Verordening van het Productschap Vis van 29 maart 2007 houdende regels ter zake van levering van maatjesharing aan consumenten vóór de officiële startdatum van het haringseizoen (Verordening Hollandse Nieuwe 2007)
Het bestuur van het Productschap Vis;
Gelet op:
– Afdeling 5.2 van de Algemene wet bestuursrecht;
– de artikelen 93, 102 en 104 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en
– de artikelen 5 en 6 van het Instellingsbesluit Productschap Vis (Staatsblad 2003, 253);
Gehoord:
– de Commissie detailhandel en de Commissie groothandel;
1.
In deze verordening en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:
2.
In hetgeen bij of krachtens formele wetgeving, zoals de
Warenwet , of Europese verordeningen is of wordt niet voorzien bij of krachtens deze verordening.
Artikel 2
Het is verboden maatjesharing, al dan niet tegen betaling, in Nederland te verhandelen in voor particulieren toegankelijke verkoopruimtes of andere voor het publiek toegankelijke plekken voor de aanvang van het haringseizoen in het kalenderjaar waarin deze maatjesharing is gevangen, anders dan met inachtneming van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.
1.
De aanvang van het haringseizoen, bedoeld in
artikel 2, en de datum van veiling van het eerste vaatje haring worden door de voorzitter, namens het bestuur, ten minste één week voor aanvang bij besluit vastgesteld en onverwijld aan de betrokken ondernemers en overige belanghebbenden bekendgemaakt.
2.
De voorzitter besluit over de datum van de aanvang van het haringseizoen en de veiling van het eerste vaatje maatjesharing na advies van de Commissie groothandel en de Commissie detailhandel dan wel een door deze commissies ingestelde werkgroep.
3.
De voorzitter houdt bij de bepaling van de aanvangsdatum rekening met de biologische omstandigheden, de kwaliteit van de haring en het rijpingsproces.
1.
De voorzitter kan namens het bestuur vrijstelling of ontheffing verlenen van het bepaalde in
artikel 2 van deze verordening. Een vrijstelling of ontheffing kan onder beperkingen worden verleend. Aan een vrijstelling of ontheffing kunnen voorschriften worden verbonden. Een verleende vrijstelling of ontheffing kan te allen tijde worden gewijzigd of ingetrokken.
2.
Voor een ieder die op enig moment niet of niet volledig voldoet aan de genoemde voorwaarden bij vrijstelling of ontheffing als bedoeld in het vorige lid, wordt deze situatie gelijkgesteld met de situatie dat er geen vrijstelling of ontheffing verleend is en het verbod, bedoeld in
artikel 2 geldt.
Artikel 5
De in deze verordening gestelde regels binden naast een ondernemer mede de bij een ondernemer werkzame personen, alsmede andere natuurlijke of rechtspersonen, voor zover deze handelingen verrichten, die bedrijfsmatig in ondernemingen, waarvoor het productschap is ingesteld, plegen te worden verricht.
a.
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze regeling is belast de door het bestuur bij besluit aan te wijzen dienst.
b.
Voorts zin met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze regeling belast de bij besluit van het bestuur aan te wijzen personen.
2.
Een besluit als bedoeld in het eerste lid wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.
3.
De in het eerste lid bedoelde dienst of personen zijn bevoegd berechtingsrapporten ten behoeve van tuchtrechtelijke afhandeling op te maken.
Artikel 7
Op overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening worden tuchtrechtelijke maatregelen gesteld zoals voorzien in de
Wet tuchtrechtspraak bedrijfsorganisatie 2004 .
1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na die van afkondiging in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.
2.
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening Hollandse Nieuwe 2007.