Artikel 1
Voor de toepassing van deze regeling wordt verstaan onder:
a.
Onze Minister: de Minister van Veiligheid en Justitie;
b.
het COA: het Centraal Orgaan opvang asielzoekers;
d.
asielzoeker: een vreemdeling wiens vrijheid niet rechtens is ontnomen, door wie of ten behoeve van wie een asielaanvraag is ingediend;
e.
alleenstaande minderjarige vreemdeling: een asielzoeker die de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt en die zonder begeleiding of verzorging van een ouder of voogd in Nederland verblijft;
f.
gezinsleden: de volgende leden van het gezin van de asielzoeker die in verband met de asielaanvraag in Nederland aanwezig zijn, voor zover het gezin reeds bestond in het land van herkomst:
1°.
echtgenoten of aan gehuwden gelijkgestelde partners;
2°.
hun minderjarige kinderen, mits zij ongehuwd en van hun afhankelijk zijn;
3°.
de vader, moeder, of een andere volwassene die volgens het recht of de praktijk in Nederland verantwoordelijk is voor de minderjarige en ongehuwde asielzoeker;
g.
minderjarig: de leeftijd van 18 jaar nog niet bereikt hebbende;
h.
opvangvoorziening: een accommodatie waarin door of onder verantwoordelijkheid van het COA opvang wordt geboden aan asielzoekers;
i.
uitgenodigde vluchtelingen: vreemdelingen die, na een verzoek daartoe van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor vluchtelingen (UNHCR) op uitnodiging van de Nederlandse regering in Nederland verblijven;
j.
rust- en voorbereidingstermijn: de termijn van tenminste zes dagen waarin de vreemdeling rechtmatig verblijf heeft na indiening van de asielaanvraag en het onderzoek als bedoeld in
artikel 3.110 van het Vreemdelingenbesluit 2000 nog niet is aangevangen;
k.
Opvangrichtlijn: Richtlijn 2013/33/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 tot vaststelling van normen voor de opvang van verzoekers om internationale bescherming (Pb EU 2013, L 180).