{**}
Rechtenmedia.nl - Juridische Online Uitgeverij  Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Vacatures | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl | Rechtentotaal.nl
» Energiewijzer « advertorial
Bespaar geld en stap over!
Energiewijzer.nl, eerlijk over energie.

Juridische vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature

Powered by Jbmatch.nl

Inhoudsopgave
+ Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
+ Hoofdstuk IA. De Dienst Wegverkeer
+ Hoofdstuk IB. Het CBR
+ Hoofdstuk IC. Toezicht op keuringsinstellingen en onderzoeksgerechtigden
+ Hoofdstuk II. Verkeersgedrag
+ Hoofdstuk IIA. Aanwijzing bromfietsen waarvoor geen Europese typegoedkeuring vereist is
- Hoofdstuk III. Toelating en goedkeuring
+ Hoofdstuk IV. Kentekens en kentekenbewijzen
+ Hoofdstuk IVA. Registratie van fietsen en andere mobiele objecten
+ Hoofdstuk IVB. Tellerstanden
+ Hoofdstuk V. Gebruik van voertuigen op de weg
+ Hoofdstuk VI. Rijvaardigheid en rijbevoegdheid
+ Hoofdstuk VIA. Interoperabiliteit van elektronische heffingssystemen
+ Hoofdstuk VIB. Intelligente vervoerssystemen op het gebied van wegvervoer
+ Hoofdstuk VII. Vrijstelling en ontheffing
+ Hoofdstuk VIIA. Vakbekwaamheid bestuurders goederen- en personenvervoer over de weg
+ Hoofdstuk VIII. Kosten
+ Hoofdstuk IX. Handhaving
+ Hoofdstuk X. Last onder bestuursdwang
+ Hoofdstuk XI. Strafbepalingen
+ Hoofdstuk XII. Civiele aansprakelijkheid
+ Hoofdstuk XIII. Slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht

Wegenverkeerswet 1994

Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Ook bekend als:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:

Geldigheidsdatum:
Ingangsdatum:
1.
Bij ministeriële regeling aan te wijzen categorieën van voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, uitrustingstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers dienen te zijn goedgekeurd voor toelating tot het verkeer op de weg.
2.
De goedkeuring, bedoeld in het eerste lid, kan worden verleend als typegoedkeuring, dan wel, met betrekking tot voertuigen, als goedkeuring voor een individueel voertuig.
3.
Bij ministeriële regeling aan te wijzen productieprocessen van bepaalde categorieën voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, uitrustingstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers dienen te zijn goedgekeurd alvorens de producten voortkomend uit die productieprocessen worden toegelaten tot het verkeer op de weg.
4.
In afwijking van het eerste lid kunnen bij ministeriële regeling aan te wijzen categorieën van voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, uitrustingsstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers worden aangewezen, waarvoor geen typegoedkeuring overeenkomstig in het kader van de Europese Unie tot stand gekomen voorschriften vereist is, worden toegelaten tot het verkeer op de weg zonder te zijn goedgekeurd.
5.
Voor bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorieën van systemen, onderdelen, technische eenheden, uitrustingstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers die niet dienen te zijn goedgekeurd voor de toelating tot het verkeer op de weg kan een typegoedkeuring verleend worden.
1.
Een typegoedkeuring wordt op aanvraag en tegen betaling, op de door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, van het daarvoor door deze dienst vastgestelde tarief door deze dienst verleend indien het voertuig, het systeem, het onderdeel, de technische eenheid, het uitrustingstuk of de voorziening ter bescherming van weggebruikers en passagiers waarvoor de goedkeuring wordt gevraagd, bij een door de dienst verrichte keuring heeft voldaan aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen. Deze eisen kunnen betrekking hebben op de technische staat, de specificaties, de prestaties of de uitrusting van het voertuig, het systeem, het onderdeel, de technische eenheid, het uitrustingstuk of de voorziening ter bescherming van weggebruikers en passagiers.
2.
De Dienst Wegverkeer kan de typegoedkeuring weigeren als hij van oordeel is dat het voertuig, het systeem, het onderdeel, de technische eenheid, het uitrustingstuk of de voorziening ter bescherming van weggebruikers en passagiers een ernstig gevaar vormt voor de verkeersveiligheid, de volksgezondheid of het milieu.
3.
Met een typegoedkeuring wordt gelijkgesteld een typegoedkeuring:
a. die is verleend door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en die is verleend overeenkomstig de op het betrokken voertuig, systeem, onderdeel, technische eenheid, uitrustingsstuk of voorziening ter bescherming van weggebruikers en passagiers betrekking hebbende, in het kader van de Europese Unie tot stand gekomen voorschriften, of die is verleend door het daartoe bevoegde gezag in Zwitserland indien dit voorvloeit uit de op 21 juni 1999 te Luxemburg tot stand gekomen Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wederzijdse erkenning van de overeenstemmingsbeoordeling (PbEG L 114);
b. die is verleend door het daartoe bevoegde gezag in een Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende het aannemen van eenvormige technische voorschriften die van toepassing zijn op voertuigen op wielen, uitrustingsstukken en onderdelen die in een voertuig op wielen kunnen worden gemonteerd of gebruikt en is verleend overeenkomstig de voorwaarden voor wederzijdse erkenning van overeenkomstig deze voorschriften verleende goedkeuringen;
c. als bedoeld in artikel 22a, eerste lid.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden vastgesteld betreffende de organisatie van de aanvrager, het proces volgens hetwelk de aanvrager zijn werkzaamheden verricht, het door de aanvrager voor de keuring ter beschikking stellen van voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, uitrustingstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers, het door de aanvrager overleggen van bescheiden en verstrekken van inlichtingen ter zake van de keuring alsmede betreffende de wijze waarop de keuring wordt verricht.
5.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot in het kader van een typegoedkeuringsprocedure op basis van in het kader van de Europese Unie tot stand gekomen voorschriften op de Dienst Wegverkeer of de fabrikant van een voertuig, systeem, onderdeel, technische eenheid, uitrustingstuk of voorziening ter bescherming van weggebruikers en passagiers rustende verplichtingen.
6.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot op voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, uitrustingstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers, behorende tot een goedgekeurd type, aan te brengen keurmerken, aanduidingen of gegevens.
1.
Ter uitvoering van verdragen of van besluiten van volkenrechtelijke organisaties of van één of meer instellingen van de Europese Unie, al dan niet gezamenlijk, verleent de Dienst Wegverkeer op aanvraag en tegen betaling, op de door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, van het daarvoor door deze dienst vastgestelde tarief, een typegoedkeuring indien het voertuig, het systeem, het onderdeel, de technische eenheid, het uitrustingstuk of de voorziening ter bescherming van weggebruikers en passagiers, waarvoor de goedkeuring wordt gevraagd, bij een door de dienst verrichte keuring heeft voldaan aan de eisen van het bij ministeriële regeling bekendgemaakte besluit.
2.
De artikelen 22, vierde lid, 23, 24 en 25 zijn van overeenkomstige toepassing.
1.
De Dienst Wegverkeer kan met het oog op het verlenen van een typegoedkeuring als bedoeld in artikel 22, eerste lid, op aanvraag een technische dienst aanwijzen om namens hem bepaalde voor goedkeuring noodzakelijke tests te verrichten, indien uit een door de Dienst Wegverkeer opgesteld beoordelingsverslag of uit een door een accrediteringsinstantie afgegeven accrediteringscertificaat blijkt dat deze dienst voldoet aan de daarvoor bij ministeriële regeling gestelde eisen.
2.
De Dienst Wegverkeer houdt toezicht op de op grond van het eerste lid aangewezen technische dienst. De aangewezen technische dienst is gehouden tot betaling, op de door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, van het door de Dienst Wegverkeer ter zake van de kosten van het toezicht vastgestelde tarief.
3.
Met een technische dienst wordt gelijk gesteld een technische dienst die beschikt over een beoordelingsverslag opgesteld door de daartoe bevoegde instantie in een andere lidstaat van de Europese Unie, een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, dan wel over een accrediteringscertificaat afgegeven door een accrediteringsinstantie uit die andere lidstaat van de Europese Unie, een staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of Zwitserland, voor zover hieruit blijkt dat deze dienst voldoet aan eisen die tenminste gelijkwaardig zijn aan de in het eerste lid bedoelde eisen.
4.
De aanwijzing wordt ingetrokken indien de technische dienst die was aangewezen, daarom verzoekt.
5.
De Dienst Wegverkeer kan een aanwijzing intrekken indien de aangewezen technische dienst niet meer voldoet aan de voor de aanwijzing gestelde eisen.
6.
De Dienst Wegverkeer kan een aanwijzing schorsen voor een door hem daarbij vast te stellen termijn die ten hoogste twaalf weken bedraagt.
7.
Bij ministeriële regeling kunnen bepalingen worden gesteld ter uitvoering van dit artikel. Hierbij kunnen tevens regels worden gesteld omtrent het door de aanvrager overleggen van bescheiden of verstrekken van nadere inlichtingen, betreffende de wijze waarop toezicht wordt gehouden en de verplichting tot medewerking daaraan van degene die is aangewezen als technische dienst.
1.
De Dienst Wegverkeer houdt toezicht op het overeenstemmen van voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, uitrustingstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers, die doorgaan voor goedgekeurd, met het type waarvoor de goedkeuring is verleend. Tot dit toezicht kan behoren het steekproefsgewijs keuren van tot een type waarvoor de goedkeuring is verleend, behorende voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, uitrustingstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers. Voorts kan tot het toezicht behoren het periodiek controleren van de organisatie van degene aan wie de goedkeuring is verleend alsmede het proces volgens hetwelk hij zijn werkzaamheden verricht. Degene aan wie de goedkeuring is verleend, is gehouden aan voor het houden van het toezicht noodzakelijke werkzaamheden medewerking te verlenen.
2.
Degene aan wie een goedkeuring is verleend, is gehouden tot betaling, op de door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, van het door deze dienst ter zake van de kosten van het toezicht vastgestelde tarief.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden vastgesteld betreffende de wijze waarop het toezicht wordt gehouden en de verplichting tot medewerking daaraan van degene aan wie een goedkeuring is verleend.
1.
De Dienst Wegverkeer kan met het oog op de uitoefening van het toezicht als bedoeld in artikel 23, eerste lid, op aanvraag een technische dienst aanwijzen om namens hem bepaalde toezichtstaken uit te voeren, indien uit een door de Dienst Wegverkeer opgesteld beoordelingsverslag of uit een door een accrediteringsinstantie afgegeven accrediteringscertificaat blijkt dat deze dienst voldoet aan de daarvoor bij ministeriële regeling gestelde eisen.
2.
Artikel 22b, tweede tot en met zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 24
Bij ministeriële regeling wordt bepaald wanneer een typegoedkeuring vervalt.
1.
De Dienst Wegverkeer trekt een typegoedkeuring in, indien degene aan wie de goedkeuring is verleend, daarom verzoekt.
2.
De Dienst Wegverkeer kan een typegoedkeuring intrekken, indien:
a. degene aan wie de goedkeuring is verleend een voertuig, systeem, onderdeel, technische eenheid, uitrustingstuk of voorziening ter bescherming van weggebruikers en passagiers doet of laat doorgaan voor goedgekeurd, terwijl dat voertuig, dat systeem, dat onderdeel, die technische eenheid, dat uitrustingstukken of die voorziening ter bescherming van weggebruikers en passagiers niet overeenstemt met het type waarvoor de goedkeuring is verleend,
b. degene aan wie de goedkeuring is verleend, de verplichting, vervat in artikel 23, tweede lid, niet nakomt,
c. degene aan wie de goedkeuring is verleend, handelt in strijd met een of meer andere uit de goedkeuring voortvloeiende verplichtingen, of
d. blijkt dat de goedkeuring ten onrechte is verleend.
1.
Een goedkeuring van een productieproces wordt op aanvraag en tegen betaling, op de door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, van het daarvoor door deze dienst vastgestelde tarief door deze dienst verleend indien het productieproces van het voertuig, het systeem, het onderdeel, de technische eenheid, het uitrustingstuk of de voorziening ter bescherming van weggebruikers en passagiers, waarvoor de goedkeuring wordt gevraagd, bij een door de dienst verrichte keuring heeft voldaan aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen met betrekking tot de toelating tot het verkeer op de weg. Deze eisen kunnen betrekking hebben op het proces volgens hetwelk de aanvrager zijn werkzaamheden met betrekking tot de productie van het voertuig, het systeem, het onderdeel, de technische eenheid, het uitrustingstuk of de voorziening ter bescherming van weggebruikers en passagiers verricht.
2.
Met een goedkeuring van een productieproces wordt gelijkgesteld een goedkeuring van productieprocessen van voertuigen en voertuigonderdelen:
a. die is verleend door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en is verleend overeenkomstig de op het betrokken voertuig, systeem, onderdeel of de technische eenheid betrekking hebbende, in het kader van de Europese Unie tot stand gekomen voorschriften;
b. die is verleend door het daartoe bevoegde gezag in een Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende het aannemen van eenvormige technische voorschriften die van toepassing zijn op voertuigen op wielen, uitrustingsstukken en onderdelen die in een voertuig op wielen kunnen worden gemonteerd of gebruikt en is verleend overeenkomstig de voorwaarden voor wederzijdse erkenning van overeenkomstig deze voorschriften verleende goedkeuringen.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden vastgesteld betreffende de organisatie van de aanvrager, het door de aanvrager voor de keuring ter beschikking stellen van voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, uitrustingstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers, het door de aanvrager overleggen van bescheiden en verstrekken van inlichtingen ter zake van de keuring alsmede betreffende de wijze waarop de keuring van een productieproces wordt verricht.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot op voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, uitrustingstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers, die zijn vervaardigd overeenkomstig het goedgekeurde productieproces, aan te brengen keurmerken, aanduidingen of gegevens.
1.
De Dienst Wegverkeer kan met het oog op het verlenen van een goedkeuring van een productieproces een technische dienst aanwijzen om namens hem bepaalde voor de goedkeuring noodzakelijke tests te verrichten, indien uit een door de Dienst Wegverkeer opgesteld beoordelingsverslag of uit een door een accrediteringsinstantie afgegeven accrediteringscertificaat blijkt dat deze dienst voldoet aan de daarvoor bij ministeriële regeling gestelde eisen.
2.
Artikel 22b, tweede tot en met zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
1.
De Dienst Wegverkeer houdt toezicht op het productieproces van voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, uitrustingstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers waarvoor de goedkeuring is verleend. Tot dit toezicht kan behoren het steekproefsgewijs of periodiek controleren van de organisatie van degene aan wie de goedkeuring is verleend alsmede van het productieproces. Degene aan wie de goedkeuring is verleend, is gehouden aan voor het houden van het toezicht noodzakelijke werkzaamheden medewerking te verlenen.
2.
Degene aan wie een goedkeuring is verleend, is gehouden tot betaling, op de door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, van het door deze dienst ter zake van de kosten van het toezicht vastgestelde tarief.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden vastgesteld betreffende de wijze waarop het toezicht wordt gehouden en de verplichting tot medewerking daaraan van degene aan wie een goedkeuring is verleend.
1.
De Dienst Wegverkeer kan met het oog op de uitoefening van het toezicht als bedoeld in artikel 25b, eerste lid, op aanvraag een technische dienst aanwijzen om namens hem bepaalde toezichtstaken uit te voeren, indien uit een door de Dienst Wegverkeer opgesteld beoordelingsverslag of uit een door een accrediteringsinstantie afgegeven accrediteringscertificaat blijkt dat deze dienst voldoet aan de daarvoor bij ministeriële regeling gestelde eisen.
2.
Artikel 22b, tweede tot en met zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 25c
Bij ministeriële regeling wordt bepaald wanneer een goedkeuring van een productieproces vervalt.
1.
De Dienst Wegverkeer trekt een goedkeuring van een productieproces in, indien degene aan wie de goedkeuring is verleend, daarom verzoekt.
2.
De Dienst Wegverkeer kan een goedkeuring van een productieproces intrekken, indien:
a. degene aan wie de goedkeuring is verleend een voertuig, systeem, onderdeel, technische eenheid, uitrustingstuk of voorziening ter bescherming van weggebruikers en passagiers doet of laat doorgaan voor vervaardigd volgens een goedgekeurd productieproces, terwijl dat voertuig, dat systeem, dat onderdeel, die technische eenheid, dat uitrustingsstuk of die voorziening ter bescherming van weggebruikers en passagiers niet is vervaardigd overeenkomstig het goedgekeurde productieproces,
b. degene aan wie de goedkeuring is verleend, de verplichting, vervat in artikel 25b, tweede lid, niet nakomt,
c. degene aan wie de goedkeuring is verleend, handelt in strijd met een of meer andere uit de goedkeuring voortvloeiende verplichtingen, of
d. blijkt dat de goedkeuring ten onrechte is verleend.
1.
Wanneer een fabrikant reeds verkochte, geregistreerde of in het verkeer gebrachte voertuigen, dan wel reeds verkochte onderdelen of uitrustingsstukken, waarvoor een overeenkomstig in het kader van de Europese Unie tot stand gekomen voorschriften afgegeven typegoedkeuring is verleend, op grond van artikel 21, tweede lid, van de Warenwet dient terug te roepen omdat het voertuig een ernstig gevaar vormt voor de verkeersveiligheid, de volksgezondheid of het milieu, stelt de fabrikant de goedkeuringsinstantie die de typegoedkeuring heeft verleend hiervan onmiddellijk in kennis.
2.
De fabrikant stelt de goedkeuringsinstantie maatregelen voor om het in het eerste lid bedoelde gevaar te neutraliseren.
3.
De Dienst Wegverkeer houdt toezicht op het terugroepen van voertuigen, onderdelen en uitrustingsstukken.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van het tweede lid.
1.
Een goedkeuring voor een individueel voertuig wordt op aanvraag en tegen betaling, op de door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, van het daarvoor door deze dienst vastgestelde tarief door deze dienst verleend indien het voertuig bij een door de dienst verrichte keuring heeft voldaan aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen met betrekking tot de toelating tot het verkeer op de weg, welke eisen voor verschillende groepen van voertuigen verschillend kunnen worden gesteld.
2.
Artikel 22, tweede, derde en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.
1.
De Dienst Wegverkeer kan met het oog op het verlenen van een goedkeuring voor een individueel voertuig een technische dienst aanwijzen om namens hem bepaalde voor de goedkeuring noodzakelijke tests te verrichten, indien uit een door de Dienst Wegverkeer opgesteld beoordelingsverslag of uit een door een accrediteringsinstantie afgegeven accrediteringscertificaat blijkt dat deze dienst voldoet aan de daarvoor bij ministeriële regeling gestelde eisen.
2.
Artikel 22b, tweede tot en met zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 27
De in artikel 22, eerste lid, of 26, eerste lid, bedoelde goedkeuring wordt eerst verleend indien het voertuig bij de keuring tevens heeft voldaan aan de eisen, gesteld krachtens de Wet inzake de luchtverontreiniging en de Wet geluidhinder .
1.
De toestemming voor een onderdeel of uitrustingsstuk dat op grond van artikel 34 zonder een dergelijk toestemming niet mag worden verkocht of in het verkeer mag worden gebracht, wordt op aanvraag en tegen betaling, op de door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, van het daarvoor door deze dienst vastgestelde tarief door deze dienst verleend indien het onderdeel of uitrustingsstuk waarvoor de toestemming wordt gevraagd, bij een door de dienst verrichte keuring heeft voldaan aan de bij ministeriële regeling vastgestelde eisen. Deze eisen kunnen betrekking hebben op het proces volgens hetwelk de aanvrager zijn werkzaamheden met betrekking tot de productie van het onderdeel of uitrustingsstuk verricht.
2.
Met een toestemming voor de verkoop of in het verkeer brengen van een onderdeel of uitrustingsstuk wordt gelijkgesteld een toestemming die is verleend door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere Staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en is verleend overeenkomstig de op het betrokken onderdeel of uitrustingstuk betrekking hebbende, in het kader van de Europese Unie tot stand gekomen voorschriften.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld betreffende de organisatie van de aanvrager, het door de aanvrager van de toestemming ter beschikking stellen van onderdelen en uitrustingsstukken, het door de aanvrager overleggen van bescheiden en verstrekken van inlichtingen alsmede betreffende de wijze waarop de keuring van het onderdeel of uitrustingsstuk wordt verricht.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot op onderdelen en uitrustingsstuken, waarvoor een toestemming is verleend om deze te verkopen of in het verkeer te brengen, aan te brengen keurmerken, aanduidingen of gegevens.
1.
De Dienst Wegverkeer houdt toezicht op het overeenstemmen van onderdelen en uitrustingsstukken waarvoor een toestemming is verleend met de verleende toestemming. Tot dit toezicht kan behoren het steekproefsgewijs of periodiek controleren van de organisatie van degene aan wie de toestemming is verleend alsmede van het productieproces. Degene aan wie de toestemming is verleend, is gehouden aan voor het houden van het toezicht noodzakelijke werkzaamheden medewerking te verlenen.
2.
Degene aan wie een toestemming is verleend, is gehouden tot betaling, op de door de Dienst Wegverkeer vastgestelde wijze, van het door deze dienst ter zake van de kosten van het toezicht vastgestelde tarief.
3.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de wijze waarop het toezicht wordt gehouden en de verplichting tot medewerking daaraan van degene aan wie een toestemming is verleend.
1.
De Dienst Wegverkeer trekt de toestemming voor de verkoop of in het verkeer brengen van een onderdeel of uitrustingstuk in, indien degene aan wie de toestemming is verleend, daarom verzoekt.
2.
De Dienst Wegverkeer kan een toestemming intrekken, indien:
a. degene aan wie de toestemming is verleend een onderdeel of uitrustingsstuk doet of laat doorgaan als met toestemming verkocht of in het verkeer gebracht, terwijl hiervoor geen toestemming is verleend,
b. degene aan wie de toestemming is verleend, de verplichting, vervat in artikel 31, tweede lid, niet nakomt,
c. degene aan wie de toestemming is verleend, handelt in strijd met een of meer andere uit de toestemming voortvloeiende verplichtingen, of
d. blijkt dat de toestemming ten onrechte is verleend.
1.
Het is de eigenaar of houder van een voertuig dat ingevolge artikel 21, eerste lid, dient te zijn goedgekeurd voor toelating tot het verkeer op de weg verboden dit voertuig te laten staan op de weg of daarmee over de weg te rijden alsmede de bestuurder daarmee over de weg te laten rijden, indien het voertuig niet is goedgekeurd voor toelating tot het verkeer op de weg.
2.
Onverminderd het eerste lid is het de bestuurder van een voertuig dat ingevolge artikel 21, eerste lid, dient te zijn goedgekeurd voor toelating tot het verkeer op de weg, verboden daarmee over de weg te rijden, indien het voertuig niet is goedgekeurd.
3.
In bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen zijn het eerste en tweede lid niet van toepassing op een voertuig dat ingevolge artikel 21, eerste lid, dient te zijn goedgekeurd voor toelating tot het verkeer op de weg, maar dat is ingeschreven in het kentekenregister.
1.
Het is verboden bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorieën voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, uitrustingsstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers, die niet ingevolge artikel 22, 25a of 26 zijn toegelaten tot het verkeer op de weg, of andere voorzieningen die zijn bestemd om de opsporing van bij of krachtens deze wet strafbaar gestelde misdrijven of overtredingen te belemmeren, te vervaardigen, in te voeren, in voorraad te hebben, te koop aan te bieden, af te leveren of te vervoeren.
2.
Het is verboden bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorieën onderdelen en uitrustingsstukken te verkopen, te koop aan te bieden of in het verkeer te brengen, tenzij hiervoor ingevolge artikel 30 toestemming is verleend.
3.
Ter uitvoering van verdragen of van besluiten van volkenrechtelijke organisaties of van één of meer instellingen van de Europese Unie, al dan niet gezamenlijk, worden voor verboden als bedoeld in het eerste en tweede lid, de categorieën aangewezen bij ministeriële regeling.
4.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de categorie van voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, uitrustingsstukken of voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers of de andere voorzieningen die zijn bestemd om de opsporing van bij of krachtens deze wet strafbaar gestelde misdrijven of overtredingen te belemmeren, waarop het verbod betrekking heeft, de handelingen waarop het verbod betrekking heeft alsmede de uitzonderingen op het verbod.
Artikel 35
Het is verboden een voertuig, systeem, onderdeel, technische eenheid, uitrustingstuk of voorziening ter bescherming van weggebruikers en passagiers, welk voertuig, systeem, onderdeel, technische eenheid, uitrustingstuk of voorziening ter bescherming van weggebruikers en passagiers niet ingevolge artikel 22 of 26 is toegelaten, door het aanbrengen van een teken of tekens, het afgeven van een bewijs of bewijzen dan wel het doen van mededelingen te doen of laten doorgaan voor goedgekeurd voor zodanige toelating.
Artikel 35a
In de ingevolge de artikelen 21, eerste en derde lid, 22, eerste lid, 25a, eerste lid, 26, eerste lid, en 34, eerste lid, vastgestelde regels kan ter uitvoering van verdragen of van besluiten van volkenrechtelijke organisaties of van één of meer instellingen van de Europese Unie, al dan niet gezamenlijk, worden bepaald dat zij mede betrekking hebben op de goedkeuring van voertuigen, systemen, onderdelen, technische eenheden, uitrustingstukken en voorzieningen ter bescherming van weggebruikers en passagiers voor gebruik buiten de weg.