1.
Op verzoek van de belastingplichtige wordt het voordeel uit de vervreemding van aandelen of winstbewijzen in het kader van een aandelenfusie als bedoeld in
artikel 3.55 niet in aanmerking genomen. Artikel 3.55, zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
2.
Op verzoek van de belastingplichtige wordt het voordeel, bedoeld in
artikel 4.16, eerste lid, onderdeel d, niet in aanmerking genomen in het geval van een splitsing van een rechtspersoon mits de splitsende en de verkrijgende rechtspersoon in Nederland zijn gevestigd, of in de zin van
artikel 3.55, vijfde lid in een lidstaat van de Europese Unie of een bij ministeriële regeling aangewezen staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte zijn gevestigd.
Artikel 3.56, vierde, zesde en zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
3.
Op verzoek van belastingplichtige wordt het voordeel, bedoeld in
artikel 4.16, eerste lid, onderdeel d, niet in aanmerking genomen in het geval van een juridische fusie, mits de verdwijnende en de verkrijgende rechtspersoon in Nederland zijn gevestigd, of in de zin van
artikel 3.55, vijfde lid in een lidstaat van de Europese Unie of een bij ministeriële regeling aangewezen staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte zijn gevestigd.
Artikel 3.57, vierde, zesde en zevende lid is van overeenkomstige toepassing.
4.
De in de vorige leden bedoelde mogelijkheid het voordeel niet in aanmerking te nemen, geldt niet voor een in het kader van de aandelenfusie, splitsing of juridische fusie genoten bijbetaling.
1.
Indien door toepassing van
artikel 4.41 het voordeel in het kader van een aandelenfusie buiten aanmerking blijft, wordt als verkrijgingsprijs van de verworven aandelen of winstbewijzen aangemerkt de verkrijgingsprijs van de in het kader van de aandelenfusie vervreemde aandelen of winstbewijzen.
2.
Indien door toepassing van
artikel 4.41 het voordeel in het kader van een splitsing buiten aanmerking blijft, wordt de verkrijgingsprijs van de aandelen of winstbewijzen in de splitsende rechtspersoon voor een evenredig gedeelte toegerekend aan de aandelen of winstbewijzen die de belastingplichtige direct na de splitsing heeft in de verkrijgende rechtspersonen.
Artikel 3.56, vijfde lid, onderdeel a, is van overeenkomstige toepassing.
3.
Indien door toepassing van
artikel 4.41 het voordeel in het kader van een juridische fusie buiten aanmerking blijft, wordt de verkrijgingsprijs van de aandelen of winstbewijzen in de verdwijnende rechtspersoon aangemerkt als de verkrijgingsprijs van de aandelen of winstbewijzen die de belastingplichtige direct na de fusie heeft in de verkrijgende rechtspersoon.