1.
De deelnemersraad heeft de volgende bijzondere bevoegdheden:
a.
het verlenen van instemming aan een door het bevoegd gezag voorgenomen besluit als bedoeld in het derde lid;
b.
het uitbrengen van advies over een door het bevoegd gezag voorgenomen besluit als bedoeld in het vierde lid.
2.
De bijzondere bevoegdheden zijn niet van toepassing, voor zover de desbetreffende aangelegenheid voor de instelling reeds inhoudelijk is geregeld in een bij of krachtens wet gegeven voorschrift.
3.
De deelnemersraad heeft instemmingsbevoegdheid met betrekking tot voorgenomen besluiten van het bevoegd gezag ten aanzien van:
a.
het medezeggenschapsstatuut;
b.
het deelnemersstatuut en de huisregels voor deelnemers;
c.
de beroeps- en klachtenregelingen voor deelnemers;
d.
de hoogte en de besteding van de vrijwillige ouder- of deelnemerbijdrage, alsmede de wijze waarop deze bijdrage tussen deelnemer en bevoegd gezag wordt overeengekomen;
e.
de wijze waarop informatie wordt gegeven over de inhoud, planning en organisatie van het onderwijs en de examens;
f.
de besteding van stagefondsen;
g.
de model-onderwijsovereenkomst;
h.
de model-praktijkovereenkomst;
i.
het beleid met betrekking tot toelating, schorsing en verwijdering van deelnemers;
j.
de wijze van vastleggen van studievorderingen van deelnemers en in dat verband het beleid met betrekking tot bescherming van de privacy van deelnemers;
k.
de regels op het gebied van veiligheid, gezondheid en welzijn voor zover deze de deelnemers betreffen;
4.
De deelnemersraad heeft adviesbevoegdheid met betrekking tot voorgenomen besluiten van het bevoegd gezag ten aanzien van:
a.
besluiten van het bevoegd gezag over inkrimping, uitbreiding, fusie en overdracht van de instelling, beëindiging van opleidingen en samenwerking met andere instellingen bij de uitvoering van opleidingen;
b.
verandering van de grondslag van de instelling;
c.
werkomstandigheden en voorzieningen voor deelnemers binnen de instelling;
d.
het beleid met betrekking tot intake- en assessmentprocedures;
e.
de rol van deelnemers bij de interne kwaliteitszorg en zelfevaluatie;
f.
de te verstrekken informatie aan aspirant-deelnemers van beroepsopleidingen, bedoeld in
artikel 6.1.3a.
5.
In het reglement kunnen andere, nader te omschrijven onderwerpen worden opgenomen ten aanzien waarvan een van de bijzondere bevoegdheden aan de deelnemersraad wordt toegekend.
6.
De deelnemersraad heeft adviesbevoegdheid met betrekking tot een voorgenomen besluit van de raad van toezicht ten aanzien van de profielen, bedoeld in
artikel 9.1.4, vijfde lid.
7.
Alvorens de raad van toezicht tot benoeming of ontslag van een lid van het college van bestuur overgaat, wordt de deelnemersraad vertrouwelijk gehoord over het voorgenomen besluit tot benoeming of ontslag. Het horen geschiedt op een zodanig tijdstip dat het van wezenlijke invloed kan zijn op de besluitvorming.