Wet van 14 juni 2014 tot wijziging van verschillende wetten in verband met de hervorming van het ontslagrecht, wijziging van de rechtspositie van flexwerkers en wijziging van verschillende wetten in verband met het aanpassen van de Werkloosheidswet, het verruimen van de openstelling van de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen en de beperking van de toegang tot de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (Wet werk en zekerheid)
Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om het ontslagrecht te vereenvoudigen, de rechtsgelijkheid en rechtszekerheid bij ontslag te bevorderen, de vergoeding bij ontslag te beperken en aanwending daarvan voor snelle werkhervatting te bevorderen, dat het wenselijk is de rechtspositie van werknemers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd en met een arbeidsovereenkomst met wisselende uren te versterken, de doorstroom van flexibele naar vaste arbeid te bevorderen en de langdurige inzet van flexibele arbeid te beperken en het wenselijk is om tegelijkertijd de Werkloosheidswet een meer activerend karakter te geven en de inkomensvoorziening via de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen uit te breiden onder gelijktijdige beperking van de toegang tot de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en tot slot de uitkering vanwege betalingsonmacht van de werkgever te maximeren op anderhalf maal het maximumdagloon;
Zo is het dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel I
[Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 7.]
Artikel II
[Wijzigt het Burgerlijk Wetboek Boek 2.]
Artikel III
Het
Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 wordt ingetrokken, met dien verstande dat voor de verschillende artikelen of onderdelen van de artikelen van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 bij koninklijk besluit het tijdstip waarop deze vervallen verschillend kan worden gesteld.
Artikel IV
[Wijzigt de Wet melding collectief ontslag.]
Artikel IX
[Wijzigt de Wet sociale werkvoorziening.]
Artikel X
[Wijzigt de Noodwet arbeidsvoorziening.]
Artikel XI
[Wijzigt de Algemene wet gelijke behandeling.]
Artikel XII
[Wijzigt de Wet gelijke behandeling op grond van handicap of chronische ziekte.]
Artikel XIII
[Wijzigt de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd bij de arbeid.]
Artikel XIV
[Wijzigt de Wet gelijke behandeling van mannen en vrouwen.]
Artikel XVIII
[Wijzigt de Wet arbeidsvoorwaarden grensoverschrijdende arbeid.]
Artikel XX
[Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.]
Artikel XXI
[Wijzigt de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten.]
Artikel XXIc
[Wijzigt de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek.]
1.
Artikel 1.1.1, onderdeel z, onder 2,
artikel 1.1.3, tweede lid,
hoofdstuk 4, titel 1, paragraaf 2, en
artikel 4.3.3 van de Wet educatie en beroepsonderwijs , zoals deze luidden de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van
artikel XXIa blijven van toepassing op een beslissing die voor dat tijdstip is genomen op grond van
artikel 4.1.5, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs.
a.
op een verzoek om toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst gedaan voor dat tijdstip en een opzegging gedaan na dat tijdstip op grond van een verzoek om toestemming voor opzegging van de arbeidsovereenkomst gedaan voor dat tijdstip en op de gedingen die daarop betrekking hebben;
b.
op een opzegging van de arbeidsovereenkomst gedaan voor dat tijdstip en op de gedingen die daarop betrekking hebben; en
c.
op een geding dat is aangevangen voor dat tijdstip.
2.
Artikel 8 van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945, alsmede
artikel 30, zesde lid, van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, zoals deze luidden voor het tijdstip van inwerkingtreding van
artikel I, onderdeel Ca, van deze wet, blijven van toepassing op het verzoek van een werkgever om ontheffing op grond van artikel 8, derde lid, van het Buitengewoon Besluit Arbeidsverhoudingen 1945 dat door Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is ontvangen voor genoemd tijdstip, de daarop te verlenen ontheffing en maximaal drie verzoeken om aansluitende verlenging en de daarop te verlenen ontheffingen alsmede op de voor genoemd tijdstip verleende ontheffing en de daarop gedane verzoeken om aansluitende verlenging en de daarop te verlenen ontheffingen tot een maximum van drie ontheffingen.
3.
De
Wet melding collectief ontslag , zoals deze luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van
artikel IV van deze wet, blijft van toepassing op verzoeken om toestemming voor opzegging van een arbeidsovereenkomst alsmede op opzeggingen die hebben plaatsgevonden voor dat tijdstip.
7.
In afwijking van de
artikelen 673 en
673a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek kan bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden bepaald dat de transitievergoeding geheel of gedeeltelijk niet verschuldigd is gedurende een bepaalde periode en onder bepaalde voorwaarden, indien de werknemer wegens de beëindiging van de arbeidsovereenkomst recht heeft op een vergoeding of voorziening, op grond van tussen de werkgever of verenigingen van werkgevers en de werknemer of verenigingen van werknemers voor het tijdstip van inwerkingtreding van
artikel I, onderdelen V en W, van deze wet gemaakte afspraken.
a.
deze zijn geëindigd voor 1 juli 2012; of
b.
deze zijn geëindigd voor 1 juli 2015 en ten hoogste zes maanden na het einde van een voorafgaande arbeidsovereenkomst een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd is ingegaan.
1.
Artikel 628, leden 5 tot en met 7, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van
artikel I, onderdeel C, van deze wet, blijft van toepassing op een op die dag geldende collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan waarin toepassing is gegeven aan artikel 628, lid 7, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor dat tijdstip, en de arbeidsovereenkomsten waarop deze van toepassing zijn of worden, voor de duur van de looptijd van de collectieve arbeidsovereenkomst of regeling, maar ten hoogste gedurende achttien maanden na die inwerkingtreding.
2.
Artikel 628, leden 5 tot en met 7, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van
artikel I, onderdeel C, van deze wet, blijft van toepassing op collectieve arbeidsovereenkomsten of regelingen door of namens daartoe bevoegde bestuursorganen tot en met de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel Ca, van deze wet, uitsluitend voor zover daarin vanwege buitengewone natuurlijke omstandigheden als bedoeld in
artikel 18 van de Werkloosheidswet toepassing is gegeven aan de in artikel 628, lid 7, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel C, van deze wet opgenomen afwijkingsmogelijkheid.
2.
Artikel 652 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van
artikel I, onderdeel H, van deze wet blijft van toepassing op een op die dag geldende collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan waarin toepassing is gegeven aan artikel 652, lid 6, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor dat tijdstip, en de arbeidsovereenkomsten waarop deze van toepassing zijn of worden, voor de duur van de looptijd van de collectieve arbeidsovereenkomst of regeling, maar ten hoogste gedurende achttien maanden na die inwerkingtreding.
1.
Artikel 668a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van
artikel I, onderdeel N, van deze wet, blijft van toepassing op een op die dag geldende collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan waarin hetgeen in artikel 668a van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op die dag, van toepassing is verklaard of waarin toepassing is gegeven aan artikel 668a, lid 5, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor dat tijdstip, en de arbeidsovereenkomsten waarop deze van toepassing zijn of worden, voor de duur van de looptijd van de collectieve arbeidsovereenkomst of regeling, maar ten hoogste gedurende twaalf maanden na die inwerkingtreding.
2.
Op arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd die worden voortgezet op of na het tijdstip van inwerkingtreding van
artikel I, onderdeel N, van deze wet, is
artikel 668a, lid 1, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel komt te luiden na dat tijdstip, eerst van toepassing, indien op of na dat tijdstip een volgende arbeidsovereenkomst wordt aangegaan ten hoogste zes maanden na de dag waarop de daaraan voorafgaande arbeidsovereenkomst eindigde, met dien verstande dat in afwijking van artikel 668a, lid 1, een arbeidsovereenkomst die is aangegaan voor dat tijdstip en de daaraan voorafgaande arbeidsovereenkomsten geacht worden elkaar niet te hebben opgevolgd, indien zij elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van meer dan drie maanden, of met tussenpozen langer dan de tussenpoos die gold op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan waarin toepassing is gegeven aan artikel 668a, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel N, van de Wet werk en zekerheid.
3.
In afwijking van
artikel 668a, lid 1, zoals dat artikel komt te luiden na het tijdstip van inwerkingtreding van
artikel I, onderdeel N, van deze wet worden de arbeidsovereenkomst, bedoeld in het eerste lid, en de daaraan voorafgaande arbeidsovereenkomsten geacht elkaar niet te hebben opgevolgd, indien zij elkaar hebben opgevolgd met tussenpozen van meer dan drie maanden, of met tussenpozen langer dan de tussenpoos die gold op grond van een collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan waarin toepassing is gegeven aan artikel 668a, vijfde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van artikel I, onderdeel N, van de Wet werk en zekerheid.
2.
Artikel 691 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor het tijdstip van inwerkingtreding van
artikel I, onderdeel II, van deze wet, blijft van toepassing op een op die dag geldende collectieve arbeidsovereenkomst of regeling door of namens een daartoe bevoegd bestuursorgaan waarin toepassing is gegeven aan artikel 691, lid 7, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, zoals dat artikel luidde op de dag voor dat tijdstip, en de arbeidsovereenkomsten waarop deze van toepassing zijn of worden, voor de duur van de looptijd van de collectieve arbeidsovereenkomst of regeling, maar ten hoogste gedurende achttien maanden na die inwerkingtreding.
Artikel XXVa
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt drie jaar na de inwerkingtreding van
artikel I, onderdeel N, van deze wet, aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van dat artikel in de praktijk.
Artikel XXVII
[Wijzigt de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen.]
Artikel XXIX
[Wijzigt de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters.]
Artikel XXX
[Wijzigt de Wet financiering sociale verzekeringen.]
Artikel XXXI
[Wijzigt de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers.]
Artikel XXXII
[Wijzigt de Wet inkomensvoorziening oudere werklozen.]
Artikel XXXIV
[Wijzigt de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen.]
Artikel XXXV
[Wijzigt de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen.]
Artikel XXXVI
[Wijzigt de Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria.]
1.
De artikelen van deze wet treden in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Artikel XXXII, onderdelen A en B, kan terugwerken tot een bij dat besluit te bepalen tijdstip.
Artikel XL
Deze wet wordt aangehaald als: Wet werk en zekerheid.
De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
De Minister van Veiligheid en Justitie,
Uitgegeven de vierentwintigste juni 2014
De Minister van Veiligheid en Justitie,