{**}
Rechtenmedia.nl - Juridische Online Uitgeverij  Rechtennieuws.nl | Jure.nl | Maxius.nl | Parlis.nl | Rechtenforum.nl | Vacatures | MijnWetten.nl | AdvocatenZoeken.nl | Rechtentotaal.nl
» Energiewijzer « advertorial
Bespaar geld en stap over!
Energiewijzer.nl, eerlijk over energie.

Juridische vacatures

Meer vacatures | Plaats vacature

Powered by Jbmatch.nl

Inhoudsopgave
+ § 1. Algemene bepalingen
+ § 2. Aanvraag en beslissing op aanvraag
+ § 3. Verplichtingen van de subsidie-ontvanger
+ § 4. Voorschotten
+ § 5. Subsidievaststelling
+ § 6. Slotbepalingen
Juridisch advies nodig?
Heeft u een juridisch probleem of een zaak die u wilt voorleggen aan een gespecialiseerde jurist of advocaat ?
Neemt u dan gerust contact met ons op en laat uw zaak vrijblijvend beoordelen.

Stel uw vraag
Geschiedenis

Geschiedenis-overzicht
Jurisprudentie
Voorbeelden van het gebruik van deze artikel(en) in rechterlijke uitspraken

Subsidieregeling opwekken duurzame elektriciteit in vergistingsinstallaties

Bwb-id:
Officiele titel:
Citeertitel:
Soort regeling:
Wetsfamilies:
Eerst verantwoordelijk ministerie:

Geldigheidsdatum:
Ingangsdatum:
Let op. Deze wet is vervallen op 1 januari 2010. U leest nu de tekst die gold op -.
Regeling van de Minister van Economische Zaken van 29 november 2006, nr. WJZ 6101879, betreffende subsidie voor het opwekken van duurzame elektriciteit door vergistingsinstallaties (Subsidieregeling opwekken duurzame elektriciteit in vergistingsinstallaties)
De Minister van Economische Zaken,
Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies;
Besluit:
Artikel 1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. Minister: de Minister van Economische Zaken;
b. duurzame elektriciteit: de elektriciteit als bedoeld in artikel 1, onderdeel u, van de Elektriciteitswet 1998;
d. vergistingsinstallatie: een samenstel van voorzieningen waarmee duurzame elektriciteit wordt geproduceerd door het vergisten van dierlijke mest en een of meer producten genoemd in de Meststoffenbeschikking 1977, bijlage I, hoofdstuk III , typeaanduiding ‘co-vergiste mest’ of van landbouwgewassen waarvan het digistaat op grond van een ontheffing krachtens het Meststoffenbesluit 1977 is toegelaten als meststof, waarbij onder een samenstel van voorzieningen wordt verstaan, alle aanwezige middelen die onderling met elkaar zijn verbonden voor het vergisten van voornoemde producten en het omzetten van het geproduceerde biogas in duurzame elektriciteit;
e. producent: een natuurlijke persoon of rechtspersoon die duurzame elektriciteit produceert door het in stand houden van een vergistingsinstallatie;
g. garantie van oorsprong: een garantie van oorsprong als bedoeld in artikel 1, onderdeel x, van de Elektriciteitswet 1998.
Artikel 2
De Minister kan op aanvraag subsidie verstrekken aan een producent die duurzame elektriciteit opwekt met een vergistingsinstallatie die is aangesloten op het Nederlandse net.
Artikel 3
Geen subsidie als bedoeld in artikel 2, wordt verstrekt indien:
a. voor dezelfde vergistingsinstallatie op grond van artikel 72m van de Elektriciteitswet 1998 reeds subsidie van meer dan € 0,00 is verstrekt;
b. de vergistingsinstallatie een nominaal opgesteld elektrisch vermogen van meer dan 2 MW heeft, en
c. de voor de ingebruikname van de vergistingsinstallatie benodigde vergunningen niet voor 18 augustus 2006 zijn aangevraagd.
1.
De Minister stelt de maximum jaarproductie in kWh van de subsidie-ontvanger vast op basis van een opgave van de subsidie-aanvrager die is onderbouwd met gegevens betreffende de capaciteit van de vergistingsinstallatie.
2.
De subsidie bedraagt jaarlijks ten hoogste de in de beschikking tot subsidieverlening vastgestelde maximum jaarproductie in kWh vermenigvuldigd met € 0,097.
3.
De Minister kan reeds ontvangen of genoten overheidssteun dan wel in de toekomst te ontvangen of te genieten overheidssteun voor de vergistingsinstallatie die er toe leidt dat de totale verleende overheidssteun meer bedraagt dan het verschil tussen enerzijds de kostprijs van met een vergistingsinstallatie opgewekt duurzame elektriciteit en anderzijds de gemiddelde marktprijs van elektriciteit in mindering brengen door wijziging van het in de beschikking tot subsidieverlening vastgestelde maximum jaarproductie in kWh.
Artikel 5
Het subsidieplafond voor het verlenen van subsidies op grond van deze regeling bedraagt € 326.000.000.
1.
De Minister verdeelt het beschikbare bedrag in de volgorde van de datum van ontvangst van de aanvragen, met dien verstande dat indien een aanvrager niet heeft voldaan aan enig wettelijk voorschrift voor het in behandeling nemen van de aanvraag en met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, de dag waarop de aanvraag voldoet aan de wettelijke voorschriften als datum van ontvangst geldt.
2.
Indien honorering van alle aanvragen die op één dag zijn ontvangen ertoe zou leiden dat het beschikbare subsidieplafond zou worden overschreden, stelt de Minister de volgorde van ontvangst van deze aanvragen vast door middel van loting.
3.
Aanvragen die worden ontvangen op werkdagen na 17.00 uur of andere dagen, worden aangemerkt als ontvangen op de eerstvolgende werkdag.
4.
Aanvragen om subsidie op grond van deze regeling moeten zijn ontvangen in de periode die aanvangt op 19 december 2006 en eindigt op de dag dat dit lid in werking treedt.
1.
Een aanvraag om subsidie wordt ingediend met gebruikmaking van een formulier, overeenkomstig het model dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 1 .
2.
De aanvraag gaat, overeenkomstig hetgeen op het formulier is vermeld vergezeld van:
a. een gespecificeerde omschrijving van de vergistingsinstallatie waarvoor subsidie wordt aangevraagd;
b. een onderbouwde opgave van de maximum jaarlijkse hoeveelheid op te wekken en in te voeden kWh;
c. indien voor de vergistingsinstallatie enige vergunning is vereist, door het bevoegde gezag afgegeven vergunningen;
d. overige op het formulier aangegeven bescheiden.
1.
De Minister geeft een beschikking tot subsidieverlening binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag onder voorbehoud van goedkeuring van de Commissie van de Europese Gemeenschappen voor deze regeling.
2.
De Minister kan de beslistermijn, genoemd in het eerste lid, éénmaal met 13 weken verlengen.
Artikel 9
In de beschikking tot subsidieverlening wordt bepaald dat de voor subsidie in aanmerking komende periode aanvangt op het in de beschikking aangegeven tijdstip doch uiterlijk 24 maanden na de datum van de subsidie-aanvraag en eindigt 10 jaar na dit tijdstip.
Artikel 10
De Minister beslist in ieder geval afwijzend op een aanvraag om subsidie indien de aanvraag niet voldoet aan het bij of krachtens deze regeling bepaalde.
Artikel 11
In geval van tussentijdse overdracht van de eigendom of exploitatie van een vergistingsinstallatie, kan met toestemming van de Minister een beschikking tot subsidieverlening aan een andere producent worden overgedragen.
1.
De subsidie-ontvanger start de realisatie van de vergistingsinstallatie binnen 12 maanden na de datum van de beschikking tot subsidieverlening.
2.
De subsidie-ontvanger neemt de vergistingsinstallatie uiterlijk binnen 6 maanden na aanvang van de subsidieperiode in gebruik hetgeen blijkt uit het invoeden van met de vergistingsinstallatie opgewekte duurzame elektriciteit op het net.
3.
De Minister kan op verzoek van de subsidie-ontvanger de termijn bedoeld in het eerste en tweede lid in geval van overmacht eenmalig met ten hoogste 12 maanden verlengen.
4.
De Minister trekt de beschikking tot subsidieverlening in indien de subsidie-ontvanger niet voldoet aan het bepaalde in het eerste, tweede of derde lid.
5.
De subsidie-ontvanger neemt en houdt de vergistingsinstallatie in gebruik overeenkomstig de specificaties van de vergistingsinstallatie zoals vermeld in de beschikking tot subsidieverlening, behoudens voorafgaande goedkeuring van de Minister voor het essentieel wijzigen van de vergistingsinstallatie.
Artikel 13
De subsidie-ontvanger doet onverwijld mededeling aan de Minister van de indiening bij de rechtbank van een verzoek tot het op hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, tot verlening van surséance aan hem of tot faillietverklaring van hem.
1.
Op een subsidie waarvan een beschikking tot subsidieverlening geldt, verstrekt de Minister op aanvraag maximaal zesmaal per jaar voorschotten.
2.
De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een formulier overeenkomstig het model dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 2 .
3.
De eerste aanvraag gaat vergezeld van:
a. een kopie van het resultaat van het onderzoek naar de productie-installatie als bedoeld in artikel 2, derde lid, van de Regeling garanties van oorsprong duurzame elektriciteit;
b. een overzicht van de aan de producent uitgegeven garanties van oorsprong betreffende de maanden waarover een voorschot wordt gevraagd, en
4.
De volgende aanvragen gaan telkens vergezeld van:
a. een overzicht van de aan de producent uitgegeven garanties van oorsprong betreffende de maanden waarover een voorschot wordt gevraagd;
b. telkens wanneer de netbeheerder het resultaat van het onderzoek naar de productie-installatie als bedoeld in artikel 2 van de Regeling garanties van oorsprong vaststelt, een kopie van die verklaring;
c. telkens wanneer de subsidie-ontvanger een biomassaverklaring als bedoeld in artikel 7, derde en vierde lid, van de Regeling garanties van oorsprong aan de garantiebeheerinstantie overlegt, een kopie van die verklaring, en
d. telkens wanneer de subsidie-ontvanger een accountantsverklaring als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de Regeling garanties van oorsprong duurzame elektriciteit aan de garantiebeheerinstantie overlegt, een kopie van die verklaring.
5.
Een voorschot wordt berekend door het aantal kWh’s dat correspondeert met het aantal aan de producent uitgegeven garanties van oorsprong voor de installatie waarvoor subsidie is verstrekt te vermenigvuldigen met het op grond van artikel 4, tweede lid, vastgestelde bedrag.
6.
De Minister verstrekt per jaar voorschotten tot ten hoogste de in de beschikking tot subsidieverlening vastgestelde maximum jaarproductie in kWh’s.
Artikel 15
De Minister kan afwijzend beschikken op een aanvraag om een voorschot indien de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan ingevolge de subsidieverlening voor hem geldende verplichtingen, indien hij failliet is verklaard of aan hem surséance is verleend of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan wel een verzoek daartoe bij de rechtbank is ingediend.
1.
De subsidie-ontvanger dient zijn aanvraag om subsidievaststelling in binnen dertien weken na het tijdstip waarop de voor subsidie in aanmerking komende periode is verstreken.
2.
De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van het origineel van een formulier overeenkomstig het model dat is opgenomen in de bij deze regeling behorende bijlage 3 .
3.
De aanvraag gaat, overeenkomstig in het formulier is vermeld, vergezeld van de in het formulier aangegeven bescheiden.
Artikel 17
De Minister geeft de beschikking tot subsidievaststelling binnen dertien weken na ontvangst van de aanvraag daartoe dan wel nadat de voor het indienen ervan geldende termijn is verstreken.
Artikel 18
Deze regeling treedt in werking met ingang van twee weken na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Artikel 19
Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling opwekken duurzame elektriciteit in vergistingsinstallaties.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlagen die ter inzage worden gelegd bij SenterNovem, Dokter van Deenweg 108, 8025 BK Zwolle.
Den Haag, 29 november 2006
De
Minister