Wet van 21 december 2000 tot wijziging van een aantal socialeverzekeringswetten ter verkorting van beslistermijnen bij beschikkingen op aanvraag (Wet beslistermijnen sociale verzekeringen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de termijn waarbinnen een uitvoeringsorgaan een beschikking op aanvraag op grond van socialeverzekeringswetten dient te geven op eenduidige wijze in de diverse wetten vast te leggen en waar mogelijk in vergelijking met de huidige situatie te verkorten en in verband daarmee een aantal wetten te wijzigen;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
1.
Op aanvragen ontvangen voor inwerkingtreding van deze wet blijven de
artikelen 5b van de Algemene Kinderbijslagwet,
33, vijfde lid, van de Algemene nabestaandenwet,
5 van de Algemene Ouderdomswet,
3c van de Coördinatiewet Sociale Verzekering, 114 van de Organisatiewet sociale verzekeringen 1997,
1a van de Toeslagenwet,
2a van de Werkloosheidswet,
95 van de Wet arbeidsongeschikheidsverzekering zelfstandigen,
69 van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten,
87 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering,
50 van de Wet op de (re)integratie arbeidsgehandicapten,
2b van de Ziektewet, en de op die artikelen berustende bepalingen zoals deze luidden op de dag voor inwerkingtreding van deze wet van toepassing.
2.
Artikel 106 Organisatiewet sociale verzekeringen 1997, is uitsluitend van toepassing op bezwaarschriften op grond van die wet die met ingang van 1 januari 2001 door het Landelijk instituut sociale verzekeringen worden ontvangen.
Artikel XX. Evaluatiebepaling
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt voor 1 januari 2003 aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
Artikel XXI. Overgangsbepaling per 2004
Op aanvragen ontvangen met ingang van 1 januari 2001 doch voor 1 januari 2004 blijven de
artikelen 35, vijfde lid, en
95a van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen,
28, vijfde lid,
69 en
69a van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten,
34, vierde lid, en
87 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering, zoals deze komen te luiden met ingang van 1 januari 2001, van toepassing.
Gegeven te 's-Gravenhage, 21 december 2000
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Uitgegeven de achtentwintigste december 2000
De Minister van Justitie,