Verordening van het Productschap Vee en Vlees van 31 oktober 2012, houdende de vaststelling van een bestemmingsheffing ten behoeve van de runder- en kalversector voor het jaar 2013 (Verordening bestemmingsheffingen runderen en kalveren (PVV) 2013)
Het bestuur van het Productschap Vee en Vlees;
Gelet op de artikelen 95 en 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie en artikel 12 van het Instellingsbesluit Productschap Vee en Vlees;
Gezien de Verordening algemene bepalingen heffingen (PVV) 2005;
1.
De ondernemer die in het jaar 2013 één of meer dieren slacht of doet slachten, dan wel uitvoert, is aan het productschap een heffing verschuldigd tegen het in het tweede lid bepaalde tarief ten behoeve van de daarbij gegeven bestemming.
2.
De in het eerste lid bedoelde heffing bedraagt:
a.
€ 0,25 per rund, waarvan
€ 0,15 voor het fonds afzetbevordering,
€ 0,10 voor het fonds gezondheidszorg, en
€ 0,00 voor het fonds kwaliteitsverbetering is bestemd.
b.
€ 0,37 per kalf V, waarvan
€ 0,15 voor het fonds afzetbevordering,
€ 0,11 voor het fonds gezondheidszorg, en
€ 0,11 voor het fonds kwaliteitsverbetering is bestemd.
c.
€ 0,37 per kalf Z, waarvan
€ 0,15 voor het fonds afzetbevordering,
€ 0,11 voor het fonds gezondheidszorg, en
€ 0,11 voor het fonds kwaliteitsverbetering is bestemd.
d.
€ 0,33 per jong kalf, waarvan
€ 0,11 voor het fonds afzetbevordering,
€ 0,11 voor het fonds gezondheidszorg, en
€ 0,11 voor het fonds kwaliteitsverbetering is bestemd.
3.
Van de in het tweede lid, onder a., bedoelde heffing ten behoeve van het fonds afzetbevordering mag € 0,04 niet als zodanig in mindering worden gebracht op de aan de leverancier uit te betalen prijs.
4.
Van de in het tweede lid, onder b. en c., bedoelde heffing ten behoeve van het fonds afzetbevordering mag € 0,05 niet als zodanig in mindering worden gebracht op de aan de leverancier uit te betalen prijs.
5.
Van de in het tweede lid, onder d., bedoelde heffing ten behoeve van het fonds afzetbevordering mag € 0,01 niet als zodanig in mindering worden gebracht op de aan de leverancier uit te betalen prijs.
a.
in het handelsverkeer brengt, dan wel
b.
naar derde landen uitvoert, dan wel
c.
aflevert aan een (rechts)persoon wiens bedrijf niet in Nederland is gevestigd, ongeacht of de ontvangst van die dieren door deze (rechts)persoon in Nederland plaatsvindt.
Artikel 4
De heffing, bedoeld in
artikel 2, is niet verschuldigd voor een dier, ten aanzien waarvan ten genoegen van het productschap wordt aangetoond, dat:
a.
de periode tussen het tijdstip van invoer en het tijdstip van slacht korter is dan drie maanden;
b.
de periode tussen het tijdstip van invoer en het tijdstip van uitvoer korter is dan drie maanden.
Artikel 5
Voor de toepassing van deze verordening geldt het bepaalde bij of krachtens de
Verordening algemene bepalingen heffingen (PVV) 2005 .
1.
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffingen runderen en kalveren (PVV) 2013.
2.
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2013. Indien het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie waarin deze verordening wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 1 januari 2013, dan treedt zij in werking op de tweede dag na de dag van publicatie en werkt zij terug tot en met 1 januari 2013.
Zoetermeer, 31 oktober 2012