1.
Stichtingen en zorgaanbieders gebruiken het burgerservicenummer van een cliënt met het doel te waarborgen dat de in het kader van de uitvoering van deze wet te verwerken persoonsgegevens op die cliënt betrekking hebben.
2.
Het eerste lid is niet van toepassing op een stichting, voor zover deze ter uitvoering van de taken, bedoeld in
artikel 10, eerste lid, onderdelen c en d, persoonsgegevens uitwisselt van verdachten en veroordeelden ten behoeve van de toepassing van het strafrecht.
Artikel 2s
De stichting stelt het burgerservicenummer van een cliënt vast wanneer de cliënt voor de eerste maal contact met haar heeft in het kader van de uitvoering van deze wet.
Artikel 2t
De zorgaanbieder stelt het burgerservicenummer van een cliënt vast wanneer de cliënt voor de eerste maal contact met hem heeft ter verkrijging van jeugdzorg waarop ingevolge deze wet aanspraak bestaat.
2.
De zorgaanbieder en de stichting kunnen de raadpleging, bedoeld in het eerste lid, achterwege laten, indien:
Artikel 2v
Indien aan een cliënt geen burgerservicenummer is toegekend:
a.
nemen stichtingen en zorgaanbieders in ieder geval de volgende gegevens van de cliënt in hun administratie op:
4°.
postcode en huisnummer van het woonadres, en
b.
vermelden stichtingen en zorgaanbieders de gegevens, bedoeld in onderdeel a, bij het verstrekken van persoonsgegevens met betrekking tot de verlening van, indicatiestelling voor of verzekering van zorg aan een zorgaanbieder, een indicatieorgaan, als bedoeld in
artikel 9a, eerste lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten of
artikel 9b, vierde lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, of een zorgverzekeraar.
Artikel 2w
Bij ministeriële regeling wordt bepaald aan welke beveiligingseisen de gegevensverwerking, bedoeld in de
artikelen 2r en
2v, voldoet.
1.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over:
a.
het opnemen, wijzigen en verwijderen van gegevens in, onderscheidenlijk uit, de in
artikel 2y bedoelde autorisatielijst van jeugdzorgaanbieders;
b.
het beheer van de autorisatielijst, in ieder geval wat betreft de beveiliging van persoonsgegevens;
c.
het toezicht op het functioneren van de autorisatielijst.
2.
Bij de maatregel, bedoeld in het eerste lid, kunnen bijdragen van zorgaanbieders worden verlangd in de kosten van de autorisatielijst.
4.
De beheerder kan voor het middel een vergoeding verlangen.
5.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld over de kenmerken, de aanvraag, de procedure, de verstrekking, het beheer, de beveiliging, het gebruik en de intrekking van het middel, bedoeld in het derde lid.