1.
Het is verboden in Nederland zonder een daartoe door de Autoriteit Financiële Markten verleende vergunning beleggingsobjecten aan te bieden.
2.
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag, al dan niet voor bepaalde tijd, ontheffing verlenen van het eerste lid en van hetgeen in het
Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen is bepaald met betrekking tot het aanbieden van beleggingsobjecten, indien de aanvrager aantoont dat de belangen die dit deel en het Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen beogen te beschermen anderszins voldoende worden beschermd.
3.
Het eerste lid is niet van toepassing op het aanbieden van beleggingsobjecten, voor zover het betreft overeenkomsten die voor 1 januari 2007 zijn aangegaan met betrekking tot beleggingsobjecten die op dat tijdstip geen beleggingsobject waren als bedoeld in
artikel 1, onderdeel d, van de Wet financiële dienstverlening of ingevolge onderdeel m, onder 8°, van dat artikel waren aangewezen als financieel product.
a.
voor het uitoefenen van het bedrijf van verzekeraar een door de Nederlandsche Bank op grond van dit deel verleende vergunning hebben, voorzover het aan hen ingevolge die vergunning is toegestaan beleggingsobjecten aan te bieden;
b.
een door de Nederlandsche Bank op grond het Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen verleende verklaring van ondertoezichtstelling hebben, voorzover het aan hen ingevolge die verklaring is toegestaan beleggingsobjecten aan te bieden; of
c.
voor het uitoefenen van het bedrijf van bank een door de Europese Centrale Bank of de Nederlandsche Bank verleende vergunning hebben.
a.
als bank hun bedrijf uitoefenen vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor of door middel van het verrichten van diensten naar Nederland, voorzover het aan hen ingevolge
afdeling 2.2.2 is toegestaan beleggingsobjecten aan te bieden;
b.
als financiële instelling hun bedrijf uitoefenen vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor of door middel van het verrichten van diensten naar Nederland, voorzover het aan hen ingevolge
afdeling 2.2.2 is toegestaan beleggingsobjecten aan te bieden; of
c.
als entiteit voor risico-acceptatie of verzekeraar hun bedrijf uitoefenen vanuit een in Nederland gelegen bijkantoor of door middel van het verrichten van diensten naar Nederland, voorzover het aan hen ingevolge de
afdelingen 2.2.2A,
2.2.3,
2.2.4 of
2.2.4A is toegestaan beleggingsobjecten aan te bieden.
1.
De Autoriteit Financiële Markten verleent op aanvraag een vergunning als bedoeld in
artikel 2:55, eerste lid, indien de aanvrager aantoont dat zal worden voldaan aan het bepaalde ingevolge:
b.
artikel 4:10 met betrekking tot de betrouwbaarheid van de in dat artikel bedoelde personen;
2.
De aanvraag van de vergunning geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens.
3.
De Autoriteit Financiële Markten kan op aanvraag geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van de eisen, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel a, met betrekking tot het
tweede en derde lid van artikel 4:9, c, met betrekking tot het derde lid van
artikel 4:11, of e, met betrekking tot het tweede lid van
artikel 4:15, indien de aanvrager aantoont dat daaraan redelijkerwijs niet kan worden voldaan en dat de doeleinden die de in het eerste lid bedoelde artikelen beogen te bereiken anderszins worden bereikt.
1.
Bij ministeriële regeling kan vrijstelling worden geregeld van
artikel 2:55, eerste lid, met dien verstande dat in ieder geval worden vrijgesteld de aanbieders van beleggingsobjecten voorzover die beleggingsobjecten worden aangeboden voor een nominaal bedrag per beleggingsobject van ten minste € 100 000.
3.
Indien aan een vrijstelling als bedoeld in het eerste lid het voorschrift wordt verbonden dat bij een aanbod, en in reclame-uitingen en documenten waarin een aanbod in het vooruitzicht wordt gesteld, wordt vermeld dat de vrijgestelde activiteit niet vergunningplichtig is ingevolge deze wet, wordt deze vermelding gedaan op door de Autoriteit Financiële Markten vast te stellen wijze.