Verordening gezondheidsvoorschriften visdetailhandel 2000
Het bestuur van het Productschap Vis heeft,
gelet op de artikelen 93, 95 en 102 van de Wet op de Bedrijfsorganisatie en op de artikelen 5, 6 en 7 van de Instellingsverordening Productschap Vis, op 27 januari 2000 de navolgende verordening vastgesteld.
1.
In deze verordening wordt verstaan onder:
2.
Deze verordening verstaat onder 'aan particulieren verkopen van visserijproducten' mede het verkopen van visserijproducten aan instellingen of aan personen die deze in een door hen gedreven onderneming aanwenden tenzij dit geschiedt in verband met het verkopen aan wederverkopers.
Artikel 2
Deze verordening is uitsluitend van toepassing ten aanzien van de visdetailhandel.
1.
Het is verboden visserijproducten te bereiden, te behandelen, te verpakken, te bewaren of te verhandelen in bedrijfsruimten die niet voldoen aan het bepaalde in deze verordening.
2.
Het is verboden visserijproducten te verhandelen, indien met betrekking tot deze producten is gehandeld in afwijking van het bepaalde bij of krachtens deze verordening.
1.
Het gereedschap, de werktuigen, de machines en de installaties die bij de bereiding of behandeling van visserijproducten worden gebruikt en de recipiënten, moeten vervaardigd zijn van corrossiebestendig materiaal en gemakkelijk te reinigen en te ontsmetten zijn.
1.
In de bereidplaats en de winkelruimte moeten voldoende wastafels aanwezig zijn; bij de wastafels moeten voldoende producten voor het reinigen en ontsmetten van de handen, voldoende wegwerphanddoeken aanwezig zijn.
2.
In de bereidplaats mogen de kranen van de wastafels niet met de hand kunnen worden bediend.
1.
De bedrijfsruimte moet beschikken over voldoende afvalbakken bestemd voor organisch afval.
2.
Een afvalbak, als bedoeld in het eerste lid, moet waterdicht en corrosiebestendig zijn en voorzien zijn van een duidelijke aanduiding waaruit blijkt dat zij bestemd is voor het bewaren van organisch afval.
3.
Een afvalbak, als bedoeld in het eerste lid, moet zodanig zijn gesitueerd dat verontreiniging van de visserijproducten bestemd voor menselijke consumptie of van de bedrijfsruimte door het afval of het hiervan afkomstige lekwater wordt voorkomen.
1.
De koelruimte moet voldoen aan de volgende eisen:
a.
de vloer moet waterdicht, gemakkelijk te reinigen en te ontsmetten zijn en moet zo zijn aangelegd dat het water gemakkelijk kan wegvloeien naar van stankafsluiters voorziene putten, zonodig via goed te reinigen en te ontsmetten afvoergoten;
b.
de wanden moeten duurzaam, waterdicht en gemakkelijk te reinigen zijn;
c.
het plafond moet gemakkelijk te reinigen te zijn;
d.
de deuren moeten zijn vervaardigd van onaantastbaar, gemakkelijk te reinigen materiaal;
e.
de verlichting moet voldoende zijn.
2.
De koelruimte moet eventueel voorzien zijn van een koelinstallatie die krachtig genoeg is om de visserijproducten te bewaren onder de in het
Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen voorgeschreven temperatuur.
3.
Indien de koelruimte voorzien is van een koelinstallatie moet de ruimte tevens voorzien zijn van een thermometer die gemakkelijk kan worden afgelezen; het warmtegevoelige deel van de thermometer moet zich bevinden in de zone waar de temperatuur het hoogst is.
1.
Een bedrijfsruimte waar visserijproducten worden ingevroren moet beschikken over een vriesinstallatie die voldoende krachtig is om de temperatuur van de producten snel te doen dalen tot de bij of krachtens het
Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen voorgeschreven temperatuur.
2.
Een bedrijfsruimte waar ingevroren visserijproducten worden bewaard moet beschikken over een diepvriesruimte of diepvriesmeubel van voldoende inhoud met een vriesinstallatie die voldoende krachtig is om de producten te bewaren bij een temperatuur, die ongeacht de buitentemperatuur, niet hoger is dan de bij of krachtens het
Warenwetbesluit Bereiding en behandeling van levensmiddelen , voorgeschreven temperatuur; de ruimte moet voorzien zijn van een thermometer die gemakkelijk kan worden afgelezen; het warmtegevoelige deel van de thermometer moet zich bevinden in de zone waar de temperatuur het hoogst is.
1.
De winkelruimte moet voldoen aan de volgende eisen:
a.
zij moet groot genoeg zijn om de werkzaamheden in bevredigende hygiënische omstandigheden te laten verlopen en moet zo zijn ontworpen en ingericht dat besmetting van de visserijproducten wordt voorkomen;
b.
de vloer moet waterdicht, gemakkelijk te reinigen en te ontsmetten zijn;
c.
de wanden moeten duurzaam, waterdicht en gemakkelijk te reinigen zijn;
d.
de aansluiting tussen de vloer en de wanden, tussen de vloer en de overige vaste opstanden en tussen de wanden onderling moeten zijn afgedicht;
e.
het plafond moet gemakkelijk te reinigen zijn en moet zodanig geconstrueerd zijn dat condensatie, schimmelvorming en afbladderen wordt geminimaliseerd.
2.
Indien in de winkelruimte bakovens aanwezig zijn, moeten voorzieningen zijn getroffen om de vrijkomende bakluchten direct uit de ruimte te kunnen afzuigen.
3.
De in de winkelruimte aanwezige werktafels, toonbanken en andere als zodanig te gebruiken voorwerpen of toestellen moeten waterdicht, glad, naadloos en gemakkelijk te reinigen en te ontsmetten zijn.
Artikel 10
De kraam moet voldoen aan de volgende eisen:
a.
zij moet voorzien zijn van een stof- en waterdichte overdekking;
b.
zij moet voorzien zijn van een blad dat waterdicht, glad, naadloos en gemakkelijk te reinigen en te ontsmetten is of een blad dat volledig wordt afgedekt door waterdicht, glad, naadloos en gemakkelijk te reinigen en te ontsmetten materiaal;
c.
het blad bestemd voor het uitstallen van de visserijproducten moet zodanig zijn geconstrueerd dat lekwater gemakkelijk kan wegvloeien;
d.
zij moet zodanig zijn geconstrueerd dat de visserijproducten worden beschermd tegen de zon of een andere warmtebron, alsmede zoveel mogelijk tegen vuil of een andere bron van besmetting.
Artikel 11
In de verkoopruimte moeten, in het geval ter plaatse visserijproducten worden geconsumeerd, voldoende wegwerphanddoeken aanwezig zijn.
1.
De ondernemer dient de nodige maatregelen te treffen om aan het bepaalde bij of krachtens deze verordening te voldoen.
2.
De ondernemer dient erop toe te zien dat het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt nageleefd.
Artikel 13
De in deze verordening gestelde regels binden naast een ondernemer mede de bij een ondernemer werkzame personen, alsmede andere natuurlijke of rechtspersonen, voorzover deze handelingen verrichten, die bedrijfsmatig in ondernemingen, waarvoor het Productschap is ingesteld, plegen te worden verricht.
1.
De voorzitter is, namens het bestuur, belast met de uitvoering van het bepaalde bij of krachtens de
artikelen 3,
4,
5,
6,
7,
8,
9,
10,
11,
12 van deze verordening.
2.
De voorzitter kan, namens het bestuur, nadere voorschriften vaststellen ter uitvoering van het bepaalde ten aanzien van:
3.
De voorzitter kan, namens het bestuur, gehoord de voorzitter van de door het bestuur van het Productschap ingestelde Commissie Detailhandel, vrijstelling of ontheffing verlenen van het bepaalde bij of krachtens de artikelen
4,
5,
6,
7,
8,
9,
10,
11 van deze verordening. Een vrijstelling of ontheffing kan onder beperkingen worden verleend. Aan een vrijstelling of ontheffing kunnen, namens het bestuur, voorschriften worden verbonden. Een verleende vrijstelling of ontheffing kan te allen tijde worden gewijzigd of ingetrokken..
Artikel 15
Overtredingen van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn strafbare feiten.
1.
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.
2.
De Verordening gezondheidsvoorschriften visdetailhandel wordt ingetrokken.
3.
Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening gezondheidsvoorschriften visdetailhandel 2000.
Namens het bestuur van het Productschap