1.
Degene aan wie deelname aan het alcoholslotprogramma is opgelegd dient:
a.
overeenkomstig de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde bepalingen een alcoholslot te doen inbouwen in ten minste één motorrijtuig dat voldoet aan de bij algemene maatregel van bestuur gestelde eisen;
b.
de aangegeven kosten op de aangegeven wijze te hebben betaald aan het CBR;
c.
het bij het besluit, bedoeld in
artikel 132b, eerste lid, meegezonden, door het CBR vastgestelde, aanmeldformulier te hebben teruggezonden aan het CBR, en
d.
overeenkomstig bij algemene maatregel van bestuur vastgestelde wijze de feitelijke beschikking te hebben gekregen over een nieuw rijbewijs, waarop voor de toepasselijke rijbewijscategorie, met uitzondering van de categorie AM, de bij ministeriële regeling vastgestelde codering voor het rijden met een alcoholslot is vermeld.
2.
Per motorrijtuig kan slechts één alcoholslot tegelijk zijn ingebouwd.
4.
Onverminderd
artikel 132d, tweede of vierde lid, is de duur van het alcoholslotprogramma twee jaar. Deze termijn neemt een aanvang op de dag waarop degene aan wie de verplichting tot deelname aan het alcoholslotprogramma is opgelegd heeft voldaan aan het eerste lid, onderdeel d.
5.
Degene aan wie deelname aan het alcoholslotprogramma is opgelegd, is verplicht het door het CBR bepaalde begeleidingsprogramma te volgen en daartoe het alcoholslot periodiek te laten uitlezen bij een erkenninghouder als bedoeld in
artikel 132k, eerste lid. Bij ministeriële regeling wordt de termijn vastgelegd waarbinnen de uitlezing uiterlijk dient plaats te vinden. In bij ministeriële regeling aangegeven gevallen kan het CBR in het kader van het begeleidingsprogramma een kortere termijn vaststellen.
7.
De kosten van verbonden aan:
a.
het uitvoeren van het alcoholslotprogramma, alsmede de kosten verbonden aan het beheer en het in stand houden van het alcoholslotregister en het verstrekken van gegevens uit dat register overeenkomstig
artikel 129d, eerste lid, en aan
b.
het huren dan wel kopen, het inbouwen, het uitlezen, het testen, het kalibreren het onderhouden en het verwijderen van het alcoholslot, komen ten laste van betrokkene. De hoogte van de in onderdeel a genoemde kosten die door het CBR worden geïnd, wordt door het CBR vastgesteld.
8.
De gegevens die periodiek worden uitgelezen uit het alcoholslot worden toegerekend aan degene aan wie deelname aan een alcoholslotprogramma is opgelegd.
9.
Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ter uitvoering van het eerste, vijfde en zesde lid.