Verordening KBvG Normen voor Kwaliteit
De ledenraad van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG),
Overwegende dat de KBvG tot taak heeft de bevordering van een goede beroepsuitoefening door de leden en van hun vakbekwaamheid;
Overwegende dat de goede uitoefening van het beroep kan worden bevorderd door het vaststellen van een kwaliteitsstandaard voor de dienstverlening en de bedrijfsvoering van de gerechtsdeurwaarder;
Gelet op de artikelen 57, tweede lid, en 80, vijfde lid van de Gerechtsdeurwaarderswet;
Gezien het ontwerp van het bestuur en de daarbij behorende toelichting;
Gehoord het advies van de Algemene Ledenvergadering van de KBvG; stelt de volgende verordening vast:
Gerechtsdeurwaarderskantoor: het in
artikel 16 van de Gerechtsdeurwaarderswet bedoelde kantoor waar de gerechtsdeurwaarder als zodanig, alleen of met anderen, werkzaam is, met inbegrip van eventuele nevenkantoren.
Justitiabele: degene voor wie een exploot is bestemd of waartegen een tenuitvoerlegging zich richt.
Opdracht: de opdracht tot het verrichten van werkzaamheden, de daarbij behorende prijsafspraak mee gerekend.
Opdrachtgever: de partij die de opdracht verstrekt.
Artikel 1. (Marketing)
De gerechtsdeurwaarder draagt er zorg voor dat zijn uitingen, met als doel het profileren van het eigen kantoor en/of het verwerven van opdrachten, feitelijk zijn en op geen enkele wijze een onjuist en/of onvolledig beeld geven over de dienstverlening, beroepsgroep of het ambt van gerechtsdeurwaarder.
De gerechtsdeurwaarder dient open en eerlijk te concurreren.
Artikel 2. (Aard van het aanbod)
De gerechtsdeurwaarder onthoudt zich van situaties waarin hij het risico van een vordering geheel of gedeeltelijk van de opdrachtgever overneemt.
Artikel 3. (Offertes en contracten)
De gerechtsdeurwaarder verschaft de (potentiële) opdrachtgever duidelijkheid over de aard en omvang van zijn werkzaamheden in het kader van een opdracht, de zakelijke condities en over de kosten die aan een opdracht zijn verbonden.
Artikel 4. (Onafhankelijkheid)
De gerechtsdeurwaarder draagt zorg voor een gebalanceerde opdrachtgeversportefeuille waardoor hij zich in alle gevallen onafhankelijk tegenover opdrachtgevers op kan stellen.
De gerechtsdeurwaarder waarborgt dat zijn nevenactiviteiten niet in strijd zijn met zijn onafhankelijkheid en is transparant over de activiteiten die hij – naast zijn ambt – verricht.
Artikel 5. (Nakomingsverplichting)
De gerechtsdeurwaarder draagt er zorg voor dat hij bij het aangaan van verplichtingen de benodigde uitvoeringscapaciteit beschikbaar heeft.
Artikel 6. (Dossierbehandeling)
De gerechtsdeurwaarder draagt er zorg voor dat dossierinformatie voor de betrokken medewerkers binnen de kantoororganisatie beschikbaar, eenduidig en actueel is.
De gerechtsdeurwaarder draagt verantwoordelijkheid voor alle werkzaamheden die in het kader van opdrachten worden verricht. Hij verzekert zich ervan dat de met het ambt verbonden criteria rondom geheimhouding, integriteit en onafhankelijkheid in alle situaties worden nagekomen.
Artikel 7. (Informatieverstrekking)
De gerechtsdeurwaarder draagt zorg voor eenduidige, volledige en juiste informatieverstrekking aan de justitiabele. Hij verstrekt de justitiabele tevens ter zake doende informatie over zijn rechtspositionele mogelijkheden.
Artikel 8. (Integriteit)
De gerechtsdeurwaarder handelt te allen tijde binnen zijn verkregen bevoegdheid. Hij is daarbij consistent en weegt de belangen van opdrachtgever en justitiabelen op gelijkwaardige wijze.
De gerechtsdeurwaarder draagt binnen het realiseren van zijn opdracht zorg voor minimalisatie van kosten voor de justitiabele.
Artikel 9. (Toegankelijkheid en communicatie)
De gerechtsdeurwaarder streeft naar optimale transparantie en duidelijkheid richting opdrachtgevers en justitiabelen.
De gerechtsdeurwaarder is eenvoudig bereikbaar, toegankelijk en benaderbaar voor justitiabelen.
Artikel 10. (Afwikkeling)
De gerechtsdeurwaarder draagt zorg voor een zorgvuldige en snelle afwikkeling en afrekening van dossiers.
Artikel 12. (Meten en bijsturen)
De gerechtsdeurwaarder zorgt voor een professionele bedrijfsvoering waarbij hij zicht heeft op het functioneren van de organisatie en in staat is deze tijdig bij te sturen.
De gerechtsdeurwaarder neemt maatregelen die gericht zijn op continue verbetering van zijn dienstverlening.
Artikel 13. (Klachtenbehandeling)
De gerechtsdeurwaarder garandeert een zorgvuldige en adequate behandeling van klachten aangaande zijn dienstverlening, integriteit en onafhankelijkheid of anderszins.
Artikel 14. (Risicobeheersing)
De gerechtsdeurwaarder waarborgt de continuïteit van zijn onderneming door voldoende verdiencapaciteit ten behoeve van structurele dekking van de kosten, het doen van noodzakelijke investeringen en opbouwen van reserves.
Artikel 15. (Automatisering)
De gerechtsdeurwaarder heeft de continuïteit van de in het kantoor in gebruik zijnde systemen ten behoeve van het primaire proces en financiële zaken gewaarborgd.
De gerechtsdeurwaarder heeft adequate maatregelen genomen tegen ongeoorloofde toegang tot gegevens.
Artikel 19. (Ethiek)
De gerechtsdeurwaarder draagt er zorg voor dat iedere medewerker handelt volgens de heersende ethische normen.
Artikel 20. (Delegatie)
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening KBvG Normen voor Kwaliteit, bij afkorting NvK.
Het bestuur van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders (KBvG) is bevoegd tot het geven van nadere regels betreffende de in deze verordening behandelde onderwerpen.
De nadere regels als bedoeld in het tweede lid zijn slechts verbindend voor de leden en de organen van de KBvG en treden in werking met ingang van de eerste dag van de tweede maand na de dag van bekendmaking of zoveel eerder als zij zelf bepaalt, met dien verstande dat tussen de dag van de bekendmaking en die van de inwerkingtreding ten minste een termijn van één maand ligt.
De nadere regels als bedoeld in het tweede lid kunnen bij besluit van de Ledenraad worden vernietigd tot het moment waarop deze in werking zijn getreden.
Artikel 21. (Toetsing)
De gerechtsdeurwaarder draagt zorg voor toetsing van zijn gerechtsdeurwaarderskantoor en dat hij naar aanleiding van de toetsing beschikt over een positief toetsingsverslag.
De nadere regels als bedoeld in
artikel 20, regelen onder meer hoe de naleving van het bij en krachtens deze verordening bepaalde zal worden getoetst, de frequentie van toetsing en indiening van het toetsingsverslag en de overgangstermijn bij inwerkingtreding van deze verordening.
Artikel 22. (Inwerkingtreding)
Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag van de tweede maand na die van de dag van de bekendmaking door plaatsing in de Staatscourant.