Wet van 29 oktober 2009 tot herindeling van de gemeenten Rotterdam en Rozenburg
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de gemeente Rozenburg door een grenswijziging toe te voegen aan de gemeente Rotterdam;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1
Met ingang van de datum van herindeling wordt de gemeente Rozenburg opgeheven.
Artikel 2
Met ingang van de datum van herindeling wordt de op te heffen gemeente Rozenburg toegevoegd aan de gemeente Rotterdam door een grenswijziging van de gemeente Rotterdam, zoals aangegeven op de bij deze wet behorende
kaart .
Artikel 4
Voor de op te heffen gemeente Rozenburg wordt de gemeente Rotterdam aangewezen voor de toepassing van de volgende bepalingen van de
Wet algemene regels herindeling :
c.
artikel 45, tweede lid, in verband met de overgang van rechten en verplichtingen in verband met de voorziening van drinkwater, elektriciteit en gas.
3.
Voorafgaand aan de datum van herindeling vinden de reguliere raadsverkiezingen, die ingevolge de
Kieswet moeten worden gehouden niet plaats in de op te heffen gemeente Rozenburg en de gemeente Rotterdam.
1.
Na de datum van herindeling wordt gedurende het jaar 2010 de algemene uitkering uit het gemeentefonds, bedoeld in
artikel 6 van de Financiële-verhoudingswet, voor de gewijzigde gemeente Rotterdam berekend aan de hand van de maatstaven die krachtens
artikel 8, derde lid van de Financiële-verhoudingswet zijn vastgesteld, met dien verstande dat voor zover de peildatum van de maatstaven voor de datum van herindeling ligt, de maatstaven worden berekend aan de hand van de gegevens van de op te heffen gemeente Rozenburg en de gemeente Rotterdam tezamen.
Artikel 9
[Wijzigt de Wet veiligheidsregio’s.]
Artikel 10
Deze wet treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst.
’s-Gravenhage, 29 oktober 2009
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ,
Uitgegeven de tiende november 2009
De Minister van Justitie ,