Wet van 27 mei 1999, tot wijziging van de Ziektewet, de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en enkele andere wetten in verband met de beperking van het exporteren van uitkeringen (Wet beperking export uitkeringen)
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:
Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is met het oog op de handhaafbaarheid van de socialeverzekeringswetten het exporteren van uitkeringen te beperken;
Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:
a.
gedurende het eerste jaar na inwerkingtreding van deze wet het bedrag uitbetaald waarop recht zou bestaan indien betrokkene in Nederland zou wonen;
b.
gedurende het tweede jaar na inwerkingtreding van deze wet twee derden van het bedrag uitbetaald waarop recht zou bestaan indien betrokkene in Nederland zou wonen;
c.
gedurende het derde jaar na inwerkingtreding van deze wet een derde van het bedrag uitbetaald waarop recht zou bestaan indien betrokkene in Nederland zou wonen.
1.
Artikel
8a van de Algemene Ouderdomswet is gedurende drie jaren na inwerkingtreding van deze wet niet van toepassing op de pensioengerechtigde, die op de dag voor de inwerkingtreding van deze wet niet in Nederland woont en op die dag op grond van
artikel 8 van de Algemene Ouderdomswet recht heeft op een toeslag.
a.
de verzekerde, die over het kwartaal voorafgaand aan de dag van inwerkingtreding van deze wet, op grond van
artikel 7 van de Algemene Kinderbijslagwet recht heeft op kinderbijslag en op de laatste dag van dat kwartaal niet in Nederland woont, en
b.
de verzekerde, voorzover die over het kwartaal voorafgaand aan de dag van inwerkingtreding van deze wet, op grond van
artikel 7 van de Algemene Kinderbijslagwet recht heeft op kinderbijslag ten behoeve van het eigen kind, het aangehuwde kind of het pleegkind, dat op de laatste dag van dat kwartaal niet in Nederland woont.
Algemene nabestaandenwet en het recht op nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering en wezenuitkering bij wonen niet in Nederland van Wet beperking export uitkeringen">Artikel XIV. Overgangsbepaling Algemene nabestaandenwet en het recht op nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering en wezenuitkering bij wonen niet in Nederland
Hoofdstuk 3, afdeling I, paragraaf 9, van de Algemene nabestaandenwet is gedurende drie jaren na inwerkingtreding van deze wet niet van toepassing op de persoon, die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, op grond van
artikel 14,
22 dan wel
26 van de Algemene nabestaandenwet recht heeft op nabestaandenuitkering, halfwezenuitkering dan wel wezenuitkering en op die dag niet woont in Nederland. Genoemde paragraaf is gedurende drie jaren na inwerkingtreding van deze wet evenmin van toepassing op de persoon, die op de dag voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet, op grond van
artikel 22 van de Algemene nabestaandenwet recht heeft op halfwezenuitkering, indien de halfwees op die dag niet woont in Nederland.
Artikel XVI. Evaluatiebepaling
Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zendt binnen twee jaar na de inwerkingtreding van deze wet aan de Staten-Generaal een verslag over de doeltreffendheid en de effecten van deze wet in de praktijk.
Artikel XVII. Inwerkingtreding
Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip, dat niet eerder is gelegen dan zes maanden na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin zij wordt geplaatst en dat voor de verschillende artikelen of onderdelen daarvan verschillend kan worden vastgesteld.
Gegeven te 's-Gravenhage, 27 mei 1999
De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Uitgegeven de negenentwintigste juni 1999
De Minister van Justitie,