1.
Het samenwerkingsverband stelt voor de voorschriften in
artikel 17a, achtste lid, onderdelen a, b, c, e en f, en
artikel 17a1, eerste en tweede lid, voor zover deze betrekking hebben op het beoordelen of een leerling is aangewezen op het leerwegondersteunend onderwijs en het toelaatbaar verklaren van leerlingen tot het praktijkonderwijs, een eerste ondersteuningsplan op, in aanvulling op het ondersteuningsplan bedoeld in artikel 17a, achtste lid.
2.
Het eerste ondersteuningsplan, bedoeld in het eerste lid, wordt op de datum van inwerkingtreding van dit artikel, aan de ondersteuningsplanraad voorgelegd. De ondersteuningsplanraad spreekt zich binnen vier weken nadat het voorstel is voorgelegd, uit over dit voorstel.
3.
Indien aan het te nemen besluit van het samenwerkingsverband op het ondersteuningsplan, bedoeld in het eerste lid, de instemming door de ondersteuningsplanraad is onthouden, wordt het voorstel door het samenwerkingsverband binnen twee weken voorgelegd aan de commissie voor geschillen, bedoeld in de Wet medezeggenschap op scholen.
5.
In afwijking van
artikel 17a, tiende lid, stuurt het samenwerkingsverband uiterlijk 16 weken volgend op de periode genoemd in het tweede lid, eerste volzin, het ondersteuningsplan aan de inspectie.
Artikel 118w. Bekostiging personeelskosten leerwegondersteunend onderwijs
Voor scholen die leerwegondersteunend onderwijs aanbieden, is
artikel 84, vierde lid, van overeenkomstige toepassing voor de bekostiging van leerlingen voor wie de regionale verwijzingscommissie heeft bepaald dat zij op dat onderwijs is aangewezen op grond van
artikel 10e van deze wet zoals dat luidde de dag voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel A, van de Wet tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de integratie van het leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs in het systeem van passend onderwijs (Integratie lwoo en pro in passend onderwijs) (Stb. XXX, XXX).
Artikel 118x. Bekostiging exploitatiekosten leerwegondersteunend onderwijs
Voor scholen die leerwegondersteunend onderwijs aanbieden, is
artikel 86, derde lid, onderdeel d, van overeenkomstige toepassing voor de bekostiging van leerlingen voor wie de regionale verwijzingscommissie heeft bepaald dat zij op dat onderwijs is aangewezen op grond van
artikel 10e zoals dat luidde de dag voor de inwerkingtreding van artikel I, onderdeel A, van de Wet tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de integratie van het leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs in het systeem van passend onderwijs (Integratie lwoo en pro in passend onderwijs) (Stb. XXX, XXX).
1.
Voor leerlingen die op de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen C en D van de Wet tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de integratie van het leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs in het systeem van passend onderwijs (Integratie lwoo en pro in passend onderwijs) (Stb. XXX, XXX) door een regionale verwijzingscommissie zijn geïndiceerd voor leerwegondersteunend onderwijs of praktijkonderwijs op grond van
artikel 10e, respectievelijk
10g, van deze wet zoals die luidden op de dag voor die inwerkingtreding van artikel I, onderdelen A en B, van die wet, blijft de indicatie gelden na inwerkingtreding van die wet.
2.
In afwijking van het eerste lid, geldt de indicatie van de in het eerste lid bedoelde leerlingen die voor het eerst met ingang van het eerstvolgende schooljaar na inwerkingtreding van de Wet tot wijziging van de Wet op het voortgezet onderwijs in verband met de integratie van het leerwegondersteunend onderwijs en praktijkonderwijs in het systeem van passend onderwijs (Integratie lwoo en pro in passend onderwijs) (Stb. XXX, XXX) gebruik maken van de indicatie, tot de datum van inwerkingtreding van artikel I, onderdelen C en D, van die wet.