Verordening van het Productschap Vee en Vlees van 10 november 2004, houdende vaststelling bestemmingsheffingen ten behoeve van de varkenssector voor het jaar 2005 (Verordening bestemmingsheffingen varkens (PVV) 2005)
Het bestuur van het Productschap Vee en Vlees;
Gelet op artikel 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en artikelen 10 en 12 van het Instellingsbesluit Productschap Vee en Vlees;
Gezien de Verordening algemene bepalingen heffingen (PVV) 2005;
1.
De ondernemer die in het jaar 2005 één of meer dieren slacht of doet slachten, dan wel uitvoert, is aan het productschap een heffing verschuldigd tegen het in het tweede lid bepaalde tarief ten behoeve van de daarbij gegeven bestemming.
2.
Het tarief van de in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt:
a.
€ 0,14 per varken, waarvan
€ 0,09 voor het afzetbevorderingsfonds, waarvan € 0,03 niet als zodanig in mindering mag worden gebracht op de aan de leverancier uit te betalen prijs,
€ 0,04 voor het kwaliteitsverbeteringsfonds, en
€ 0,01 voor het gezondheidszorgfonds
is bestemd.
b.
€ 0,14 per zeug, waarvan
€ 0,09 voor het afzetbevorderingsfonds, waarvan € 0,03 niet als zodanig in mindering mag worden gebracht op de aan de leverancier uit te betalen prijs,
€ 0,04 voor het kwaliteitsverbeteringsfonds, en
€ 0,01 voor het gezondheidszorgfonds
is bestemd.
c.
€ 0,07 per big, waarvan
€ 0,02 voor het afzetbevorderingsfonds, waarvan € 0,02 niet als zodanig in mindering mag worden gebracht op de aan de leverancier uit te betalen prijs,
€ 0,04 voor het kwaliteitsverbeteringsfonds, en
€ 0,01 voor het gezondheidszorgfonds
is bestemd.
1.
De ondernemer die in het kalenderjaar 2005 één of meer dieren slacht of doet slachten, is naast de in
artikel 2 bedoelde heffing, aan het productschap ten behoeve van het afzetbevorderingsfonds een heffing verschuldigd van € 0,11 per varken ter dekking van uitgaven voor vleespromotie.
2.
De in het eerste lid bedoelde heffing mag niet als zodanig in mindering worden gebracht op de aan de leverancier uit te betalen prijs.
Artikel 4
Als ondernemer die uitvoert als bedoeld in
artikel 2, wordt aangemerkt degene die één of meer dieren-
in het handelsverkeer brengt, dan wel-
naar derde landen uitvoert, dan wel-
aflevert aan een (rechts)persoon wiens bedrijf niet in Nederland is gevestigd, ongeacht of de ontvangst van die dieren door deze (rechts-)persoon in Nederland plaatsvindt.
Artikel 5
De heffing, bedoeld in de
artikelen 2 en
3, is niet verschuldigd voor een dier, ten aanzien waarvan ten genoegen van het productschap wordt aangetoond, dat:
a.
de periode tussen het tijdstip van invoer en het tijdstip van slacht korter is dan twee maanden;
b.
de periode tussen het tijdstip van invoer en het tijdstip van uitvoer korter is dan twee maanden.
Artikel 7
Voor de toepassing van deze verordening geldt het bepaalde bij of krachtens de
Verordening algemene bepalingen heffingen (PVV) 2005 .
1.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffingen varkens (PVV) 2005.
2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2005.
3.
Deze verordening wordt gepubliceerd in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.
Zoetermeer, 10 november 2004