a.
in de Staatscourant geplaatst, voor zover dat bij algemene maatregel van bestuur is voorgeschreven;
b.
tevens langs elektronische weg gedaan en beschikbaar gesteld, voor zover en op de wijze waarop dat bij of krachtens algemene maatregel van bestuur is voorgeschreven;
3.
In gevallen waarin een ander bestuursorgaan dan burgemeester en wethouders bevoegd gezag is, ligt het ontwerpbesluit, met de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerpbesluit, tevens ter inzage in de gemeente waar het betrokken project in hoofdzaak zal worden of wordt uitgevoerd.
4.
Het bevoegd gezag zendt het orgaan dat bevoegd is een verklaring te geven en in bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangewezen categorieën gevallen de daarbij aangewezen bestuursorganen het ontwerpbesluit met de daarop betrekking hebbende stukken die redelijkerwijs nodig zijn voor een beoordeling van het ontwerpbesluit, alsmede een afschrift van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning.
5.
Eenieder kan zienswijzen bij het bevoegd gezag naar voren brengen. Voor zover een ontwerpbesluit zijn grondslag vindt in een aanwijzing als bedoeld in
artikel 3.13, tweede lid, die betrekking heeft op een daarbij concreet aangegeven plaats, kunnen zienswijzen daarop geen betrekking hebben.
8.
De in
artikel 3:18, tweede lid, van de Algemene wet bestuursrecht bedoelde termijn voor verlenging van de termijn waarbinnen het bevoegd gezag op de aanvraag beslist, bedraagt ten hoogste zes weken. De termijn waarbinnen het bevoegd gezag op de aanvraag beslist, kan ten hoogste eenmaal worden verlengd. De verlenging en de duur daarvan wordt, met inachtneming van de in
artikel 3:18, tweede lid, bedoelde termijn van acht weken, gemotiveerd aan de aanvrager medegedeeld.
Artikel 31, vierde lid, van de Dienstenwet is niet van toepassing.