Verordening heffingen konijnenhouderij 2003
Het bestuur van het Productschap Pluimvee en Eieren heeft,
gelet op artikel 126 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie, en de artikelen 5 en 9 van de Instellingsverordening Productschap Pluimvee en Eieren 1998-I, op 14 november 2002 vastgesteld de navolgende VERORDENING
Artikel 1 [Materieel uitgewerkt per 21-02-2004]
In deze verordening wordt verstaand onder:
productschap | : | het Productschap Pluimvee en Eieren; |
onderneming | : | een onderneming waarvoor het productschap is ingesteld; |
ondernemer | : | een natuurlijke of rechtspersoon die een onderneming drijft. |
1.
Elke ondernemer die konijnen houdt is aan het productschap een heffing verschuldigd over het aantal voedsters (moederdieren van konijnen) en vleeskonijnen die hij op het tijdstip van de landbouwtelling in het kalenderjaar 2003 houdt.
2.
Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt:
a.
€ 1,79 per voedster,
waarvan:
€ 0.40 voor de dekking van huishoudelijke uitgaven,
€ 0.53 voor het gezondheidszorgfonds en
€ 0.86 voor het o. en o. fonds
bestemd is.
b.
€ 0,1322 per vleeskonijn,
waarvan:
€ 0,0577 voor de dekking van huishoudelijke uitgaven,
€ 0,0245 voor het gezondheidszorgfonds en
€ 0,05 voor het o. en o. fonds
bestemd is.
1.
De door een ondernemer ingevolge deze verordening verschuldigde heffingsbedragen zullen door het productschap worden vastgesteld op basis van de door de ondernemer in het kader van de landbouwtelling aan het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij verstrekte gegevens.
2.
In het geval de gegevens van de landbouwtelling, als bedoeld in het vorige lid, onjuist of onvolledig zijn, is de in
artikel 2 bedoelde ondernemer verplicht om uiterlijk 1 augustus, door middel van invulling en ondertekening van een hem door het productschap verstrekt opgaveformulier, naar waarheid opgave te doen van die bedrijfsgegevens waarvan de opgave in dat formulier wordt verlangd.
3.
De heffing die aan de ondernemer wordt opgelegd kan worden aangemerkt als voorschotbetaling. Na afloop van het kalenderjaar vindt dan een definitieve heffingsoplegging plaats en zo nodig verrekening tussen feitelijk verschuldigd bedrag en betaalde voorschotten.
4.
De in het opgaveformulier te verstrekken gegevens hebben betrekking op de door de ondernemer te verstrekken bedrijfsgegevens aangaande het aantal voedsters en vleeskonijnen dat op het tijdstip van de landbouwtelling op het bedrijf gehouden is.
5.
Iedere ondernemer is verplicht van dag tot dag een zodanige administratie te voeren, dat de gegevens, benodigd voor de vaststelling van de heffing, te alle tijde op een eenvoudige wijze kunnen worden gekend.
6.
Het bestuur van het productschap is bevoegd bij uitvoeringsbesluit minimumeisen te stellen waaraan de door de ondernemer te voeren administratie dient de voldoen.
7.
In het gevat aan een ondernemer de verplichting uit het tweede lid is opgelegd en hij niet heeft voldaan aan deze op hem rustende verplichting, waaronder begrepen het verstrekken van onvolledige en/of onjuiste gegevens, kan te zijnen aanzien de in
artikel 2 omschreven heffing ambtshalve door het productschap worden vastgesteld aan de hand van aan het productschap ten dienste staande gegevens, zo nodig door middel van een schatting.
Artikel 4 [Materieel uitgewerkt per 21-02-2004]
Een ingevolge deze verordening verschuldigd heffingsbedrag dient uiterlijk binnen 14 dagen nadat dit bedrag aan de betrokken ondernemer in rekening is gebracht, aan het productschap te worden voldaan.
1.
Een schuldenaar, die enig door hem uit hoofde van het bij of krachtens een heffingsverordening bepaalde verschuldigde heffing niet tijdig volledig heeft betaald is, na bij aangetekend schrijven aangemaand om binnen een termijn van 10 dagen de heffing te voldoen, aan het productschap deze heffing verschuldigd, verhoogd met de op de invordering vallende kosten, waaronder begrepen de wettelijke rente.
2.
De in het eerste lid bedoelde rente wordt berekend vanaf de dag waarop de in dat lid genoemde termijn is verstreken tot aan de dag van de algehele voldoening.
1.
De door het productschap uit hoofde van deze verordening verkregen gegevens omtrent ondernemingen worden in handen gesteld van de voorzitter van het productschap; zij worden behoudens aan personeelsleden van het secretariaat van het productschap, niet bekend gemaakt.
2.
De voorzitter van het productschap kan, in afwijking van het gestelde in het eerste lid, besluiten tot bekendmaking van getotaliseerde gegevens omtrent groepen van ondernemingen, doch nimmer op zodanige wijze dat daaruit gegevens omtrent een bepaalde onderneming kunnen worden afgeleid.
Artikel 8 [Materieel uitgewerkt per 21-02-2004]
De voorzitter van het productschap is bevoegd, onder door het bestuur te stellen regelen, van het bepaalde in of krachtens deze verordening ontheffing te verlenen en daaraan voorwaarden te verbinden.