1.
In andere dan de in de Schengengrenscode geregelde gevallen, wordt toegang tot Nederland geweigerd aan de vreemdeling die:
a.
niet in het bezit is van een geldig document voor grensoverschrijding, dan wel in het bezit is van een document voor grensoverschrijding waarin het benodigde visum ontbreekt;
b.
een gevaar oplevert voor de openbare orde of nationale veiligheid;
c.
niet beschikt over voldoende middelen om te voorzien zowel in de kosten van verblijf in Nederland als in die van zijn reis naar een plaats buiten Nederland waar zijn toegang gewaarborgd is, of
d.
niet voldoet aan de voorwaarden die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur zijn gesteld.
2.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de weigering van toegang op grond van deze wet of ter uitvoering van de Schengengrenscode.
3.
Indien de vreemdeling, bedoeld in het eerste lid, aan de grens te kennen geeft een aanvraag tot het verlenen van een verblijfsvergunning als bedoeld in
artikel 28 te willen indienen, wordt de aanvraag in de grensprocedure getoetst aan:
a.
de grond voor het niet in behandeling nemen als bedoeld in
artikel 30;
b.
de gronden voor niet-ontvankelijkverklaring, genoemd in
artikel 30a; en
c.
de gronden voor afwijzing wegens kennelijke ongegrondheid, genoemd in
artikel 30b.
4.
Indien de grensprocedure wordt toegepast, wordt een besluit omtrent de weigering van toegang tot Nederland uitgesteld of opgeschort voor ten hoogste vier weken.
5.
Het besluit tot uitstel of opschorting, bedoeld in het vierde lid, wordt onverwijld uitgereikt aan de vreemdeling.
6.
De beschikking waarbij een aanvraag met toepassing van de grensprocedure niet in behandeling wordt genomen, niet-ontvankelijk wordt verklaard of wordt afgewezen als kennelijk ongegrond, geldt tevens als weigering van toegang in het eerste lid dan wel de herleving hiervan.
7.
De duur van de grensprocedure bedraagt ten hoogste vier weken, te rekenen vanaf het tijdstip van uitreiking van het besluit, bedoeld in het vijfde lid. Indien vier weken na de uitreiking van het besluit, bedoeld in het vijfde lid, nog niet is beslist over het in behandeling nemen, de ontvankelijkheid of kennelijke ongegrondheid van de aanvraag, verkrijgt de vreemdeling van rechtswege toegang tot Nederland.
8.
Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de grensprocedure.