a.
de uitvoering van deze wet;
b.
het toezicht op naleving van de bij of krachtens deze wet gestelde of aan de op grond van deze wet verleende vergunning verbonden voorschriften;
c.
de handhaving van de bij of krachtens deze wet gestelde of aan de op grond van deze wet verleende vergunning verbonden voorschriften.
2.
De raad van bestuur, bedoeld in
artikel 33a, en de ambtenaren en personen, bedoeld in
artikel 34, verstrekken elkaar de gegevens die deze behoeven ter uitvoering van hun wettelijke taken.
3.
Onze Minister van Veiligheid en Justitie, de rijksbelastingdienst, de Inspectie SZW en andere in het reglement, bedoeld in het zesde lid, aangewezen bestuursorganen en toezichthouders zijn bevoegd uit eigen beweging of verplicht desgevraagd de raad van bestuur, bedoeld in
artikel 33a, en de ambtenaren en personen, bedoeld in
artikel 34, de gegevens te verstrekken die noodzakelijk zijn voor de uitvoering van hun taken. Daarbij kan gebruik worden gemaakt van het burgerservicenummer, bedoeld in
artikel 1, onder b, van de Wet algemene bepalingen burgerservicenummer, en van andere, bij regeling van Onze Minister van Veiligheid en Justitie aangewezen nummers.
4.
De gegevens, bedoeld in het eerste lid, worden niet verwerkt voor een ander doel dan waarvoor zij zijn verstrekt, tenzij bij wettelijk voorschrift anders is bepaald of de uitvoering van de taak met het oog waarop de gegevens zijn verstrekt, daartoe noodzaakt.
5.
De in het tweede en derde lid bedoelde gegevensverstrekking vindt niet plaats indien de persoonlijke levenssfeer van de betrokkene daardoor onevenredig wordt geschaad.
6.
De raad van bestuur, bedoeld in
artikel 33a, beschikt over een reglement waarin in ieder geval regels zijn gesteld met betrekking tot de wijze waarop:
a.
de verwerking van persoonsgegevens plaatsvindt;
b.
de persoonsgegevens door passende technische en organisatorische maatregelen worden beveiligd tegen verlies of onrechtmatige verwerking;
c.
wordt gewaarborgd dat de verwerkte persoonsgegevens slechts worden verwerkt voor het doel waarvoor ze zijn verzameld of voor zover het verwerken met dat doel verenigbaar is, alsmede hoe daarop wordt toegezien.
7.
Het reglement, bedoeld in het zesde lid, bevat voorts regels met betrekking tot de bestuursorganen, toezichthouders, instanties of personen waarmee gegevens kunnen worden uitgewisseld, de wijze waarop gegevens kunnen worden verstrekt en de doorlevering en vernietiging van gegevens.
8.
Bij regeling van Onze Minister van Veiligheid en Justitie kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de vorige leden.