Verordening van het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten van 7 november 2012, houdende regels terzake van de aan de ondernemers die het glazenwassersbedrijf uitoefenen op te leggen bestemmingsheffing voor het jaar 2013 (Verordening bestemmingsheffing glazenwassersbedrijf 2013)
Het bestuur van het Hoofdbedrijfschap Ambachten;
Gelet op artikel 95, tweede lid en artikel 126 van de Wet op de bedrijfsorganisatie;
Gezien het advies van de Commissie glazenwassersbedrijf;
Artikel 1
In deze verordening wordt verstaan onder:
a.
de ondernemer: degene die een onderneming drijft, dan wel degenen die gezamenlijk een onderneming drijven;
c.
de voorzitter: de voorzitter van het Hoofdbedrijfschap Ambachten;
Artikel 2
Deze verordening is van toepassing op de ondernemers die een onderneming drijven waarin het glazenwassersbedrijf wordt uitgeoefend.
Artikel 3
Aantal werkzame personen | heffing werkzame personen |
---|
0 | nihil |
1 | nihil |
2 | € 10 |
3 | € 20 |
4 | € 30 |
5 tot 10 | € 40 |
10 tot 20 | € 50 |
20 tot 50 | € 60 |
50 en meer | € 70 |
1.
Aan de ondernemers die op of na de dag van inwerkingtreding van deze verordening een onderneming drijven waarin het glazenwassersbedrijf wordt uitgeoefend, wordt voor het jaar 2013 een heffing opgelegd ten behoeve van projecten op het gebied van de verbetering van de arbeidsomstandigheden en de professionalisering van het glazenwassersambacht.
2.
De heffing bedoeld in het eerste lid bestaat uit:
a.
een basisheffing van € 30,- per onderneming; en
b.
een heffing werkzame personen, waarvan de hoogte afhankelijk is van het aantal werkzame personen werkzaam in de onderneming, met toepassing van het in het derde lid opgenomen schema.
3.
De heffing werkzame personen bedraagt:
1.
Bij cumulatie van onderhavige bestemmingsheffing met een of meer andere aan het Hoofdbedrijfschap Ambachten te betalen bestemmingsheffingen, wordt de heffing tot nihil verminderd, indien de uitoefening van het glazenwassersbedrijf kan worden aangemerkt als een nevenactiviteit ten opzichte van die andere bedrijfsuitoefening of bedrijfsuitoefeningen waarvoor een bestemmingsheffing is opgelegd.
2.
De vermindering wordt alleen toegepast ten aanzien van de onderneming waarin één persoon alle bedrijven uitoefent waarvoor bestemmingsheffingen zijn opgelegd.
Artikel 5
Vermindering als bedoeld in
artikel 4 wordt slechts verleend op aanvraag. De aanvrager toont ten genoegen van de voorzitter aan dat aan de in het betreffende artikel genoemde voorwaarden wordt voldaan. Een aanvraag wordt binnen 6 weken nadat de heffing is opgelegd bij de voorzitter ingediend.
Artikel 8
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na afkondiging in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie.
Artikel 9
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening bestemmingsheffing glazenwassersbedrijf 2013.
Deze regeling zal met de toelichting in het Verordeningenblad Bedrijfsorganisatie worden geplaatst.
Den Haag, 7 november 2012