gestraft:
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie, indien daardoor het verkeer onveilig wordt;
2°.
met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie, indien het feit iemands dood ten gevolge heeft.
1.
Hij die opzettelijk gevaar veroorzaakt voor het verkeer door mechanische kracht over een spoorweg of voor het luchtverkeer, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2.
Indien het feit iemands dood ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.
1.
Hij aan wiens schuld te wijten is dat gevaar ontstaat voor het verkeer door mechanische kracht over een spoorweg of voor het luchtverkeer, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.
2.
Indien het feit iemands dood ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
Artikel 166
Hij die opzettelijk een voor de veiligheid van de scheepvaart of luchtvaart gesteld teken of hulpmiddel vernielt, beschadigt, wegneemt of verplaatst, de werking daarvan verijdelt of een verkeerd teken stelt, wordt gestraft:
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gevaar voor de veiligheid van de scheepvaart of luchtvaart te duchten is;
2°.
met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gevaar voor de veiligheid van de scheepvaart of luchtvaart te duchten is en het feit het zinken, stranden of verongelukken van een vaartuig of een luchtvaartuig ten gevolge heeft;
3°.
met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gevaar voor de veiligheid van de scheepvaart of luchtvaart te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Artikel 167
Hij aan wiens schuld vernieling, beschadiging, wegneming of verplaatsing van een voor de veiligheid van de scheepvaart of luchtvaart gesteld teken of hulpmiddel dan wel de verijdeling van de werking daarvan of het stellen van een verkeerd teken te wijten is, wordt gestraft:
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie, indien daardoor de scheepvaart of de luchtvaart onveilig wordt;
2°.
met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie, indien het feit het zinken, stranden of verongelukken van een vaartuig of een luchtvaartuig ten gevolge heeft;
3°.
met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie, indien het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Artikel 168
Hij die enig vaartuig, voertuig of luchtvaartuig opzettelijk en wederrechtelijk doet zinken, stranden of verongelukken, vernielt, onbruikbaar maakt of beschadigt, wordt gestraft:
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is;
2°.
met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Artikel 169
Hij aan wiens schuld te wijten is dat enig vaartuig, voertuig of luchtvaartuig zinkt, strandt of verongelukt, vernield, onbruikbaar gemaakt of beschadigd wordt, wordt gestraft:
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie, indien daardoor levensgevaar voor een ander ontstaat;
2°.
met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie, indien het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Artikel 170
Hij die enig gebouw, getimmerte, installatie ter zee of voor het publiek toegankelijke plaats opzettelijk vernielt of beschadigt, wordt gestraft:
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
2°.
met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is;
3°.
met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Artikel 171
Hij aan wiens schuld de vernieling of beschadiging van enig gebouw, getimmerte, installatie ter zee of voor het publiek toegankelijke plaats te wijten is, wordt gestraft:
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie, indien daardoor gemeen gevaar voor goederen ontstaat;
2°.
met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie, indien daardoor levensgevaar voor een ander ontstaat;
3°.
met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie, indien het feit iemands dood ten gevolge heeft.
1.
Hij die opzettelijk en wederrechtelijk een stof in een inrichting ten behoeve van de drinkwatervoorziening of in een tot gezamenlijk gebruik van of met anderen bestemde waterleiding brengt, dan wel de aanmaak van drinkwater in of de toevoer van drinkwater vanuit de openbare drinkwatervoorziening belemmert, wordt gestraft:
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gevaar voor een ander te duchten is;
2°.
met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolg heeft.
2.
Hij die opzettelijk enig voor de openbare drinkwatervoorziening bestemd werk vernielt, beschadigt of onbruikbaar maakt, stoornis in de gang of in de werking van zodanig werk veroorzaakt, of een ten opzichte van zodanig werk genomen veiligheidsmaatregel verijdelt, wordt, indien daardoor verhindering of bemoeilijking van de openbare drinkwatervoorziening te duchten is, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.
1.
Hij aan wiens schuld te wijten is, dat wederrechtelijk een stof in een inrichting ten behoeve van de drinkwatervoorziening of in een tot gezamenlijk gebruik van of met anderen bestemde waterleiding, wordt gebracht, wordt gestraft:
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie, indien daarvan gevaar voor de openbare gezondheid of levensgevaar voor een ander te duchten is;
2°.
met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
2.
Hij aan wiens schuld te wijten is, dat enig voor de openbare drinkwatervoorziening bestemd werk wordt vernield, beschadigd, of onbruikbaar gemaakt, dat stoornis in de gang of in de werking van een zodanig werk ontstaat of dat een ten opzichte van zodanig werk genomen veiligheidsmaatregel wordt verijdeld, wordt, indien daardoor verhindering of bemoeilijking van de openbare drinkwatervoorziening te duchten is, gestraft met een gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie.
Artikel 173a
Hij die opzettelijk en wederrechtelijk een stof op of in de bodem, in de lucht of in het oppervlaktewater brengt, wordt gestraft:
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste twaalf jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gevaar voor de openbare gezondheid of levensgevaar voor een ander te duchten is;
2°.
met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
Artikel 173b
Hij aan wiens schuld te wijten is, dat wederrechtelijk een stof op of in de bodem, in de lucht of in het oppervlaktewater wordt gebracht, wordt gestraft:
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie, indien daarvan gevaar voor de openbare gezondheid of levensgevaar voor een ander te duchten is;
2°.
met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
1.
Hij die waren verkoopt, te koop aanbiedt, aflevert of uitdeelt, wetende dat zij voor het leven of de gezondheid schadelijk zijn, en dat schadelijk karakter verzwijgende, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
2.
Indien het feit iemands dood ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren of geldboete van de vijfde categorie.
1.
Hij aan wiens schuld te wijten is dat waren, schadelijk voor het leven of de gezondheid, verkocht, afgeleverd of uitgedeeld worden, zonder dat de koper of verkrijger met dat schadelijk karakter bekend is, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie.
2.
Indien het feit iemands dood ten gevolge heeft, wordt de schuldige gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan gemeen gevaar voor goederen te duchten is;
2°.
met gevangenisstraf van ten hoogste drie jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is;
3°.
met gevangenisstraf van ten hoogste vijf jaren of geldboete van de vijfde categorie, indien daarvan levensgevaar voor een ander te duchten is en het feit iemands dood ten gevolge heeft.
1°.
met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de vierde categorie, indien daardoor gemeen gevaar voor goederen ontstaat;
2°.
met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de vierde categorie, indien daardoor levensgevaar voor een ander ontstaat;
3°.
met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie, indien het feit iemands dood ten gevolge heeft.
1.
Bij veroordeling wegens enig in deze titel omschreven misdrijf kan de schuldige worden ontzet van de uitoefening van het beroep waarin hij het misdrijf begaan heeft.
2.
Bij veroordeling wegens een der in de
artikelen 174 en
175 omschreven misdrijven, kan de rechter de openbaarmaking van zijn uitspraak gelasten.
Artikel 176a
Indien een misdrijf, strafbaar gesteld in
artikel 157,
159,
160,
161,
161bis,
161quater,
161sexies,
162,
162a,
164,
166,
168,
170,
172,
173a of
174, is begaan met een terroristisch oogmerk, wordt de in dat artikel bepaalde tijdelijke gevangenisstraf met de helft verhoogd en wordt, indien op het misdrijf een tijdelijke gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren is gesteld, levenslange gevangenisstraf of tijdelijke van ten hoogste dertig jaren opgelegd.
1.
De samenspanning tot de in de
artikelen 157,
161, onderdelen 2° en 3°,
161bis, onderdelen 3° en 4°,
161quater,
161 sexies, onderdelen 3° en 4°,
162,
164,
166,
168,
170,
172,
173a en
174 omschreven misdrijven, te begaan met een terroristisch oogmerk, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste tien jaren of geldboete van de vijfde categorie.