Regels vrijwillige WAO-verzekering 2006
Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen,
Gelet op artikel 85 van de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering en artikel 73, tweede lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen;
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
a.
de Wet: de
Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering ;
c.
UWV: Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen.
Artikel 2
Een verzoek om toelating tot de vrijwillige verzekering geschiedt met gebruikmaking van een door het UWV ter beschikking gesteld aanvraagformulier.
Artikel 3
De termijn van vier weken, genoemd in
artikel 83, eerste en tweede lid, van de Wet, wordt gerekend aan te vangen voor degene, die binnen de daarvoor vastgestelde termijn een aanvraag om uitkering krachtens de
Werkloosheidswet heeft gedaan en op wiens aanvraag afwijzend is beslist, met ingang van de dag na die, waarop hij redelijkerwijze van de desbetreffende beslissing heeft kunnen kennisnemen.
Artikel 4
Het UWV geeft van de op de aanvraag genomen beslissing schriftelijk kennis aan de aanvrager onder mededeling van het tijdstip waarop de vrijwillige verzekering een aanvang neemt.
1.
Het UWV geeft aan de persoon die is toegelaten tot de vrijwillige verzekering schriftelijk kennis van het tijdstip waarop de vrijwillige verzekering wordt beëindigd.
2.
Het eindigen van de vrijwillige verzekering heeft geen invloed op de uitkeringen welke krachtens die verzekering lopen op het tijdstip waarop de verzekering een einde neemt.
2.
Het UWV kan het dagloon dat ten grondslag ligt aan de vrijwillige verzekering van de persoon die is toegelaten tot de vrijwillige verzekering, herzien:
a.
indien dat dagloon niet overeenkomt met het loon of inkomen dat de persoon die is toegelaten tot de vrijwillige verzekering, in geval van arbeidsongeschiktheid naar het oordeel van het UWV derft;
b.
indien het naar het oordeel van het UWV aannemelijk is dat door een wijziging in
de Wet de uitkeringsvoorwaarden zodanig zijn gewijzigd dat de persoon die is toegelaten tot de vrijwillige verzekering, bij aanvang van de vrijwillige verzekering een ander dagloon bepaald zou hebben.
3.
De herziening bedoeld in het eerste en tweede lid gaat in per 1 januari van enig jaar. De herziening bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, kan eveneens plaatsvinden op verzoek van de persoon die is toegelaten tot de vrijwillige verzekering. De herziening bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, kan alleen plaatsvinden op verzoek van de persoon die is toegelaten tot de vrijwillige verzekering. Dit verzoek wordt ingediend vóór 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarin de herziening ingaat. Het UWV kan een herziening als bedoeld in het tweede lid ook op een ander tijdstip laten ingaan, indien naar zijn oordeel sprake is van een aanzienlijke wijziging van het loon, inkomen of dagloon.
1.
De premie is per kalendermaand bij vooruitbetaling verschuldigd door degene die op eigen verzoek is toegelaten tot de vrijwillige verzekering, en wordt door of namens verzekerde voldaan op de door het UWV aangegeven wijze.
2.
Het UWV deelt bij zijn beslissing, bedoeld in
artikel 4, mede welke premie de aanvrager verschuldigd is en binnen welke termijn en op welke wijze de betaling dient te geschieden.
3.
Indien het premiepercentage wijziging ondergaat, deelt het UWV zo spoedig mogelijk het gewijzigde premiebedrag aan de verzekerde mede.
4.
In geval van arbeidsongeschiktheid is geen premie verschuldigd over volle kalenderweken, gelegen na de dag van melding van die ongeschiktheid, tenzij alsdan reeds 13 weken zijn verstreken, in welk geval over volle kalenderweken na die periode geen premie meer verschuldigd is.
1.
De verzekerde is in geval van arbeidsongeschiktheid verplicht te zorgen dat daarvan aan het UWV mededeling wordt gedaan binnen 13 weken na de aanvang van de arbeidsongeschiktheid of binnen een zodanige kortere termijn als door het UWV is bepaald.
2.
De verplichting, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor degene die reeds tot de vrijwillige verzekering ingevolge de
Ziektewet is toegelaten.
Artikel 10
Indien recht bestaat op een uitkering krachtens zowel de verplichte als de vrijwillige verzekering, wordt;
a.
bij verschil in hoogte van de daglonen alleen toegekend de uitkering die gebaseerd is op het hoogste dagloon;
b.
bij in hoogte gelijke daglonen alleen toegekend de uitkering die is gebaseerd op het dagloon uit de verzekering waarop recht bestaat anders dan op grond van het bepaalde in
artikel 17 van de Wet.
Artikel 12
De Regeling vrijwillige arbeidsongeschiktheidsverzekering 1993 worden ingetrokken.
Artikel 13
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening in de Staatscourant, waarin het wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 januari 2006.
Artikel 14
Dit besluit kan worden aangehaald als: Regels vrijwillige WAO-verzekering 2006.
Amsterdam, 7 november 2006
Voorzitter Raad van bestuur UWV