1.
Ingeval op grond van
artikel 1.13, eerste lid, een programma is vastgesteld dat betrekking heeft op Natura 2000-gebieden, kan bij algemene maatregel van bestuur worden bepaald dat gedeputeerde staten bij een besluit over verlening van een vergunning als bedoeld in
artikel 2.7, tweede lid, en gedeputeerde staten, onderscheidenlijk provinciale staten bij de toepassing van
artikel 2.4, eerste, onderscheidenlijk derde lid, gedurende de periode waarvoor het programma geldt, niet de belasting van natuurwaarden van het desbetreffende Natura 2000-gebied betrekken door de factor waarvoor het programma is vastgesteld, indien het project of de handeling:
a.
een belasting van natuurwaarden van het desbetreffende Natura 2000-gebied veroorzaakt door de factor waarvoor het programma is vastgesteld, die afzonderlijk en, ingeval het project of de handeling betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in
artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer, in cumulatie met andere projecten of handelingen met betrekking tot dezelfde inrichting in de periode waarvoor het programma geldt, de waarde die op grond van
artikel 2.9, vijfde lid, voor het desbetreffende Natura 2000-gebied is vastgesteld niet overschrijdt, of
b.
behoort tot een op grond van
artikel 2.9, vijfde lid, aangewezen categorie van projecten, onderscheidenlijk andere handelingen en wordt gerealiseerd, onderscheidenlijk wordt verricht op een grotere afstand gerekend tot het desbetreffende Natura 2000-gebied dan voor de desbetreffende categorie van projecten of andere handelingen op grond van artikel 2.9, vijfde lid, is vastgesteld.
3.
Ingeval op grond van
artikel 1.13, eerste lid, aanhef in samenhang met onderdeel a, een programma is vastgesteld dat betrekking heeft op Natura 2000-gebieden, wordt geen vergunning als bedoeld in
artikel 2.7, tweede lid, verleend voor een project dat of andere handeling die betrekking heeft op een inrichting als bedoeld in
artikel 1.1, derde lid, van de Wet milieubeheer en dat, onderscheidenlijk die een belasting veroorzaakt van natuurwaarden van het desbetreffende, in het programma opgenomen Natura 2000-gebied door de factor waarvoor het programma is vastgesteld, op grond van het feit dat in verband met dit project of deze andere handeling onmiddellijk een afname van de belasting door de desbetreffende factor plaatsvindt als gevolg van de beëindiging of beperking van een of meer bepaalde andere handelingen buiten die inrichting.