Rechtenmedia.nl - Juridische Online Uitgeverij  Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Vacatures | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl | Rechtentotaal.nl
» Energiewijzer « advertorial
Bespaar geld en stap over!
Energiewijzer.nl, eerlijk over energie.

Juridische vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature

Powered by Jbmatch.nl

Inhoudsopgave
Artikel 1
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
+ Artikel 6
Artikel 7. (mandatering afslagen)
Artikel 8
Artikel 9
Artikel 10
Artikel 11
Artikel 12. (bescherming gegevens)
Artikel 13. (mandatering voorzitter)
Artikel 14
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht

Verordening financiering vispromotie 2005

Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:

Geldigheidsdatum:
Ingangsdatum:
Let op. Deze wet is vervallen op 21 april 2007. U leest nu de tekst die gold op 20 april 2007.
Verordening van het Productschap Vis van 28 oktober 2004, houdende regels ter zake van de aan de onder het Productschap Vis ressorterende ondernemers op te leggen bestemmingsheffing ten behoeve van vispromotie voor het jaar 2005 (Verordening financiering vispromotie 2005)
Het bestuur van het Productschap Vis;
Gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie
en artikel 7 van het Instellingsbesluit Productschap Vis (Stb. 2003, 253);
Besluit:
1.
In deze verordening wordt verstaan onder:
2.
Voor de toepassing van het bepaalde bij of krachtens deze verordening vindt het aanvoeren plaats op het tijdstip waarop het vaartuig direct of indirect verbinding met de wal heeft verkregen.
Artikel 2
Elke ondernemer is aan het productschap ten bate van het fonds een heffing verschuldigd wegens:
a. het aanvoeren van zeevis door een aanvoerder;
b. het kopen van zeevis van een aanvoerder;
c. het inkopen van vis en/of visproducten, welke fysiek in Nederland zijn of komen;
d. het verkopen aan particulieren van vis en/of visproducten door een kleinhandelaar.
1.
De heffing wegens de handeling, bedoeld in artikel 2, onder a, bedraagt 0,7 promille van de waarde van de aangevoerde zeevis.
2.
De heffing wegens de handeling, bedoeld in artikel 2, onder a, bedraagt 0,6 promille van de waarde van de aangevoerde zeevis, voor zover het betreft met een trawler aangevoerde zeevis.
3.
De heffing wegens de handeling, bedoeld in artikel 2, onder b, bedraagt 0,8 promille van het aankoopbedrag van de gekochte zeevis.
4.
De heffing wegens de handeling, bedoeld in artikel 2, onder b, bedraagt 0,7 promille van het aankoopbedrag van de gekochte zeevis, voor zover het betreft met een trawler aangevoerde zeevis.
5.
De heffing wegens de handeling, bedoeld in artikel 2, onder c, bedraagt 0,6 promille van het inkoopbedrag van de ingekochte vis en/of visproducten.
6.
De heffing wegens de handeling, bedoeld in artikel 2, onder d, bedraagt € 80,- per verkooppunt per kalenderjaar. Onder verkooppunt wordt onder meer verstaan een viswinkel, een viskraam of een visverkoopwagen.
7.
De waarde van de aangevoerde zeevis, als bedoeld in het eerste en tweede lid, wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 4.
8.
Als aankoopbedrag van de al dan niet door tussenkomst van een afslag gekochte zeevis, als bedoeld in het derde en vierde lid, geldt de door de koper, voor de door hem betrokken zeevis, betaalde koopsom.
9.
Bij de bepaling van het inkoopbedrag, als bedoeld in het vijfde lid, wordt het deel van het inkoopbedrag waarover reeds een heffing als bedoeld in het derde of vierde lid is betaald door dezelfde heffingsplichtige ondernemer, in mindering gebracht.
10.
Vis en visproducten zijn eenmalig onderhevig aan een heffing als bedoeld in het eerste lid. Op het inkoopbedrag, als bedoeld in het vijfde lid, dient derhalve het inkoopbedrag waarover reeds een heffing als bedoeld in artikel 2, onder c, is opgelegd, in mindering te worden gebracht.
11.
Op het bepaalde in het negende en tiende lid van dit artikel is artikel 5, eerste lid, van overeenkomstige toepassing met dien verstande dat de ondernemer die meent dat het negende en/of tiende lid van dit artikel van toepassing is, dit schriftelijk dient te bewijzen.
1.
Indien de aangevoerde zeevis door tussenkomst van een afslag is verhandeld geldt als waarde van de zeevis de op de afslag gemaakte brutobesomming.
2.
Indien de aangevoerde vis, bedoeld in artikel 3, eerste lid, zonder tussenkomst van een afslag is verhandeld geldt als waarde van de zeevis de door de koper, voor de aan hem verkochte zeevis, betaalde koopsom.
3.
Indien de aangevoerde vis, bedoeld in artikel 3, tweede lid, zonder tussenkomst van een afslag is verhandeld geldt als waarde van de zeevis 70 % van de door de koper, voor de aan hem verkochte zeevis, betaalde koopsom.
1.
Een ondernemer verstrekt aan het productschap, op schriftelijk verzoek van de voorzitter, namens het bestuur, vóór de in dit verzoek genoemde datum, naar waarheid de gegevens die nodig zijn voor de vaststelling van de door de ondernemer op grond van deze verordening verschuldigde heffing.
2.
Een ondernemer overlegt aan het productschap, op schriftelijk verzoek van de voorzitter, namens het bestuur, vóór de in dit verzoek genoemde datum een verklaring, van een accountant als bedoeld in de desbetreffende bepalingen van het Burgerlijk Wetboek, omtrent de getrouwheid en volledigheid van de in het eerste lid bedoelde gegevens.
3.
Indien blijkt dat de door de ondernemer verstrekte gegevens onjuist zijn of afwijken van aan het productschap ten dienste staande gegevens, kunnen aan de hand van deze nieuwe gegevens of overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 en/of in artikel 13 de in rekening gebrachte en/of te brengen bedragen worden herzien en het verschil worden nagevorderd of gerestitueerd.
1.
Indien een ondernemer de gegevens, bedoeld in artikel 5, eerste lid, niet of niet volledig aan het productschap heeft verstrekt vóór de in dat artikel bedoelde datum dan wel vóór de datum van de aan de ondernemer toegezonden herinnering, is de voorzitter, namens het bestuur, bevoegd de verzochte waarden, aankoopbedragen, inkoopbedragen, hoeveelheden of aantallen te schatten en op basis daarvan de verschuldigde heffing te berekenen.
2.
De voorzitter stelt, namens het bestuur, de betrokken ondernemer van de geschatte gegevens en het op basis daarvan berekende heffingsbedrag schriftelijk in kennis, onder mededeling dat hij alsnog in de gelegenheid wordt gesteld de eerder verzochte gegevens binnen 3 weken na verzending van de kennisgeving aan het productschap te verstrekken.
3.
Indien de betrokken ondernemer binnen de in het tweede lid bedoelde termijn alsnog de verzochte gegevens aan het productschap verstrekt, wordt de verschuldigde heffing berekend op basis van deze gegevens.
4.
Indien blijkt dat de door de ondernemer alsnog verstrekte gegevens, als bedoeld in het derde lid, onjuist zijn of afwijken van aan het productschap ten dienste staande gegevens, wordt de verschuldigde heffing berekend op basis van de door de voorzitter geschatte waarden, aankoopbedragen, inkoopbedragen, hoeveelheden of aantallen.
5.
Indien de betrokken ondernemer binnen de in het tweede lid bedoelde termijn wederom in gebreke blijft de verzochte gegevens aan het productschap te verstrekken, wordt het bedrag, zoals berekend op de wijze bedoeld in het eerste lid, in rekening gebracht.
1.
Indien vis door tussenkomst van een afslag is verhandeld worden de op grond van deze verordening wegens het aanvoeren of kopen van de vis verschuldigde heffingen door de ondernemer onmiddellijk na de verkoop aan het productschap betaald.
2.
In de gevallen bedoeld in het eerste lid kunnen de door de aanvoerder of koper verschuldigde heffingen door de afslagadministratie ten behoeve van het productschap worden geïnd door middel van inhouding op de op de afslag gemaakte bruto besomming respectievelijk verrekening met het betaalde aankoopbedrag. Indien de heffingen op deze wijze volledig zijn geïnd, wordt de ondernemer geacht te dier zake aan zijn verplichting te hebben voldaan.
Artikel 8
Indien vis zonder tussenkomst van een afslag is verhandeld worden de op grond van deze verordening wegens het aanvoeren of kopen van de vis verschuldigde heffingen door de ondernemer betaald uiterlijk binnen dertig dagen na de dag waarop zij hem door het productschap in rekening zijn gebracht.
Artikel 9
De ingevolge artikel 2, onder c en onder d verschuldigde heffingen worden door de ondernemer betaald uiterlijk binnen dertig dagen na de dag waarop zij hem door het productschap in rekening zijn gebracht.
1.
Het productschap brengt vooruitlopend op de opgave bedoeld in artikel 5 de ondernemers jaarlijks één of meer voorschotbedragen in rekening.
2.
Indien en voor zover aan voorschotbedragen meer is betaald dan uit hoofde van deze verordening is verschuldigd, vindt restitutie plaats.
3.
Het voorschotbedrag wordt door de ondernemer betaald uiterlijk binnen dertig dagen na de dag waarop het hem door het productschap in rekening is gebracht.
Artikel 11
Een nagevorderd bedrag als bedoeld in artikel 5, derde lid, wordt door de ondernemer betaald uiterlijk binnen veertien dagen na de dag waarop het bedrag hem door het productschap in rekening is gebracht.
Artikel 12. (bescherming gegevens)
De Verordening Algemene Bepalingen Productschap Vis 2000 is van toepassing op de verwerking van gegevens, als bedoeld in de artikelen 5, 6 en 7.
1.
De voorzitter is, namens het bestuur, belast met de vaststelling en oplegging van de door een ondernemer verschuldigde heffing(en), als bedoeld in artikel 2, indien deze verschuldigde heffing(en) niet reeds op grond van artikel 7 door de afslagadministratie ten behoeve van het productschap is/zijn geïnd.
2.
a. De oplegging van de door een ondernemer verschuldigde heffing(en), geschiedt door de voorzitter, namens het bestuur, door middel van toezending of uitreiking aan de heffingsplichtige ondernemer van een gedagtekende heffingsaanslag op basis van;
de gegevens als bedoeld in artikel 5 en/of artikel 6 en/of;
de bij het productschap bekende gegevens voor de heffing(en) als bedoeld in artikel 2, onder d.
b. De heffingsaanslag moet bevatten:
de naam en de woonplaats of vestigingsplaats van de heffingsplichtige ondernemer, conform de gegevens die bekend zijn bij het productschap;
een specificatie van het bedrag van de heffing(en) onder vermelding van de heffingsgrondslagen;
in de daarvoor in aanmerking komende gevallen: de toepasselijke vrijstellingen;
in de daarvoor in aanmerking komende gevallen: de toepasselijke verrekening met reeds betaalde voorschotbedragen;
het totaalbedrag van de heffingsaanslag;
het betalingstijdstip en informatie over de wijze van betaling;
de vermelding van de mogelijkheid van bezwaar met inachtneming van artikel 3:45 van de Algemene wet bestuursrecht .
3.
De voorzitter kan, namens het bestuur, de termijn van inzending van de gegevens als bedoeld in artikel 5 en/of 6, op verzoek van een ondernemer verlengen met een termijn die de voorzitter redelijk acht.
4.
a. De voorzitter legt, namens het bestuur, een voorschotbedrag op, als bedoeld in artikel 10, bij de heffingsplichtige ondernemer opleggen en zal dit bedrag in rekening brengen.
b. De voorzitter kan, namens het bestuur, het in rekening gebrachte voorschotbedrag herzien en/of opnieuw opleggen indien blijkt dat de gegevens van de heffingsplichtige ondernemer, die hier aan ten grondslag lagen, niet in overeenstemming zijn met de werkelijkheid.
5.
De voorzitter is, namens het bestuur, belast met de uitvoering van het bepaalde in de artikelen 8 tot en met 11 met inachtneming van het bepaalde in artikel 127 van de Wet op de bedrijfsorganisatie .
6.
De voorzitter is, namens het bestuur, belast met het beslissen op bezwaarschriften tegen besluiten, als bedoeld in het tweede lid met inachtneming van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht .
7.
De voorzitter is, namens het bestuur, belast met het beslissen op verzoeken om in te stemmen met rechtstreeks beroep bij de administratieve rechter tegen besluiten, als bedoeld in het tweede lid met inachtneming van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht .
8.
De voorzitter kan in afwijking van het vierde lid, namens het bestuur, de heffingsplichtige ondernemer op diens verzoek bij de indiening van zijn bezwaarschrift:
a. in bijzondere omstandigheden (ter beoordeling van de voorzitter) uitstel van betaling verlenen van de vastgestelde en opgelegde heffing(en), als bedoeld in het tweede lid, totdat de beslissing op het bezwaarschrift door de voorzitter is genomen;
b. een vergoeding toekennen als bedoeld in artikel 7:15 Algemene wet bestuursrecht;
c. ingeval beroep is ingesteld tegen een beslissing op het bezwaarschrift, in bijzondere omstandigheden (ter beoordeling van de voorzitter) uitstel van betaling verlenen van de vastgestelde en opgelegde heffing(en), als bedoeld in het tweede lid, totdat de bevoegde rechter uitspraak heeft gedaan.
9.
De voorzitter kan in afwijking van het eerste lid, namens het bestuur, de heffingsplichtige ondernemer vrijstellen van artikel 2 indien het totaal van de door deze ondernemer verschuldigde heffing(en) minder is dan € 10,-.
10.
De voorzitter is, namens het bestuur, belast met het kenbaar maken en stellen van nadere eisen aan het gebruik van de elektronische weg bij het verkeer van berichten tussen ondernemers en het productschap met betrekking tot het bepaalde in de onderhavige verordening met inachtneming van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht .
1.
Deze verordening, welke kan worden aangehaald als Verordening financiering vispromotie 2005, treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.
2.
De Verordening financiering vispromotie 2004 wordt ingetrokken, behoudens ten aanzien van reeds verschuldigde heffingsbedragen.
Rijswijk, 28 oktober 2004
voorzitter
secretaris