1.
De Sociale verzekeringsbank heeft tot taak:
a.
de
Algemene Ouderdomswet , de
Algemene nabestaandenwet , de
Algemene Kinderbijslagwet , alsmede wetten die de uitvoering van deze wetten beheersen, uit te voeren, voorzover die uitvoering niet bij of krachtens enige andere wet aan anderen is opgedragen;
c.
zorgdragen voor gevraagde en ongevraagde verstrekking van deugdelijke informatie aan werkgevers, werknemers, uitkeringsgerechtigden, verzekerden en andere belanghebbenden in verband met de uitvoering van de in onderdeel a genoemde wetten;
d.
het uitvoeren van taken die bij of krachtens enige andere wet dan de in onderdeel a bedoelde wetten, aan de Sociale verzekeringsbank zijn opgedragen;
e.
het in opdracht van Onze Minister of uit eigen beweging verrichten van onderzoek met betrekking tot de wettelijke taken van deze organisatie;
f.
het aan Onze Minister op zijn verzoek verstrekken van de inlichtingen die nodig zijn voor de beoordeling van de uitvoerbaarheid van beleidsvoornemens en wettelijke voorschriften, voorzover deze betrekking hebben op onderwerpen als bedoeld in dit artikel;
g.
het voeren van een adequate administratie ten behoeve van de uitoefening van haar taak.
2.
De Sociale verzekeringsbank verricht diensten voor gegevensverkeer met het buitenland, waarbij de Sociale verzekeringsbank en de hierna genoemde bestuursorganen de omvang van die diensten nader kunnen overeenkomen of voor zover dit voortvloeit uit internationaalrechtelijke voorschriften:
a.
ten behoeve van een rechtmatige uitvoering van bij of krachtens deze wet of enige andere wet aan het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen opgedragen taken;
b.
ten behoeve van een rechtmatige uitvoering van aan de colleges van burgemeester en wethouders opgedragen taken bij of krachtens de
Participatiewet , de
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en de
Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen ;
c.
ten behoeve van Onze Minister met het oog op het toezicht op de naleving van wetten.
3.
De Sociale verzekeringsbank verwerkt gegevens afkomstig uit het buitenland en verricht taken in verband met deze gegevensverwerking:
a.
ten behoeve van de uitvoering van bij of krachtens de
Wet langdurige zorg en de
Zorgverzekeringswet aan het Zorginstituut Nederland, genoemd in
artikel 58 van de Zorgverzekeringswet, opgedragen taken;
b.
ten behoeve van de uitvoering van de
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen door de Belastingdienst/Toeslagen;
c.
ten behoeve van de vaststelling van het verzekerd zijn op grond van de werknemersverzekeringen, de volksverzekeringen, of het verzekeringsplichtig zijn op grond van de
Zorgverzekeringswet , voor zover dit voortvloeit uit internationaalrechtelijke voorschriften, dan wel stelt op basis van door de Sociale verzekeringsbank te verwerken gegevens op verzoek van de genoemde bestuursorganen en de zorgverzekeraars, genoemd in de
Zorgverzekeringswet , verzekering of verzekeringstijdvakken vast.
4.
De Sociale verzekeringsbank verstrekt op verzoek van een verzekerde, een Wlz-uitvoerder als bedoeld in
artikel 1.1.1 van de Wet langdurige zorg, een zorgverzekeraar als bedoeld in
artikel 1 van de Zorgverzekeringswet of andere belanghebbende informatie over de verzekeringsstatus van de verzekerde voor zover deze informatie noodzakelijk is voor de uitvoering van de
Wet langdurige zorg en de
Zorgverzekeringswet en verstrekt op verzoek van een verzekerde informatie over de verzekeringstijdvakken en daarop gebaseerde aanspraak op ouderdomspensioen.
5.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de financiering van deze taken.
1.
Bij algemene maatregel van bestuur of bij ministeriële regeling kunnen taken worden opgedragen aan de Sociale verzekeringsbank.
2.
Een voordracht voor een algemene maatregel van bestuur waarin taken aan de Sociale verzekeringsbank worden opgedragen, wordt gedaan mede namens Onze Minister.
3.
Indien taken aan de Sociale verzekeringsbank worden opgedragen bij regeling van Onze Minister wie het aangaat, wordt deze regeling mede ondertekend door Onze Minister.
1.
De Sociale verzekeringsbank is de verantwoordelijke in de zin van de
Wet bescherming persoonsgegevens voor de verwerking van gegevens over verzekerden en uitkeringsgerechtigden in de zin van de volksverzekeringen en over bij de verzekerden behorende personen in de verzekerdenadministratie.
2.
De verwerking van gegevens in de verzekerdenadministratie heeft tot doel:
a.
van verzekerden, pensioengerechtigden, nabestaanden en andere uitkeringsgerechtigden gegevens te verwerken noodzakelijk voor de uitvoering van de wetten, genoemd in
artikel 34, eerste lid, onderdeel a;
b.
van kinderen van verzekerden gegevens te verwerken noodzakelijk voor de uitvoering van de
Algemene Kinderbijslagwet ;
c.
van de echtgenoot, kinderen of huisgenoten van de verzekerde en pensioengerechtigde gegevens te verwerken noodzakelijk voor de uitvoering van de
Algemene nabestaandenwet en de
Algemene Ouderdomswet ;
e.
gegevens vast te leggen over verzekerde en niet verzekerde tijdvakken op grond van verplichte of vrijwillige verzekering voor de volksverzekeringen;
f.
gegevens te verwerken om te voldoen aan verplichtingen van de Sociale verzekeringsbank op grond van internationaalrechtelijke voorschriften.
3.
Voorzover de Sociale verzekeringsbank geen verantwoordelijke is in de zin van de
Wet bescherming persoonsgegevens is de Sociale verzekeringsbank bewerker in de zin van die wet voor de verwerking van gegevens ter uitvoering van de taak, bedoeld in
artikel 34, tweede en derde lid.
4.
De Sociale verzekeringsbank verstrekt Onze Minister en bestuursorganen als bedoeld in de
artikelen 62,
72 en
73, zevende lid, gegevens als bedoeld in het tweede lid die verwerkt worden in de verzekerdenadministratie, voorzover deze gegevens niet verwerkt worden in de polisadministratie, bedoeld in
artikel 33, en verstrekt het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen alle gegevens, die noodzakelijk zijn voor verwerking van gegevens in de polisadministratie.
5.
De gegevens, die door de Sociale verzekeringsbank worden verwerkt worden niet verkregen van de in het tweede lid genoemde personen, voorzover zij verkregen kunnen worden uit de basisregistratie personen of de polisadministratie, bedoeld in
artikel 33, tenzij hierdoor een goede vervulling van de taak van de Sociale verzekeringsbank op grond van dit artikel wordt belet of bij wettelijk voorschrift anders is bepaald. Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen andere administraties worden aangewezen waarvoor de eerste zin van toepassing is, worden regels gesteld over de gegevens die het betreft en kunnen administraties worden aangewezen waarvoor de eerste zin tijdelijk niet van toepassing is. Indien het authentieke gegevens uit andere basisregistraties betreft, is dit lid van overeenkomstige toepassing.
7.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld, in ieder geval over de inrichting en de gegevensset van de verzekerdenadministratie. Tevens worden regels gesteld over het elektronische gegevensverkeer, de daarbij te gebruiken elektronische infrastructuur en de eisen die aan de gegevensverstrekking uit de verzekerdenadministratie worden gesteld.
8.
De voordracht voor een krachtens het vijfde lid, tweede zin, vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan twee weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is overgelegd.