{**}
Rechtenmedia.nl - Juridische Online Uitgeverij  Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Vacatures | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl | Rechtentotaal.nl
» Energiewijzer « advertorial
Bespaar geld en stap over!
Energiewijzer.nl, eerlijk over energie.

Juridische vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature

Powered by Jbmatch.nl

Inhoudsopgave
§ 1. Algemeen
Artikel 1
Artikel 2
Artikel 3
Artikel 4
Artikel 5
Artikel 6
Artikel 7
Artikel 8
Artikel 9
Artikel 10
Artikel 11
Artikel 12
Artikel 13
Artikel 14
Artikel 15
§ 2. Realisering
Artikel 16
Artikel 17
Artikel 18
Artikel 19
Artikel 20
§ 3. De commanditaire vennootschap
Artikel 21
Artikel 22
§ 4. Slotbepalingen
Artikel 23
Artikel 24
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht

Uitvoeringsreglement Publieksfilm voor de Beneluxmarkt

Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:

Geldigheidsdatum:
Ingangsdatum:
Let op. Deze wet is vervallen op 27 juli 2007. U leest nu de tekst die gold op 26 juli 2007.
Uitvoeringsreglement Publieksfilm voor de Beneluxmarkt
Het Nederlands Fonds voor de Film publiceert: Gewijzigd uitvoeringsreglement Publieksfilm in opdracht van het ministerie van OCW.
Ter uitvoering van het bepaalde in het bijdragenreglement geldt het volgende:
Artikel 1
Dit reglement is van toepassing onverminderd en in aanvulling op het bepaalde in het bijdragenreglement tenzij uitdrukkelijk anders wordt aangegeven.
Artikel 2
Een publieksfilm voor de Beneluxmarkt:
a. bevat overwegend Nederlandse kenmerken;
b. heeft een lengte van meer dan zeventig minuten en is bestemd voor exploitatie in een bioscoop- of filmtheater;
c. heeft een commercieel oogmerk en is gericht op een zo omvangrijk mogelijk publiek;
d. heeft een begroting van ten hoogste vijftien miljoen euro;
e. wordt binnen een commanditaire vennootschap geproduceerd.
Artikel 3
1. Een aanvraag in de zin van dit reglement kan uitsluitend worden gedaan door een producent die gedurende ten minste twee jaar voorafgaand aan de aanvraag in Nederland is gevestigd en wiens beroep respectievelijk hoofdactiviteit bestaat uit het produceren van films.
2. De in het eerste lid bedoelde producent verplicht zich één van de beherende vennoten te worden van de commanditaire vennootschap waarop de aanvraag betrekking.
3. De in het vorige lid bedoelde producent heeft ten minste een meerderheidsbelang in de besloten vennootschap die beherend vennoot is van de commanditaire vennootschap.
4. Subsidie wordt uitsluitend verleend aan de beherend vennoten van een commanditaire vennootschap.
5. In het geval dat de commanditaire vennootschap zoals bedoeld in dit artikellid nog niet is opgericht, is de producent verplicht zo spoedig mogelijk na oprichting ervan de verleende subsidie over te dragen.
Artikel 4
1. De subsidie bedraagt ten hoogste € 900.000,–.
2. Onverminderd het bepaalde in het eerste lid bedraagt de subsidie voor realisering, promotie en marketing ten hoogste dertig procent van de begroting.
3. Onder begroting wordt verstaan: de totale productiekosten inclusief de kosten voor promotie en marketing zoals opgenomen in het door het voorgeschreven fondsmodel, exclusief de daarin eventueel opgenomen kosten voor prints and advertising.
4. Subsidie wordt uitsluitend verstrekt indien en voor zover de middelen van het fonds dat toelaten.
Artikel 5
1. Een aanvraag kan worden afgewezen en een beschikking tot subsidieverlening kan worden verlaagd, gewijzigd of ingetrokken voor zover subsidieverlening in strijd zou zijn respectievelijk in strijd is met ingevolge het EG-verdrag voor de staat geldende verplichtingen.
2. Verlening van subsidie vindt plaats onder de voorwaarde dat het totaalbedrag van de fondsbijdrage(n) – in de zin van artikel 6 – tezamen met het fiscale voordeel dat door de participanten in de commanditaire vennootschap terzake van de investering in en de uitbreng en exploitatie van de film, op basis van de grondslag waarover de filminvesteringsaftrek is berekend, niet hoger is dan 50% van de totale werkelijke kosten.
3. Indien bij vaststelling van de subsidie blijkt dat het in het tweede lid bedoelde totaalbedrag hoger is dan 50% van de totale werkelijke kosten, dan wordt de subsidie lager vastgesteld.
4. De ontvanger van subsidie is verplicht om het fonds zo spoedig mogelijk te informeren over de in dit artikel bedoelde overschrijding met overlegging van alle relevante bescheiden.
5. Onder totale werkelijke kosten wordt verstaan: de productiekosten, de aan de commanditaire vennootschap gerelateerde kosten en de kosten van uitbreng, voor zover deze door de commanditaire vennootschap worden betaald.
Artikel 6
1. Eerder aan een bepaald project verleende subsidies worden in mindering gebracht op de realiseringssubsidie.
2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor subsidies verleend voor scenario-ontwikkeling of voor promotie en marketing.
Artikel 7
Subsidie wordt niet verleend voor omzetting van reeds opgenomen delen van een televisieserie naar een publieksfilm, indien deze omzetting uitsluitend de vertoning en exploitatie van de filmversie tot doel heeft.
Artikel 8
1. Een film komt niet voor subsidie in aanmerking indien deze, voordat de beslissing op de aanvraag is genomen, geheel of gedeeltelijk in de openbaarheid is gebracht.
2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor vertoning van korte fragmenten die uitsluitend zijn bedoeld voor promotionele doelen.
Artikel 9
Van de begroting dient een bedrag, gelijk aan het door het fonds verleende realiseringssubsidie, in zijn geheel in Nederland te worden uitgegeven.
Artikel 10
De aanvrager neemt in de distributieovereenkomst een bepaling op waarin de distributeur zich verplicht desgevraagd inzage te verschaffen in alle bescheiden die het fonds noodzakelijk acht voor een juiste vervulling van zijn taak.
Artikel 11
In het geval van een internationale coproductie wordt de omvang van de deelname van de filmonderneming in de kosten van ontwikkeling en realisering, alsmede de aard van de Nederlandse inbreng, betrokken bij de hoogte van de subsidie.
Artikel 12
Het fonds kan voorschotten op een subsidie verstrekken.
Artikel 13
1. Subsidies en voorschotten worden uitsluitend verstrekt aan partijen die bij de Gedragscode voor films-c.v’s zijn aangesloten.
2. Van het bepaalde zoals bedoeld in het eerste lid moet blijken uit het Register van Aangeslotenen.
Artikel 14
Een voorschot wordt niet verleend dan nadat de ontvanger van de subsidie een afschrift van een geldende completion bond heeft overgelegd waarin het fonds als medebegunstiger is aangewezen.
Artikel 15
1. Het bestuur stelt de subsidie vast binnen vijf jaar na verlening dan wel bij staking van de commanditaire vennootschap.
2. De ontvanger van de subsidie stelt het fonds onverwijld van het staken van de commanditaire vennootschap op de hoogte.
Artikel 16
1. Om voor subsidie in aanmerking te komen overlegt de aanvrager, voor zover van toepassing, ten minste de volgende gegevens:
a. een ingevuld en ondertekend aanvraagformulier;
b. een exemplaar van de synopsis en het scenario;
c. een begroting overeenkomstig dan wel gelijkwaardig aan het fondsmodel van de totale productiekosten inclusief het financieringsplan waarbij producers fee en overhead in overeenstemming zijn met de door het fonds gehanteerde glijdende schaal;
d. een overeenkomst met de rechthebbende(n) op een niet aan een bestaand werk ontleend scenario, waaruit blijkt dat de producent bij oplevering van bedoeld scenario een optie op de exclusieve verfilmingsrechten heeft;
e. een overeenkomst dan wel een optie op een overeenkomst met de rechthebbende(n) op een aan een bestaand werk ontleend scenario, waaruit blijkt dat de producent bij oplevering van bedoeld scenario een optie op de exclusieve verfilmingsrechten heeft voor tenminste twee jaar;
f. een dealmemo tussen aanvrager en distributeur inhoudende de hoogte van de minimumgarantie, een begroting terzake prints and advertising, de overeenkomst terzake inkomstenverdeling en de voorgenomen rolverdeling van de hoofdpersonages;
g. een regieovereenkomst;
h. een marketingplan waaruit blijkt dat een bedrag gelijk aan ten minste 5% van de begroting, met een maximum van € 150.000,–, is gereserveerd voor prints and advertising;
i. een profiel van de financiers waaruit ten minste de solvabiliteit en de vermogenspositie blijkt.
2. In geval van een internationale coproductie overlegt de producent in aanvulling op het bepaalde in het eerste lid tevens de coproductieovereenkomst(en), het curriculum vitae van de coproducent(en) en de financiële dekking dan wel garantie in het land van herkomst.
Artikel 17
Indien de distributieovereenkomst substantieel afwijkt van hetgeen bij dealmemo is overeengekomen, kan het fonds de beschikking tot subsidieverlening wijzigen of intrekken.
Artikel 18
1. De aanvrager overlegt dagelijks callsheets en dagrapporten en tweewekelijks een productiekosten- en bestedingsoverzicht.
2. Uiterlijk twee weken na uitbreng van de film overlegt de aanvrager een schone, vertoningsgerede filmkopie.
3. Binnen drie maanden na uitbreng in het theater levert de aanvrager een accountantsverklaring over de begroting zoals bedoeld in artikel 4, derde lid.
4. Bij overschrijding van de in het derde lid genoemd termijn kan maximaal 25% van het laatste termijnbedrag worden ingehouden.
Artikel 19
De kosten voor promotie en marketing bedragen ten minste € 60.000,–.
Artikel 20
De post promotie en marketing bevat ten minste de volgende onderdelen:
a. werkzaamheden van een publiciteitsbureau;
b. EPK-productie en/of de productie van een making off;
c. vervaardiging van een trailer en teaser;
d. ontwerp van een poster;
e. de ontwikkeling en het onderhoud van een website;
f. speciale fotosessies;
g. selectie van scènes;
h. copywriting en vertalingen;
i. externe assistentie voor ontwikkelen marketingstrategie;
j. recruited audience screening (RAS);
k. overige promotie- en marketingactiviteiten.
Artikel 21
In aanvulling op de artikelen 1 tot en met 19 geldt het bepaalde in deze paragraaf:
a. het bedrag dat particuliere investeerders inleggen is tenminste 20% van de begroting, exclusief de kosten voor prints and advertising, en waarbij ten minste één deelnemer gebruik maakt van de filminvesteringsaftrek (fia);
b. de subsidie vervalt indien binnen twee maanden na verlening geen Senterverklaring is aangevraagd of indien binnen drie maanden na de Senterverklaring geen winstvaststellingsovereenkomst (wvo) is verkregen of indien binnen zes maanden na dagtekening van de Senterverklaring geen commanditaire vennootschap is gesloten.
Artikel 22
1. Om voor subsidie in aanmerking te komen overlegt de aanvrager een mede door de beoogd arrangeur van de commanditaire vennootschap ondertekende intentieverklaring tot samenwerking die is gebaseerd op het door de eerste bij de aanvraag overgelegde financieringsplan.
2. De in het eerste lid bedoelde verklaring bevat ten minste de volgende gegevens:
a. de beoogde structuur van de commanditaire vennootschap;
b. de beoogde hoogte van de rendementen voor de participanten in de commanditaire vennootschap op grond van het bij de aanvraag overgelegde financieringsplan;
c. de beoogde deelnemende emissiepartijen;
d. de tijdsplanning van financiering;
e. een berekening op basis waarvan door het fonds kan worden getoetst of verlening van het totaalbedrag van de fondsbijdrage(n) – in de zin van artikel 6 – tezamen met het fiscale voordeel dat door de participanten in de commanditaire vennootschap ter zake van de investering in en de uitbreng en exploitatie van de film, op grond van het vigerende belastingplan en het bij de aanvraag overgelegde financieringsplan, niet hoger is dan 50% van de totale kosten;
f. een terugbetalingsschema op basis waarvan door het fonds kan worden getoetst dat een zodanig deel van de verwachte opbrengsten wordt afgedragen aan het fonds dat het restant van de fondsbijdrage(n) – in de zin van artikel 6 – tezamen met het fiscale voordeel dat door de participanten in de commanditaire vennootschap terzake van de investering in en de uitbreng en exploitatie van de film, op grond van het vigerende belastingplan niet hoger is dan 50% van de totale kosten.
Artikel 23
Afwijking van het bepaalde in dit reglement is uitsluitend toegestaan met toestemming van het bestuur na een daartoe strekkend verzoek.
Artikel 24
1. Dit reglement treedt in werking op de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
2. Deze regeling vervangt de voorgaande regeling.