Verordening gemeenschappelijk secretariaat vorderingen landbouwschap 2000
De besturen van
het Hoofdproductschap Akkerbouw, in zijn vergadering van 9 november 2000,
het Productschap Tuinbouw, in zijn vergadering van 14 november 2000,
het Productschap Pluimvee en Eieren, in zijn vergadering van 16 november 2000
het Productschap Vee en Vlees, in zijn vergadering van 8 november 2000,
het Productschap Zuivel, in zijn vergadering van 15 november 2000, hebben,
gelet op de artikelen 109 t/m 114 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en op de Verordening aanwijzing productschappen van de Sociaal-Economische Raad, de volgende verordening vastgesteld.
Artikel 1. Begripsbepaling [Materieel uitgewerkt per 01-07-2006]
In deze verordening wordt verstaan onder:
Wet op de bedrijfsorganisatie a. | wet | |
b. | instellende productschappen | het Hoofdproductschap Akkerbouw, het Productschap Tuinbouw, het Productschap Pluimvee en Eieren, het Productschap Vee en Vlees en het Productschap Zuivel |
c. | bestuur | bestuur van het Gemeenschappelijk secretariaat vorderingen Landbouwschap |
1.
Er is een rechtspersoonlijkheid bezittend lichaam, genaamd ‘Gemeenschappelijk secretariaat vorderingen Landbouwschap’ hierna te noemen: gemeenschappelijk secretariaat.
2.
Het gemeenschappelijk secretariaat heeft een bestuur, een voorzitter en een of meer secretarissen.
Artikel 3. De taak [Materieel uitgewerkt per 01-07-2006]
Het gemeenschappelijk secretariaat verricht uit hoofde van de Verordening aanwijzing productschappen van de Sociaal-Economische Raad ten behoeve van de instellende productschappen alle uitvoerende werkzaamheden ter zake van de invordering van de aan het Landbouwschap ten tijde van zijn formele beëindiging nog verschuldigde geldschulden met inbegrip van de daarmee samenhangende rechtsvorderingen.
1.
Het bestuur bestaat uit tien leden, te weten vijf leden afkomstig van ondernemersorganisaties uit de primaire sector en vijf leden afkomstig van werknemersorganisaties, te benoemen uit het midden van de respectieve besturen van:
a.
het Hoofdproductschap Akkerbouw, één lid uit elke categorie,
b.
het Productschap Tuinbouw, één lid uit elke categorie,
c.
het Productschap Pluimvee en Eieren, één lid uit elke categorie,
d.
het Productschap Vee en Vlees, één lid uit elke categorie,
e.
het Productschap Zuivel, één lid uit elke categorie,
Voor elk lid wordt tevens een plaatsvervangend lid benoemd.
Alle leden zijn telkenmale herbenoembaar voor een volgende zittingsperiode.
2.
Het bestuur vergadert indien de voorzitter zulks in verband met de uitvoering van de taak van het gemeenschappelijk secretariaat nodig acht, dan wel indien tenminste twee leden het verlangen daartoe aan de voorzitter hebben kenbaar gemaakt, doch ten minste twee keer per jaar.
3.
Een secretaris heeft in de vergaderingen van het bestuur een raadgevende stem.
4.
Jaarlijks brengt het bestuur vóór 1 juli verslag uit omtrent de werkzaamheden van het gemeenschappelijk secretariaat in het voorafgaande kalenderjaar. Dit verslag wordt toegezonden aan de besturen van de instellende productschappen alsmede aan de Sociaal-Economische Raad.
6.
De zittingsperiode van het bestuur bestrijkt een periode van twee jaar. De leden van het bestuur worden voor de eerste maal benoemd voor een periode eindigende op 31 december 2001.
1.
Het bestuur benoemt uit zijn midden een voorzitter. Is het bestuur voor de eerste maal in vergadering bijeen, dan treedt zolang de voorzitter niet is benoemd, het oudste bestuurslid in leeftijd als voorzitter op.
2.
De voorzitter vertegenwoordigt het gemeenschappelijk secretariaat in en buiten rechte.
1.
Het secretariaat van het gemeenschappelijk secretariaat is gevestigd bij het secretariaat van het Hoofdproductschap Akkerbouw.
2.
Het gemeenschappelijk secretariaat heeft geen personeel in dienst. Het benodigd personeel wordt voor rekening van het gemeenschappelijk secretariaat ter beschikking gesteld door het Hoofdproductschap Akkerbouw.
1.
Het bestuur beheert de inkomsten en uitgaven van het gemeenschappelijk secretariaat.
2.
Het bestuur stelt jaarlijks een begroting vast van inkomsten en uitgaven ten aanzien van huishoudelijke kosten van het gemeenschappelijk secretariaat. De vastgestelde begroting wordt jaarlijks vóór 15 november ter goedkeuring aangeboden aan de Sociaal-Economische Raad en wordt tegelijkertijd ter kennisneming aangeboden aan de besturen van de instellende productschappen.
3.
Het bestuur stelt na afloop van ieder kalenderjaar binnen zes maanden een rekening vast van de inkomsten en uitgaven ten aanzien van huishoudelijke kosten van het gemeenschappelijk secretariaat. De rekening wordt ter instemming naar de Sociaal- Economische Raad gezonden en wordt tegelijkertijd ter kennisneming aan de besturen van de instellende productschappen gezonden.
4.
De geïnde bedragen als gevolg van de invordering van geldschulden, bedoeld in
artikel 3, worden op kwartaalbasis overgedragen aan de Sociaal-Economische Raad.
5.
De kosten van de invorderingen van de geldschulden, bedoeld in
artikel 3, worden op kwartaalbasis gedeclareerd bij de Sociaal-Economische Raad.
Artikel 11. Slotbepalingen [Materieel uitgewerkt per 01-07-2006]
Deze verordening treedt in werking op het tijdstip waarop de Verordening aanwijzing productschappen van de Sociaal-Economische Raad in werking treedt. Indien de Nederlandse Staatscourant waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na het in de eerste volzin bedoelde tijdstip, treedt zij in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Nederlandse Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met het in de eerste volzin bedoelde tijdstip.
Deze verordening wordt eveneens geplaatst in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.
HOOFDPRODUCTSCHAP AKKERBOUW
PRODUCTSCHAP PLUIMVEE EN EIEREN
PRODUCTSCHAP VEE EN VLEES