Tijdelijke regeling van de Raad van Bestuur van de Nederlandse Omroep Stichting, ook handelende onder de naam NPO van 25 maart 2009 over de toepasselijkheid van (nadere) bindende regelingen en overige brieven en schriftelijk vastgelegd beleid van de NPO in verband met de inwerkingtreding van de Mediawet 2008 (Regeling toepasselijkheid beleid NPO onder de Mediawet 2008)
Gelet op de artikelen 2.2, 2.3, 2.10 en 2.11 van de Mediawet 2008;
Gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;
Overwegende,
dat per 1 januari 2009 de Mediawet 2008 (Stb. 2008, 583) en het Mediabesluit (Stb. 2008, 584) in werking zijn getreden en de Mediawet (Stb. 1987, 249) en het Mediabesluit (Stb. 1987, 573) zijn ingetrokken;
dat de Mediawet 2008 en het Mediabesluit 2008 zowel inhoudelijke als technische wijzigingen van de Mediawet, respectievelijk het Mediabesluit bevatten;
dat daarnaast het systeem en de vormgeving van de er in neergelegde bepalingen volledig is gewijzigd;
dat tevens het begrippenkader is vernieuwd;
dat de aanpassing van inhoud, nummering en begrippenkader van de beleidsregels, richtlijnen en (nadere) bindende regelingen van de NPO aan de Mediawet 2008 en het Mediabesluit 2008 niet is afgerond op 1 januari 2009;
dat het om die reden noodzakelijk is een tijdelijke maatregel te treffen om de huidige beleidsregels, richtlijnen en (nadere) bindende regelingen van de NPO in overeenstemming te brengen met de Mediawet 2008 en het Mediabesluit 2008;
Artikel 1
Deze regeling strekt ertoe alle bestaande (nadere) bindende regelingen en overige toepasselijke brieven en schriftelijk vastgelegd beleid van de Raad van Bestuur NPO, voor zover relevant, toepasselijk te verklaren onder het regime van de
Mediawet 2008 en het
Mediabesluit 2008 .
Artikel 2
In deze regeling wordt verstaan onder:
a.
de wet: de
Mediawet 2008 ;
b.
het besluit: het
Mediabesluit 2008 ;
c.
de NPO: de Raad van Bestuur van de Nederlandse Omroep Stichting.
1.
Na inwerkingtreding van de
wet en het
besluit berusten alle in de
bijlage opgenomen (nadere) bindende regelingen en overige toepasselijke brieven en schriftelijk vastgelegd beleid van de NPO op de
wet , respectievelijk het
besluit , onverminderd het bepaalde in
titel 9.1 van de wet.
2.
Na inwerkingtreding van de
wet en het
besluit berust het overige beleid van de NPO, waaronder beleidsbrieven, voor zover relevant op de
wet , respectievelijk het
besluit , onverminderd het bepaalde in
titel 9.1 van de wet.
3.
Na inwerkingtreding van de
wet en het
besluit berust het overige beleid bij of krachtens de
wet met betrekking tot de taken en bevoegdheden van de NPO en dat (nog) niet nader is uitgewerkt in (nadere) bindende regelingen, beleidsbrieven of anderszins, voor zover relevant op de
wet , respectievelijk het
besluit , onverminderd het bepaalde in
titel 9.1 van de wet.
1.
De bepalingen van de
wet en het
besluit treden in de plaats van de in de bestaande (nadere) bindende regelingen en overige toepasselijke brieven en schriftelijk vastgelegd beleid van de NPO genoemde bepalingen van de
Mediawet , respectievelijk van het
Mediabesluit voor zover mogelijk en relevant overeenkomstig de transponeringstabellen zoals deze zijn opgenomen in de Memorie van Toelichting (Kamerstukken II 2007/08, 31 356, nr. 3) en het Gewijzigd voorstel van wet (Kamerstukken I, 2007/08, 31 356, A), alsmede in het
Mediabesluit 2008 (Staatsblad 2008, 584).
2.
De begrippen uit de
wet treden in de plaats van de in die (nadere) bindende regelingen en overige toepasselijke brieven en schriftelijk vastgelegd beleid van de NPO genoemde begrippen uit de
Mediawet .
3.
De (nadere) bindende regelingen en overige toepasselijke brieven en schriftelijk vastgelegd beleid van de NPO worden in overeenstemming met de
wet en het
besluit toegepast.
4.
Indien met betrekking tot een bepaling in de
wet of het
besluit geen beleid door de NPO is vastgesteld, wordt voor de interpretatie van die bepaling het bestaande beleid van de NPO voor zover mogelijk op overeenkomstige wijze toegepast.
5.
Indien bestaande (nadere) bindende regelingen en overige toepasselijke brieven en schriftelijk vastgelegd beleid van de NPO of een deel daarvan in strijd is met de
wet , worden die bestaande (nadere) bindende regelingen en overige toepasselijke brieven en schriftelijk vastgelegd beleid van de NPO respectievelijk het betreffende deel in overeenstemming met de
wet toegepast en blijven zij voor het overige buiten toepassing.
1.
Deze regeling treedt met terugwerkende kracht in werking met ingang van 1 januari 2009.
2.
Deze regeling wordt aangehaald als Regeling toepasselijkheid beleid NPO onder de Mediawet 2008.
3.
Deze regeling is krachtens
artikel 2.10, tweede lid sub c jo
2.60 Mediawet 2008 bindend voor de instellingen die media-aanbod verzorgen voor de landelijke publieke mediadienst en de politieke partijen en de overheid aan wie op grond van
titel 6.1 uren zijn toegewezen, voor zover deze regeling hen aangaat.
4.
Deze regeling wordt bekendgemaakt door kennisgeving ervan in de Staatscourant en op de internetsite van de NPO (http://portal.omroep.nl/nossites/pubcom)