Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.
Artikel 3.30, tweede lid, onderscheidenlijk artikel 3.30a, vindt ook toepassing met betrekking tot goodwill en andere bedrijfsmiddelen, onderscheidenlijk gebouwen, ter zake waarvan vóór 1 januari 2007 voor de verwerving of verbetering verplichtingen zijn aangegaan of voortbrengingskosten zijn gemaakt, met dien verstande dat wat betreft goodwill en andere bedrijfsmiddelen het gedeelte van de nog niet afgeschreven aanschaffings- of voortbrengingskosten dat aan het kalenderjaar kan worden toegerekend op jaarbasis ten hoogste bedraagt:
a.
met betrekking tot goodwill, 12/(120-V) x boekwaarde van de goodwill op 1 januari 2007, en
b.
met betrekking tot andere bedrijfsmiddelen, 12/(60-V) x boekwaarde van het bedrijfsmiddel op 1 januari 2007, waarbij V voorstelt: het aantal maanden dat de belastingplichtige vóór 1 januari 2007 reeds heeft afgeschreven op de goodwill, onderscheidenlijk het andere bedrijfsmiddel.
Indien de winst wordt bepaald over een niet met het kalenderjaar samenvallend boekjaar, vinden artikel 3.30, tweede lid, en artikel 3.30a voor het eerst toepassing met betrekking tot het boekjaar dat op of na 1 januari 2007 aanvangt. Alsdan wordt voor de toepassing van het eerste lid en het derde lid voor «1 januari 2007» gelezen de datum van aanvang van het in de eerste volzin bedoelde boekjaar.
Met betrekking tot een gebouw dat vóór 1 januari 2007 reeds tot het ondernemingsvermogen of resultaatvermogen van de belastingplichtige behoorde en waarop de belastingplichtige reeds vóór 1 januari 2007 heeft afgeschreven doch nog niet gedurende tenminste drie jaren, vindt artikel 3.30a voor het eerst toepassing met ingang van het boekjaar dat volgt op het boekjaar waarin die drie jaren zijn geëindigd.