Reglement voor de Griffie interparlementaire betrekkingen der Staten-Generaal
Artikel 1
Ten dienste van beide Kamers der Staten-Generaal is er bij de Tweede Kamer een Griffie interparlementaire betrekkingen. De Griffier van de Tweede Kamer is het bevoegd gezag voor de Griffie interparlementaire betrekkingen.
Artikel 2
Er is een gemengde commissie voor afstemming en advies voor de interparlementaire betrekkingen. De gemengde commissie is belast met:
a)
de inhoudelijke aansturing van de dienstverlening door de Griffie interparlementaire betrekkingen aan de beide Kamers en hun delegaties naar interparlementaire assemblees en vergaderingen;
b)
het adviseren van de leden van beide Kamers, het College van Senioren van de Eerste Kamer, het Presidium van de Tweede Kamer en de Voorzitters van beide Kamers over interparlementaire aangelegenheden, waaronder de besteding en de prioritering van gelden ten behoeve van het lidmaatschap van interparlementaire instellingen en in het kader van de interparlementaire betrekkingen;
c)
het toezicht op de uitvoering van het reglement genoemd in
artikel 5. In voorkomende gevallen beslist de gemengde commissie over de toepassing van de bepalingen van dat reglement.
Artikel 3
De gemengde commissie bestaat uit ten minste vier leden, waartoe in ieder geval elk van beide Kamers twee leden uit haar midden benoemt. Deze leden zijn in ieder geval lid van een delegatie naar een interparlementaire assemblee of vergadering.
Artikel 4
De gemengde commissie benoemt uit haar midden een voorzitter en een ondervoorzitter. Zij wordt bijgestaan door de griffier voor de interparlementaire betrekkingen.
Artikel 5
De gemengde commissie stelt een afzonderlijk bijwonen van vergaderingen die verband van interparlementaire instellingen, alsmede daaraan verbonden reisen verblijfkosten. goedkeuring van de Huishoudelijke Commissie Presidium van de Tweede Kamer.
Artikel 6
De Griffie interparlementaire betrekkingen is belast met:
a)
het onderhouden van de administratieve betrekkingen van de Staten-Generaal met interparlementaire instellingen;
b)
het adviseren van de leden van beide Kamers, het College van Senioren van de Eerste Kamer, het Presidium van de Tweede Kamer en de Voorzitters van beide Kamers over interparlementaire aangelegenheden;
c)
het bijstaan van de leden der Staten-Generaal, die deel uitmaken van internationale parlementaire vergaderingen, bij de uitoefening van hun taak;
d)
het ondersteunen van de gemengde commissie voor afstemming en advies;
e)
het uitvoeren van het reglement genoemd in
artikel 5;
f)
andere taken die haar in het kader van het onder
artikel 2 genoemde door de Griffier van de Tweede Kamer, in overleg met de Griffier van de Eerste Kamer en de voorzitter van de gemengde commissie, worden opgedragen.