2.
De verwijsindex heeft tot doel vroegtijdige en onderlinge afstemming tussen meldingsbevoegden te bewerkstelligen, opdat zij jeugdigen tijdig passende hulp, zorg of bijsturing kunnen verlenen om daadwerkelijke bedreigingen van de noodzakelijke condities voor een gezonde en veilige ontwikkeling naar volwassenheid te voorkomen, te beperken of weg te nemen.
3.
De verwijsindex wordt uitsluitend gebruikt voor het in het tweede lid aangegeven doel.
1.
Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport draagt zorg voor de inrichting en het beheer van de verwijsindex.
3.
In afwijking van het tweede lid, is voor de toepassing van de
artikelen 34 tot en met 40 en
43 van de Wet bescherming persoonsgegevens de verantwoordelijke het college van burgemeester en wethouders van de gemeente die afspraken als bedoeld in
artikel 2g heeft gemaakt met de instantie waarvoor de meldingsbevoegde die de jeugdige heeft gemeld werkzaam is of, indien die niet werkzaam is voor een instantie, de meldingsbevoegde.
4.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld omtrent de inrichting en het beheer van de verwijsindex. Daartoe behoren in elk geval regels omtrent de beveiliging van persoonsgegevens en de beschikbaarheid van de voorzieningen, bedoeld in
artikel 2f.
1.
Van de verwijsindex maken deel uit:
a.
voorzieningen waarmee de verwijsindex met het oog op het verwerken van een melding het burgerservicenummer van de betrokken jeugdige kan opvragen of verifiëren;
b.
voorzieningen waarmee een jeugdige aan de verwijsindex kan worden gemeld of eruit kan worden verwijderd;
c.
voorzieningen waarmee bij twee of meer meldingen van dezelfde jeugdige een signaal wordt gezonden naar de meldingsbevoegden die de betrokken jeugdige hebben gemeld en naar degene die belast is met de taken, bedoeld in
artikel 2h;
d.
een logboek dat registreert welke meldingsbevoegde wanneer een jeugdige aan de verwijsindex heeft gemeld, hem daaruit heeft verwijderd of een signaal heeft ontvangen;
e.
voorzieningen waarmee verhuisbewegingen van aan de verwijsindex gemelde jeugdigen worden geregistreerd en doorgegeven aan de meldingsbevoegde die de jeugdige heeft gemeld en, indien de jeugdige naar een andere gemeente is verhuisd, aan de regievoerder van de gemeente waarnaar de jeugdige is verhuisd;
f.
voorzieningen waarmee ten behoeve van:
1°.
het toezicht op de naleving inzage kan worden gegeven in de verwijsindex;
2°.
beleidsinformatie en het toezicht op de naleving rapportages over het gebruik van de verwijsindex kunnen worden samengesteld en opgevraagd, bestaande uit niet tot specifieke jeugdigen of specifieke meldingsbevoegden herleidbare gegevens;
2.
Bij de verwijsindex is een historisch meldingenarchief gevoegd waarin uit de verwijsindex verwijderde meldingen worden opgenomen. Het historisch meldingenarchief heeft tot doel de verdere verlening van hulp, zorg of bijsturing ten behoeve van een jeugdige te ondersteunen.
3.
Bij algemene maatregel van bestuur kunnen met het oog op een effectief gebruik van de verwijsindex noodzakelijke andere voorzieningen worden aangewezen die aan de verwijsindex worden toegevoegd.