{**}
Rechtenmedia.nl - Juridische Online Uitgeverij  Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Vacatures | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl | Rechtentotaal.nl
» Energiewijzer « advertorial
Bespaar geld en stap over!
Energiewijzer.nl, eerlijk over energie.

Juridische vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature

Powered by Jbmatch.nl

Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Inleidende bepalingen
- Hoofdstuk II. Bijstand door Nederland te verlenen
+ Hoofdstuk III. Bijstand door Nederland te vragen
+ Hoofdstuk IV. Slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Parlement
Documenten bij de totstandkoming van (deze versie van) de wet.

Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht

Wet wederzijdse bijstand bij de invordering van belastingschulden en enkele andere schuldvorderingen

Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Ook bekend als:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:

Geldigheidsdatum:
Ingangsdatum:
Let op. Deze wet is vervallen op 1 januari 2012. U leest nu de tekst die gold op -.
Artikel 12
Op verzoek van de verzoekende autoriteit worden schuldvorderingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, waarvoor in de lidstaat waar de verzoekende autoriteit is gevestigd een executoriale titel tot stand is gekomen welke volgens de in die lidstaat geldende rechtsregels aldaar uitvoerbaar is, in Nederland ingevorderd volgens de bepalingen van de artikelen 13 tot en met 24 van dit hoofdstuk.
1.
Het verzoek tot invordering vermeldt de volgende gegevens:
a. de naam, het adres en alle andere relevante informatie betreffende de identiteit van de betrokken persoon of de derde die houder is van hem toebehorende vermogensbestanddelen;
b. de naam, het adres en alle andere relevante informatie betreffende de identiteit van de verzoekende autoriteit;
c. de executoriale titel die is afgegeven in de lidstaat waar de verzoekende autoriteit is gevestigd;
d. de aard en het bedrag van de schuldvordering, met inbegrip van de hoofdsom, de interest en alle andere verschuldigde bedragen in verband met sancties, boeten en kosten, uitgedrukt in euro's en voor zoveel nodig in de valuta van de lidstaat waar de verzoekende autoriteit is gevestigd;
e. de datum waarop de geadresseerde door de verzoekende autoriteit van de titel kennis is gegeven;
f. de datum met ingang waarvan en de periode gedurende welke de executie mogelijk is volgens het geldende recht van de lidstaat waar de verzoekende autoriteit is gevestigd;
g. alle overige relevante informatie.
2.
De verzoekende autoriteit doet Onze Minister, zodra zij hiervan kennis heeft, alle nuttige inlichtingen toekomen die betrekking hebben op de zaak welke de aanleiding was voor het verzoek tot invordering.
Artikel 13a
Aan een verzoek tot invordering kan slechts worden voldaan wanneer:
a. de schuldvordering niet wordt betwist of de executoriale titel niet wordt aangevochten in de lidstaat waar verzoekende autoriteit is gevestigd, dan wel artikel 22, tweede lid, toepassing vindt, en
b. de verzoekende autoriteit de daartoe ter beschikking staande invorderingsprocedures heeft ingesteld die op grond van de executoriale titel kunnen worden uitgevoerd, en de genomen maatregelen niet tot volledige betaling van de schuldvordering zullen leiden.
Artikel 14
Het verzoek tot invordering dient vergezeld te zijn van de volgende stukken:
a. een officieel exemplaar of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van de executoriale titel, tot stand gekomen in de lidstaat waar de verzoekende autoriteit is gevestigd;
b. in voorkomend geval, het origineel of een voor eensluidend gewaarmerkt afschrift van andere voor de invordering benodigde documenten;
c. een verklaring van de verzoekende autoriteit waarin wordt bevestigd dat aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 13a, wordt voldaan.
Artikel 15
Onze Minister beslist zo spoedig mogelijk omtrent het aan het verzoek tot invordering te verlenen gevolg.
1.
Aan het verzoek tot invordering wordt geen gevolg gegeven wanneer het verzoek niet voldoet aan de vereisten, gesteld in de artikelen 13 tot en met 14.
2.
Aan het verzoek tot invordering behoeft niet te worden voldaan in gevallen waarin deze bijstand, wegens de situatie van de debiteur, in Nederland ernstige moeilijkheden van economische of sociale aard zou kunnen opleveren.
3.
De verzoekende autoriteit alsmede de Commissie van de Europese Gemeenschappen worden op de hoogte gebracht van de beweegredenen die zich verzetten tegen het voldoen aan een verzoek tot invordering.
1.
Wanneer Onze Minister besluit gevolg te geven aan een verzoek tot invordering dat betrekking heeft op een schuldvordering als bedoeld in artikel 1, eerste lid, draagt hij een door hem aan te wijzen inzake rijksbelastingen bevoegde ontvanger schriftelijk op tot invordering van de schuldvordering over te gaan.
2.
De executoriale titel van de schuldvordering, bedoeld in het eerste lid, wordt hier te lande rechtstreeks erkend en automatisch behandeld als executoriale titel van een Nederlandse schuldvordering.
1.
Ter zake van de invordering van schuldvorderingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdelen a en b, en de daarmee verband houdende bedragen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, kan Onze Minister in afwijking in zoverre van artikel 17, tweede lid, de door hem aangewezen ontvanger schriftelijk opdragen rechterlijk verlof te vragen tot tenuitvoerlegging van de executoriale titel die hem door de verzoekende autoriteit is verstrekt. De artikelen 985 tot en met 990 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zijn in dat geval van toepassing onderscheidenlijk van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:
a. tot de kennisneming van het verzoek om verlening van het verlof bevoegd is de rechtbank van de woonplaats van de persoon die tot betaling van de schuldvordering is gehouden, of, zo van een woonplaats in Nederland niet blijkt, de rechtbank te 's-Gravenhage;
b. in geen geval wordt overgegaan tot een onderzoek van de verschuldigdheid of de juistheid van de gevorderde bedragen of van de geldigheid van de executoriale titel.
2.
Indien verlening van het verlof, bedoeld in het eerste lid, niet kan geschieden binnen een periode van drie maanden na ontvangst van het verzoek tot invordering, wordt de verzoekende autoriteit in kennis gesteld van de redenen waarom deze periode niet kan worden nageleefd.
1.
Ter zake van de invordering van schuldvorderingen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdelen c tot en met h, en de daarmee verband houdende bedragen, bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel i, zijn de artikelen 6, eerste lid, 11 tot en met 13, 15, 17, 19, 20, 22, eerste en tweede lid, 24 en 58 tot en met 67 van de Invorderingswet 1990 alsmede de Kostenwet invordering rijksbelastingen van toepassing onderscheidenlijk van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat verzet op de voet van artikel 17 van de Invorderingswet 1990 tegen de tenuitvoerlegging van de executoriale titel welke tot stand is gekomen in de lidstaat waar de verzoekende autoriteit is gevestigd, nimmer betrekking kan hebben op de geldigheid van deze titel dan wel op de verschuldigdheid of op de juistheid van de gevorderde bedragen.
2.
Ter zake van de in het eerste lid genoemde schuldvorderingen kan Onze Minister in afwijking in zoverre van artikel 17, tweede lid, de door hem aangewezen ontvanger schriftelijk opdragen met toepassing van artikel 14 van de Invorderingswet 1990 over te gaan tot uitvaardiging van een dwangbevel als bedoeld in artikel 12 onderscheidenlijk artikel 15 van die wet.
3.
artikel 17, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.
1.
De ontvanger kan, nadat de verzoekende autoriteit is geraadpleegd, onder door hem te stellen voorwaarden voor een bepaalde tijd bij beschikking uitstel van betaling van de schuldvordering verlenen. Gedurende dit uitstel vangt de dwanginvordering niet aan, dan wel wordt deze geschorst.
2.
Het uitstel kan tussentijds bij beschikking worden beëindigd.
1.
Ter zake van een verzoek tot invordering is overeenkomstig de bepalingen van hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 interest verschuldigd.
2.
Voor de berekening van de verschuldigde interest wordt als vervaldag aangemerkt de dag waarop de executoriale titel hier te lande ten uitvoer kan worden gelegd.
3.
De betaalde interest komt ten goede aan de lidstaat waar de verzoekende autoriteit is gevestigd.
Artikel 20
De invordering geschiedt in euro’s.
Artikel 21
De toerekening van de betalingen geschiedt in de eerste plaats op de schuldvordering waarvoor een verzoek tot invordering is gedaan, vermeerderd met de interest verschuldigd krachtens artikel 19 a, en vervolgens op de kosten welke in Nederland ter zake van de invordering in rekening zijn gebracht.
1.
Onze Minister draagt de door hem aangewezen ontvanger schriftelijk op de tenuitvoerlegging van een voor uitvoering vatbare executoriale titel te schorsen, zodra hij een schriftelijke mededeling heeft ontvangen, hetzij van de verzoekende autoriteit, hetzij van een belanghebbende, dat, in de lidstaat waar de verzoekende autoriteit is gevestigd, de schuldvordering wordt betwist of de executoriale titel wordt aangevochten.
2.
In afwijking in zoverre van het eerste lid blijft schorsing van de tenuitvoerlegging achterwege indien de verzoekende autoriteit daarom heeft verzocht.
3.
Indien de uitkomst van de betwisting, bedoeld in het eerste lid, voor de schuldenaar gunstig uitvalt, is de verzoekende autoriteit gehouden tot terugbetaling van elk door de door Onze Minister aangewezen ontvanger ingevorderd bedrag.
4.
Indien de omstandigheden hem daartoe aanleiding geven, kan de in het eerste lid bedoelde ontvanger, na daartoe verkregen machtiging van Onze Minister, overgaan tot het nemen van conservatoire maatregelen met overeenkomstige toepassing van artikel 30.
Artikel 23
De op verzoek van de verzoekende autoriteit in te vorderen schuldvorderingen genieten geen voorrecht.
Artikel 24
De verzoekende autoriteit wordt onverwijld op de hoogte gesteld van het gevolg dat aan het verzoek tot invordering is gegeven.