1.
Gegevens en inlichtingen ten behoeve van de vreemdelingenadministratie kunnen in ieder geval worden verstrekt door:
a.
de colleges van burgemeester en wethouders, voor zover deze zijn belast met de uitvoering van de
Wet basisregistratie personen , de
Participatiewet en aanverwante inkomensvoorzieningswetten en de
Wet inburgering ;
b.
de Sociale Verzekeringsbank;
c.
het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen;
d.
de Rijksbelastingdienst;
e.
de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, voor zover deze is belast met de uitvoering van de
Wet basisregistratie personen ;
f.
de Dienst Uitvoering Onderwijs van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;
h.
de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid;
i.
de Kamer van Koophandel;
2.
Gegevens en inlichtingen worden in ieder geval verstrekt ten behoeve van de vreemdelingenadministratie, indien zij noodzakelijk zijn voor:
a.
de voorbereiding van beschikkingen omtrent de machtiging tot voorlopig verblijf, de verblijfsvergunning en de ongewenstverklaring;
b.
de erkenning als referent, en de schorsing en intrekking van die erkenning;
c.
het toezicht op naleving van wettelijke voorschriften met betrekking tot de grensbewaking, het toezicht op vreemdelingen en het toezicht op referenten;
3.
Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld omtrent:
a.
de gevallen waarin en de wijze waarop in ieder geval gegevens en inlichtingen worden verstrekt;
b.
de doorlevering van gegevens en inlichtingen;
c.
de verwijdering en vernietiging van de in de vreemdelingenadministratie opgenomen gegevens;
d.
de gevallen waarin de verstrekking van gegevens en inlichtingen anders dan kosteloos geschiedt.
De regels, bedoeld onder a en b, worden gesteld in overeenstemming met Onze Minister die het mede aangaat, tenzij uit de aard van de gegevens volgt dat daaraan geen behoefte bestaat.