Besluit van 22 september 1921, tot vaststelling van een "Octrooireglement"
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.
Op de voordracht van Onze Ministers van Landbouw, Nijverheid en Handel en van Koloniën van 26 Mei 1921, n°. 8617, afdeeling Handel;
Gezien de artikelen 14, 15, 21, 29, 31, 36, 62 en 64 der Octrooiwet 1910 ( Staatsblad n°. 313), gelijk deze wet is aangevuld en gewijzigd bij de wet van 15 Januari 1921 ( Staatsblad n°. 15);
Gezien Onze besluiten van 15 December 1914 ( Staatsblad n°. 559), 27 Mei 1918 ( Staatsblad n°. 299) en 9 Juli 1919 ( Staatsblad n°. 471);
Den Raad van State gehoord (advies van 5 Juli 1921, n°. 13);
Gelet op het nader rapport van Onze voornoemde Ministers van Landbouw, Nijverheid en Handel en van Koloniën van 8 September 1921, n°. 12609, afdeeling Handel, en van 16 September 1921, 4de afdeeling, n°. 12;
Hebben goedgevonden en verstaan:
te bepalen:
Artikel 1
Onder intrekking van Onze besluiten van 15 December 1914 ( Staatsblad n°. 559), 27 Mei 1918 ( Staatsblad n°. 299) en 9 Juli 1919 ( Staatsblad n°. 471), wordt met ingang van een nader door Ons te bepalen datum vastgesteld het bij dit besluit gevoegde reglement, genaamd "Octrooireglement", houdende voorschriften als bedoeld in de artikelen 14, 15 , 21, 29 sub a - f, 31, 36, 62 en 64 van de Octrooiwet 1910 ( Staatsblad n°. 313), gelijk deze wet is aangevuld en gewijzigd bij de wet van 15 Januari 1921 ( Staatsblad n°. 15).
Artikel 2
De bepaling van
artikel 1 van dit besluit geldt niet ten aanzien van de octrooiaanvragen, waarop de voorschriften der genoemde wet van 15 Januari 1921 ( Staatsblad n°. 15) ingevolge artikel III dier wet niet van toepassing zijn.
's-Gravenhage, den 22sten September 1921
De Minister van Landbouw, Nijverheid en Handel,
De Minister van Koloniën,
Uitgegeven den achttienden October 1921.
De Minister van Justitie,