1.
Het college van burgemeester en wethouders bevordert het gebruik van de verwijsindex. Daartoe maakt het college afspraken met de binnen hun gemeente werkzame instanties en functionarissen, voor zover zij behoren tot een categorie die is aangewezen bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in
artikel 2b. Het college organiseert voorts de aansluiting van die instanties en functionarissen op de verwijsindex.
2.
De afspraken betreffen in elk geval de wijze waarop het college samenwerkt met die instanties en functionarissen, en die instanties en functionarissen onderling samenwerken bij het verlenen van hulp, zorg of bijsturing ten behoeve van jeugdigen, alsmede het beheer en de nakoming van die afspraken. De afspraken worden in een convenant vastgelegd.
3.
Bij regeling van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kunnen regels worden gesteld omtrent het beheer en de nakoming van de afspraken en kunnen voorts regels worden gesteld omtrent andere in de afspraken op te nemen onderwerpen. Voor zover dat uit hoofde van hun functie of taak noodzakelijk is, kan in de afspraken onderscheid worden gemaakt tussen daarbij aangewezen categorieën van meldingsbevoegden.
4.
Bij regeling van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport kunnen nadere regels worden gesteld omtrent het gebruik van, de aansluiting en de organisatie van de aansluiting op de verwijsindex. Daarbij kan onderscheid gemaakt worden tussen daarbij aangewezen categorieën van gemeenten en van meldingsbevoegden.
1.
Het college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor dat wordt nagegaan of de meldingsbevoegden die een jeugdige aan de verwijsindex hebben gemeld en vervolgens daaruit een signaal hebben ontvangen, met elkaar contact hebben opgenomen.
2.
Degene die belast is met de taken, bedoeld in het eerste lid, heeft uitsluitend ten behoeve daarvan toegang tot de verwijsindex.
1.
Instanties kunnen met het oog op een effectief gebruik van de verwijsindex een binnen hun instantie werkzame coördinator aanwijzen. De coördinator heeft als taak de contactgegevens van de meldingsbevoegden te beheren en zo nodig, aan te passen en de signalen uit de verwijsindex te beheren.
2.
Een coördinator heeft uitsluitend ten behoeve van de taak, bedoeld in het eerste lid, toegang tot de verwijsindex.