Besluit van 17 juli 1999 tot vaststelling van het tijdstip van aanvang van fase 2 en fase 3 van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 8 juli 1999, directie Arbeidszaken Overheid, nr. AB1999/U76586;
Gelet op artikel 94, eerste en tweede lid, van de Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen;
Hebben goedgevonden en verstaan:
1.
Het tijdstip van aanvang van fase 2 van de
Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen is 1 januari 2001 voor alle artikelen van die wet waarin naar dat tijdstip wordt verwezen.
a.
op 31 december 2000 verlof geniet in verband met zwangerschap en bevalling waarvan de vastgestelde duur eindigt na 31 januari 2001; of
b.
op 31 december 2000 recht heeft op bezoldiging of uitkering in geval van ziekte in de zin van de
Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen , waarvan wordt vastgesteld dat het recht ononderbroken heeft doorgelopen tot en met 15 februari 2001; tenzij hij op 1 januari 2001 recht heeft op wachtgeld in de zin van de
Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen .
3.
Indien op grond van het eerste en het tweede lid wijziging van hetzelfde artikel, artikellid of artikelonderdeel van een wet ingevolge de
Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen gelijktijdig plaatsvindt, worden eerst de wijzigingen behorende bij de bedoelde fase 2 aangebracht en direct daarop volgend de wijzigingen behorende bij de bedoelde fase 3.
De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Uitgegeven de vierentwintigste augustus 1999
De Minister van Justitie,