Artikel 1.8
Ten behoeve van het verblijf van een vreemdeling die in Nederland verblijft of wil verblijven als familie- of gezinslid, kan als referent optreden de hoofdpersoon bij wie de vreemdeling als familie- of gezinslid verblijft of wil verblijven.
1.
Ten behoeve van het verblijf van een vreemdeling die in Nederland verblijft of wil verblijven voor het verrichten van arbeid als kennismigrant, kan als referent optreden de krachtens
artikel 2c van de Wet als referent erkende werkgever, met wie de vreemdeling een arbeidsovereenkomst of gastovereenkomst heeft gesloten of die de vreemdeling heeft aangesteld en die, voor zover op grond van de
Handelsregisterwet 2007 vereist, is ingeschreven in het handelsregister, bedoeld in
artikel 2 van die wet.
2.
Ten behoeve van het verblijf van een vreemdeling, die in Nederland verblijft of wil verblijven als houder van de Europese blauwe kaart, kan als referent optreden de werkgever, met wie de vreemdeling een arbeidsovereenkomst of gastovereenkomst heeft gesloten of die de vreemdeling heeft aangesteld.
Artikel 1.10
Ten behoeve van het verblijf van een vreemdeling die in Nederland verblijft of wil verblijven voor het verrichten van seizoenarbeid of arbeid in loondienst, kan als referentoptreden de werkgever, die, voor zover op grond van de
Handelsregisterwet 2007 vereist, is ingeschreven in het handelsregister, bedoeld in
artikel 2 van die wet, en die:
a.
met de vreemdeling een arbeidsovereenkomst heeft gesloten of die de vreemdeling heeft aangesteld, dan wel, indien geen sprake is van een arbeidsovereenkomst of aanstelling,
b.
ten behoeve van die arbeid in het bezit is gesteld van een tewerkstellingsvergunning of een tewerkstellingsvergunning heeft aangevraagd, dan wel, indien geen tewerkstellingsvergunning is vereist,
c.
de vreemdeling feitelijk tewerkstelt.
Artikel 1.11
Ten behoeve van het verblijf van een vreemdeling die in Nederland verblijft of wil verblijven voor het verrichten van wetenschappelijk onderzoek in de zin van richtlijn 2005/71/EG, kan als referent optreden de krachtens
artikel 2c van de Wet als referent erkende onderzoeksinstelling, waarmee de vreemdeling een gastovereenkomst als bedoeld in artikel 6 van richtlijn 2005/71/EG heeft gesloten, die, voor zover op grond van de
Handelsregisterwet 2007 vereist, is ingeschreven in het handelsregister, bedoeld in
artikel 2 van die wet, en die:
b.
een publieke onderzoeksinstelling is, die is opgenomen in de bijlage behorende bij de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;
c.
een particuliere onderzoeksinstelling is, die is opgenomen in het National Academic Research and Collaborations Information System;
Artikel 1.12
Ten behoeve van het verblijf van een vreemdeling die in Nederland verblijft of wil verblijven voor lerend werken, kan als referent optreden de werkgever, die, voor zover op grond van de
Handelsregisterwet 2007 vereist, is ingeschreven in het handelsregister, bedoeld in
artikel 2 van die wet, en met wie de vreemdeling een leer-werkovereenkomst heeft gesloten.
Artikel 1.13
Ten behoeve van het verblijf van een vreemdeling die in Nederland verblijft of wil verblijven voor studie, kan als referent optreden de krachtens
artikel 2c van de Wet als referent erkende onderwijsinstelling, waaraan de vreemdeling onderwijs volgt of wil volgen, die, voor zover op grond van de
Handelsregisterwet 2007 vereist, is ingeschreven in het handelsregister, bedoeld in
artikel 2 van die wet, en die:
d.
opleidingen verzorgt in het kader van het ontwikkelingssamenwerkingsbeleid van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, of
e.
opleidingsactiviteiten faciliteert in het kader van de
Wet op het specifiek cultuurbeleid .
Artikel 1.14
Ten behoeve van het verblijf van een vreemdeling die in Nederland verblijft of wil verblijven in het kader van uitwisseling, kan als referent optreden de krachtens
artikel 2c van de Wet als referent erkende uitwisselingsorganisatie, die:
a.
een culturele doelstelling nastreeft;
c.
voor zover op grond van de
Handelsregisterwet 2007 vereist, is ingeschreven in het handelsregister, bedoeld in
artikel 2 van die wet.
Artikel 1.15
Onverminderd de
artikelen 1.8 tot en met 1.14 kan een religieuze of levensbeschouwelijke organisatie slechts als referent optreden, indien zij, voor zover dit op grond van de
Handelsregisterwet 2007 is vereist, is ingeschreven in het handelsregister, bedoeld in
artikel 2 van die wet, en haar solvabiliteit, continuïteit en betrouwbaarheid voldoende is gewaarborgd.
1.
De referent van een vreemdeling die in Nederland verblijft in het kader van uitwisseling, draagt zorg voor de juiste uitvoering van het uitwisselingsprogramma, bedoeld in
artikel 3.43, eerste lid, onder a.
2.
De referent van een vreemdeling die in Nederland verblijft of wil verblijven in het kader van uitwisseling, voor arbeid als kennismigrant of voor studie, draagt zorg voor een zorgvuldige selectie en werving van de vreemdeling.
3.
Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld over de voorgaande leden.
Artikel 1.17
Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld omtrent deze paragraaf. Daarbij kan in ieder geval:
a.
worden voorzien in nadere concretisering van de zorgplichten, bedoeld in
artikel 1.16;
b.
worden bepaald in welke gevallen de referent rechtspersoonlijkheid moet hebben, en
c.
worden voorzien in nadere regels omtrent de beëindiging van het referentschap.
1.
Bij de beoordeling van de aanvraag om erkenning als referent worden in ieder geval gegevens uit het handelsregister, bedoeld in
artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007, betrokken met betrekking tot de continuïteit en solvabiliteit van de aanvrager.
2.
De aanvraag om erkenning als referent kan in ieder geval worden afgewezen, indien de aanvrager failliet is verklaard of aan hem surséance van betaling is verleend.
1.
Bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van de aanvrager worden in ieder geval betrokken:
a.
uitgesproken strafrechtelijke veroordelingen, aanvaarde transacties en uitgevaardigde strafbeschikkingen ter zake van een misdrijf, strafbaar is gesteld in de
titels I,
V,
VII,
VIII,
IX,
X,
XI,
XII,
XIII,
XIV,
XVIII,
XXIII,
XXIV,
XXV,
XXVI,
XXVIII,
XXX en
XXXA van het Tweede Boek van het Wetboek van Strafrecht, de
artikelen 68 en
69 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de
Opiumwet en de
Wet wapens en munitie ;
2.
Bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van de aanvrager wordt tevens betrokken dat hij onjuiste gegevens heeft verstrekt dan wel gegevens heeft achtergehouden terwijl die gegevens tot afwijzing van een eerdere aanvraag tot het verlenen, verlengen of wijzigen van een visum of een verblijfsvergunning hebben geleid of zouden hebben geleid van een vreemdeling voor wie als referent werd opgetreden.
Artikel 1.20
Als referent van een vreemdeling die in Nederland verblijft of wil verblijven voor studie aan het hoger onderwijs, kan slechts worden erkend de instelling voor hoger onderwijs, die aangesloten is bij de Gedragscode internationale student hoger onderwijs.
Artikel 1.21
De referent van een vreemdeling die in Nederland verblijft of wil verblijven als familie- of gezinslid, wordt niet als zodanig erkend.
Artikel 1.22
Bij regeling van Onze Minister kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de erkenning als referent, de schorsing en de intrekking van die erkenning en de indiening en behandeling van de aanvraag. Daarbij worden in ieder geval nadere regels gesteld omtrent:
a.
de continuïteit en solvabiliteit van de aanvrager, en
b.
de strafrechtelijke en bestuursrechtelijke antecedenten, die bij de beoordeling van de betrouwbaarheid van de aanvrager worden betrokken.