1.
De Dienst Wegverkeer kan aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon een erkenning verlenen waardoor deze gerechtigd is tot het in stand houden van een netwerk van werkplaatsen voor het inbouwen, het uitlezen, het testen, het kalibreren, het vervangen en het verwijderen van het door hem gevoerde alcoholslot, alsmede het verrichten van de daarmee samenhangende werkzaamheden. Bij de aanvraag van de in dit lid bedoelde erkenning kan in afwijking van de eisen gesteld in
artikel 132g, tweede lid, onderdelen b en d, worden volstaan met:
a.
een alcoholslot dat overeenkomstig
artikel 132e is goedgekeurd door de aangewezen keuringsinstelling en waarvoor de typegoedkeuring is aangevraagd of tegelijk met de aanvraag voor een erkenning als bedoeld in dit lid wordt aangevraagd, en
b.
een netwerk waarvan de vereiste landelijke dekking blijkt uit contracten afgesloten met natuurlijke personen of rechtspersonen die al een aanvraag voor een erkenning als bedoeld in
artikel 132k, eerste lid, hebben ingediend, dan wel tegelijk met de aanvraag voor een erkenning als bedoeld in dit lid indienen.
2.
De erkenning kan worden verleend voor bepaalde of onbepaalde tijd.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gesteld die aan een erkenning worden verbonden en kunnen met betrekking tot die voorschriften regels worden vastgesteld.
1.
De erkenning wordt door de Dienst Wegverkeer op aanvraag en tegen betaling, op de door de dienst vastgestelde wijze, van het daarvoor door deze dienst vastgestelde tarief verleend indien de natuurlijke persoon of rechtspersoon voldoet aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen.
2.
De in het eerste lid bedoelde eisen betreffen onder meer:
a.
de aanwezigheid van een mandaat namens de producent te mogen optreden;
b.
de aanwezigheid van een typegoedkeuring of een afschrift daarvan, afgegeven door de Dienst Wegverkeer van het door of namens de aanvrager geproduceerd alcoholslot;
d.
het beschikken over een netwerk van werkplaatsen met een erkenning als bedoeld in
artikel 132k, waar het inbouwen, het uitlezen, het testen, het kalibreren, het onderhouden, het vervangen of het verwijderen van alcoholsloten, alsmede de daarmee samenhangende werkzaamheden kunnen plaatsvinden. Dit netwerk dient een landelijke spreiding te hebben;
e.
de administratieve organisatie van de aanvrager;
f.
de wijze waarop de aanvrager ervoor zorg draagt dat de personen die de in
artikel 132k, eerste lid, bedoelde werkzaamheden verrichten of gaan verrichten, adequaat zijn opgeleid en periodiek worden bijgeschoold over de laatste ontwikkelingen, en dat ten bewijze hiervan een bewijs wordt afgegeven;
g.
andere instrumenten en hulpmiddelen die nodig zijn voor of gebruikt worden bij de uitvoering van de werkzaamheden als bedoeld in
artikel 132k, eerste lid.
h.
de maatregelen die zullen worden getroffen voor het geval de erkenning geheel wordt ingetrokken op het terrein van de beschikbaarstelling van gegevens betreffende het alcoholslot vereist voor het uitlezen, het testen, het kalibreren, het onderhouden of het verwijderen van alcoholsloten, alsmede voor de daarmee samenhangende werkzaamheden.
3.
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de aanvraag van de erkenning.
4.
De erkenning wordt geweigerd indien een reeds aan de aanvrager verleende erkenning is ingetrokken op grond van
artikel 132i, tweede lid, binnen een direct aan de datum van indiening van de aanvraag voorafgaande periode van twaalf weken, dan wel zes maanden ingeval reeds twee of meermalen een dergelijke aan de aanvrager verleende erkenning is ingetrokken.
1.
Met het toezicht op de naleving van de uit de erkenning, bedoeld in
artikel 132f, voortvloeiende verplichtingen zijn belast de bij besluit van de Dienst Wegverkeer aangewezen ambtenaren. Van een zodanig besluit wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
2.
Tot het in het eerste lid bedoelde toezicht kan behoren het periodiek controleren van de organisatie van de erkenninghouder, alsmede het uitvoeren van steekproeven op de wijze waarop de erkenninghouder de in
artikel 132f, eerste lid, bedoelde taken uitvoert.
3.
De erkenninghouder is gehouden tot betaling, op door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, van het door deze dienst ter zake van de kosten van het toezicht vastgestelde tarief.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden vastgesteld betreffende de wijze waarop het toezicht wordt gehouden en de wijze waarop de steekproef wordt georganiseerd. Deze regels kunnen inhouden dat een verscherpt toezicht wordt gehouden indien blijkt dat wordt gehandeld in strijd met een of meer uit de erkenning voortvloeiende de verplichtingen en op welke wijze dat verscherpte toezicht dan plaatsvindt.
5.
De kennisgeving van het verscherpen van het toezicht kan plaatsvinden door middel van datacommunicatie. In dat geval wordt de kennisgeving na daartoe strekkend verzoek van de belanghebbende in een beschikking vastgelegd.
1.
De Dienst Wegverkeer trekt de erkenning, bedoeld in
artikel 132f, eerste lid, in indien degene aan wie de erkenning is verleend, daarom verzoekt.
2.
De Dienst Wegverkeer kan een erkenning intrekken of wijzigen indien degene aan wie de erkenning is verleend niet meer voldoet aan de voor de erkenning gestelde eisen of voorwaarden.
3.
De Dienst Wegverkeer kan in een geval als bedoeld in het tweede lid een erkenning schorsen voor een door hem daarbij vast te stellen termijn die ten hoogste twaalf weken bedraagt.
4.
In geval van schorsing van de erkenning stelt degene van wie de erkenning wordt geschorst in de bij ministeriële regeling aangegeven gevallen onverwijld de vereiste informatie en instrumenten benodigd voor het uitlezen, het testen, het kalibreren, het onderhouden en het verwijderen van de in
artikel 132f, eerste lid, bedoelde alcoholsloten ter beschikking van de Dienst Wegverkeer, alsmede de daartoe door de Dienst Wegverkeer aangewezen instantie of instanties.
5.
Degene van wie de erkenning wordt ingetrokken stelt onverwijld de vereiste informatie en instrumenten benodigd voor het uitlezen, het testen, het kalibreren, het onderhouden en het verwijderen van de in
artikel 132f, eerste lid, bedoelde alcoholsloten ter beschikking van de Dienst Wegverkeer, alsmede de daartoe door de Dienst Wegverkeer aangewezen instantie of instanties.
6.
De Dienst Wegverkeer stelt onverwijld het CBR in kennis van een opgelegde schorsing of een ingetrokken erkenning.
7.
De Dienst Wegverkeer kan in de door de dienst vastgestelde gevallen de keuringsinstelling, bedoeld in
artikel 132e, eerste lid, in kennis stellen van een opgelegde schorsing of een ingetrokken erkenning.
8.
De Dienst Wegverkeer kan in de gevallen, bedoeld in het eerste en tweede lid, bepalen dat een wachttijd geldt voor het aanvragen van een erkenning van maximaal 30 maanden.
9.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden vastgesteld ter uitvoering van dit artikel.
Artikel 132j
Het is eenieder aan wie niet een erkenning als bedoeld in
artikel 132f is verleend, verboden zich op zodanige wijze te gedragen, dat daardoor bij het publiek de indruk kan worden gewekt, dat zodanige erkenning aan hem is verleend.
1.
De Dienst Wegverkeer kan aan een natuurlijke persoon of rechtspersoon een erkenning verlenen waardoor deze gerechtigd is tot het inbouwen, het uitlezen, het testen, het kalibreren, het onderhouden, het vervangen en het verwijderen van in
artikel 132f, eerste lid, bedoelde alcoholsloten, alsmede de daarmee samenhangende werkzaamheden. Bij de aanvraag van de in dit lid bedoelde erkenning kan in afwijking van
artikel 132l, tweede lid, onderdeel a, worden volstaan met een contract, dat is afgesloten met een natuurlijke persoon of rechtspersoon die een aanvraag als bedoeld in
artikel 132g, eerste lid, heeft ingediend.
2.
Aan de erkenning kunnen bij ministeriële regeling aangewezen bevoegdheden worden verbonden. Een zodanige bevoegdheid maakt deel uit van de erkenning. Het in de
artikelen 132l tot en met 132o ten aanzien van erkenningen bepaalde is van overeenkomstige toepassing op bedoelde bevoegdheden.
3.
De erkenning kan worden verleend voor bepaalde of onbepaalde tijd.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen voorschriften worden gesteld die aan een erkenning worden verbonden en kunnen met betrekking tot die voorschriften regels worden vastgesteld.
1.
De erkenning wordt door de Dienst Wegverkeer op aanvraag en tegen betaling, op de door de dienst vastgestelde wijze, van het daarvoor door deze dienst vastgestelde tarief verleend indien de natuurlijke persoon of rechtspersoon voldoet aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen.
2.
De in het eerste lid bedoelde eisen betreffen onder meer:
b.
de administratieve organisatie van de aanvrager;
c.
het proces volgens hetwelk de aanvrager zijn werkzaamheden verricht;
d.
de eisen waaraan de werkplaats of werkplaatsen van de aanvrager dient of dienen te voldoen, eisen ten aanzien van datacommunicatie hieronder begrepen;
e.
de wijze waarop de aanvrager er voor zorg draagt dat de personen die door hem belast zijn met het inbouwen, het uitlezen, het testen, het kalibreren, het onderhouden, het vervangen of het verwijderen van alcoholsloten, alsmede de daarmee samenhangende werkzaamheden, adequaat zijn opgeleid en worden geïnformeerd over de laatste ontwikkelingen;
f.
de beschikbaarheid van een persoon of personen, die in het bezit is of zijn van een tegen betaling van een door de Dienst Wegverkeer vastgesteld tarief door die dienst afgegeven bewijs dat zij de in
artikel 132k, eerste lid, bedoelde werkzaamheden mogen verrichten;
g.
de aan- en afmelding bij de Dienst Wegverkeer van de personen die bevoegd zijn tot het inbouwen, het uitlezen, het testen, het kalibreren, het onderhouden, het vervangen of het verwijderen van alcoholsloten, en de daarmee samenhangende werkzaamheden.
3.
De bij ministeriële regeling gestelde eisen, bedoeld in het eerste lid, kunnen betrekking hebben op de op de voor de werkzaamheden benodigde apparatuur.
4.
Bij het inbouwen, het uitlezen, het testen, het kalibreren, het onderhouden, het vervangen of het verwijderen van het alcoholslot worden de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aangegeven gegevens vastgelegd in het in
artikel 129a bedoelde register.
5.
Bij ministeriële regeling worden nadere regels gesteld met betrekking tot de aanvraag van een erkenning.
6.
De erkenning wordt geweigerd indien een reeds aan de aanvrager verleende erkenning is ingetrokken op grond van
artikel 132n, tweede lid, is ingetrokken binnen een direct aan de datum van indiening van de aanvraag voorafgaande periode van twaalf weken, dan wel zes maanden ingeval reeds twee of meermalen een dergelijke aan de aanvrager verleende erkenning is ingetrokken.
1.
Met het toezicht op de naleving van de uit de erkenning, bedoeld in
artikel 132k, eerste lid, voortvloeiende verplichtingen zijn belast de bij besluit van de Dienst Wegverkeer aangewezen ambtenaren. Van een zodanig besluit wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.
2.
Tot het in het eerste lid bedoelde toezicht kan behoren het periodiek controleren van de organisatie van de erkenninghouder, alsmede het uitvoeren van steekproeven op de wijze waarop de erkenninghouder, alsmede de bij hem in dienst zijnde personen die overeenkomstig
artikel 132l zijn belast met de uitvoering van de werkzaamheden als bedoeld in
artikel 132k, eerste lid, die taken uitvoeren.
3.
De eigenaar of houder van een motorrijtuig dat voorwerp is van het in het tweede lid bedoelde toezicht is verplicht het motorrijtuig beschikbaar te houden op de plaats waar de in het eerste lid bedoelde werkzaamheden worden uitgevoerd. Deze verplichting geldt tot ten hoogste 90 minuten nadat de erkenninghouder de daarvoor in aanmerking komende gegevens heeft geregistreerd in het in
artikel 129a bedoelde register.
4.
Het derde lid en het zesde lid, eerste volzin, zijn van overeenkomstige toepassing in geval het toezicht door de Dienst Wegverkeer plaatsvindt op grond van
artikel 158.
5.
De erkenninghouder is gehouden tot betaling, op door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, van het door deze dienst ter zake van de kosten van het toezicht vastgestelde tarief.
6.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden vastgesteld betreffende de wijze waarop het toezicht wordt gehouden en de wijze waarop de steekproef wordt georganiseerd. Deze regels kunnen inhouden dat een verscherpt toezicht wordt gehouden indien blijkt dat wordt gehandeld in strijd met een of meer uit de erkenning voortvloeiende de verplichtingen en op welke wijze dat verscherpte toezicht dan plaatsvindt.
7.
De kennisgeving van het verscherpen van het toezicht kan plaatsvinden door middel van datacommunicatie. In dat geval wordt de kennisgeving na daartoe strekkend verzoek van de belanghebbende in een beschikking vastgelegd.
1.
De Dienst Wegverkeer trekt een erkenning als bedoeld in
artikel 132k, eerste lid in:
a.
indien degene aan wie de erkenning is verleend, daarom verzoekt;
2.
De Dienst Wegverkeer kan een erkenning intrekken of wijzigen indien degene aan wie de erkenning is verleend niet meer voldoet aan de aan de erkenning gestelde eisen of voorschriften.
3.
De Dienst Wegverkeer kan in een geval als bedoeld in het tweede lid een erkenning schorsen voor een door hem daarbij vast te stellen termijn die ten hoogste twaalf weken bedraagt.
4.
Bij de schorsing of de intrekking van de erkenning in de gevallen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en het tweede lid, worden de lopende verplichtingen van de erkenninghouder betreffende het uitlezen, het testen, het kalibreren, het onderhouden en het verwijderen van het alcoholslot, alsmede de daarmee samenhangende informatieverplichtingen, voortvloeiend uit het bij of krachtens deze wet bepaalde, verricht door een door erkenninghouder als bedoeld in
artikel 132f, eerste lid, te bepalen natuurlijke persoon of rechtspersoon of instantie die beschikt over de in
artikel 132k, eerste lid, bedoelde erkenning.
5.
Bij intrekking van de erkenning, bedoeld in
artikel 132f, eerste lid, worden de lopende verplichtingen van de erkenninghouder betreffende het uitlezen, het testen, het kalibreren, het onderhouden, het vervangen en het verwijderen van het alcoholslot, alsmede de daarmee samenhangende informatieverplichtingen, voortvloeiend uit het bij of krachtens deze wet bepaalde verricht door een daartoe door de Dienst Wegverkeer aangewezen instantie of instanties.
Artikel 132i, vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.
6.
De Dienst Wegverkeer kan in de door de dienst vastgestelde gevallen de in
artikel 132e bedoelde keuringsinstelling in kennis stellen van een opgelegde schorsing of een ingetrokken erkenning.
7.
De Dienst Wegverkeer kan in de gevallen, bedoeld in het eerste en tweede lid, bepalen dat een wachttijd geldt voor het aanvragen van een erkenning van maximaal 30 maanden.
8.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden vastgesteld ter uitvoering van dit artikel.
Artikel 132o
Het is eenieder aan wie niet een erkenning als bedoeld in
artikel 132k is verleend, verboden zich op zodanige wijze te gedragen, dat daardoor bij het publiek de indruk kan worden gewekt, dat zodanige erkenning aan hem is verleend.