Wet van 13 januari 1983, houdende machtiging tot deelneming door Nederland in de Eerste Aanvulling der Middelen van het Internationale Fonds voor Agrarische Ontwikkeling (IFAD)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, ten laste van 's Rijks schatkist voor het Koninkrijk der Nederlanden bij te dragen in de Eerste Aanvulling der Middelen van het Internationale Fonds voor Agrarische Ontwikkeling;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State van het Koninkrijk gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
-
voor een totaal bedrag van f 98 230 000 (acht en negentig miljoen tweehonderd en dertig duizend gulden) wordt bijgedragen in de Eerste Aanvulling der Middelen van het Internationale Fonds voor Agrarische Ontwikkeling.
Gegeven te 's-Gravenhage, 13 januari 1983
De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking a.i.,
De Minister van Landbouw en Visserij,
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Uitgegeven de eerste februari 1983
De Minister van Justitie,