Besluit van 30 mei 1990, houdende het uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990
Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.
Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 17 maart 1989, nr. WDB89/106, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Directe Belastingen;
Gelet op de artikelen 25, derde lid, 28, tweede lid, en 36, tweede lid, van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221);
De Raad van State gehoord (advies van 19 juli 1989, nr. W06.89 0153);
Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 18 mei 1990, nr. WDB 90/273, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Directe Belastingen;
Hebben goedgevonden en verstaan:
2.
Dit besluit verstaat hierna onder wet: de
Invorderingswet 1990 .
1°.
bekend wordt dat een belastingaanslag aan de belastingschuldige wordt opgelegd ter zake waarvan terstond een dwangbevel wordt uitgevaardigd, of
2°.
een vermogensbestanddeel van de belastingschuldige aan wie reeds een dwangbevel is betekend, wordt aangetroffen.
1.
Indien het krachtens
artikel 25, vijfde of achtste lid, van de wet verleende uitstel wordt beëindigd, wordt invorderingsrente berekend met ingang van de dag waarop zes weken zijn verstreken na de eerste dag van het jaar volgend op het jaar waarin zich de handeling of gebeurtenis voordoet op grond waarvan het uitstel wordt beëindigd.
2.
In geval van betalingsonmacht ter zake van een naheffingsaanslag die is opgelegd vanwege de omstandigheid dat de verschuldigde belasting meer beloopt dan die welke overeenkomstig de aangifte is dan wel had moeten worden afgedragen of voldaan, kan, voor zover die omstandigheid niet is te wijten aan opzet of grove schuld van het lichaam, in afwijking van het eerste lid, de mededeling worden gedaan uiterlijk twee weken na de vervaldag van die aanslag.
3.
Bij de mededeling wordt inzicht gegeven in de omstandigheden die ertoe hebben geleid dat de verschuldigde belasting niet op aangifte is afgedragen of voldaan of niet is betaald.
2.
Bij de mededeling wordt inzicht gegeven in de omstandigheden die ertoe hebben geleid dat de aansprakelijkheidsschuld niet is voldaan.
a.
de door deze gevraagde gegevens en inlichtingen te verstrekken die voor de vaststelling van de oorzaak van de betalingsonmacht, of voor de bepaling van de financiële positie van het lichaam van belang kunnen zijn;
b.
boeken, bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan - zulks ter keuze van de ontvanger - waarvan de raadpleging van belang kan zijn voor de vaststelling van de oorzaak van de betalingsonmacht, of voor de bepaling van de financiële positie van het lichaam, desgevraagd voor dit doel beschikbaar te stellen.
1.
Aan de verplichtingen, bedoeld in
artikel 8, dient binnen een door de ontvanger te stellen redelijke termijn te worden voldaan.
2.
De gegevens en inlichtingen dienen duidelijk, stellig en zonder voorbehoud te worden verstrekt, mondeling, schriftelijk of op andere wijze, zulks ter keuze van de ontvanger.
3.
Toegelaten moet worden, dat kopieën, leesbare afdrukken of uittreksels worden gemaakt van de voor raadpleging beschikbaar gestelde gegevensdragers of de inhoud daarvan.
1.
Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juni 1990.
2.
Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990.
's-Gravenhage, 30 mei 1990
De Staatssecretaris van Financiën,
Uitgegeven de eenendertigste mei 1990
De Minister van Justitie,